10915 resultaten - Pagina 98 van 728
... 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 ...
[11] Steeds viel er iets zuivers en goddelijks weg en kwamen er wereldse, menselijke voorschriften voor in de plaats, zodat het enige dat werkelijk voor ons behouden is gebleven, thans alleen bestaat uit de namen, maar verder is alles van Mozes zo goed als verdwenen. Alleen datgene wat de tempeldienaars nog een zeker goddelijk aureool geeft is gebleven. Het strafrechterlijke heeft men in stand gehouden, om daardoor uit hoofde van een als het ware door God gemachtigde betweterij, de mensen op duivelse wijze te kunnen kwellen. Maar het eigenlijke goddelijke is allang volledig uitgebannen. Terwille van de tien geboden van God laat men voor zichzelf geen grijs haren boetekleed meer maken. Echtbreuk bij mensen van aanzien, die zeer rijk zijn, vindt nog wel waardering omdat zulke mensen zich met veel geld vrij moeten kopen van de steniging. Zij krijgen dan alleen maar een zogenaamd vervloekt water te drinken, waarvan hun buik echter niet barst, want dat soort zondaren zijn voor de vele behoeften van de tempel nog meermalen goed te gebruiken! Als daarentegen de hoge dienaars van de tempel echtbreuk begaan, kraait daar nooit enige haan naar, alleen als een arme duivel eens echtbreuk zou begaan, dan wordt deze natuurlijk naar behoren gestenigd.Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als wij echter zien dat de Schepper bij al de ons bekende, levendragende dingen al het tijdelijk nodige, en mooie uiterlijke na verloop van tijd laat vergaan en tenslotte alle zorg besteedt aan de ontwikkeling van het innerlijke leven, moeten wij ons dan verbazen als wij dat ook zien gebeuren met de openbaringen?
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zonder een aards gesproken woord kan een nog zo zuivere leer ons niet bereiken. Het gesproken woord is echter stoffelijk en moet tenslotte wegvallen als de innerlijke, zuivere geest zich heeft ontwikkeld. En zo gaat in de loop der tijden met de uiterlijke godsdiensten ook de uiterlijke glans altijd in iets bedenkelijkers over, maar daarvoor in de plaats ontwikkelt zich op de achtergrond langzaam maar zeker een zuivere, geestelijke kracht en waarheid van een eerdere openbaring van God aan de mensen. -Is het niet zo, vriend Risa?"
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Jullie lijken nu op die eerste bloempjes die in het voorjaar snel hun kopjes zo heerlijk boven de kale grond verheffen. Als er verder geen vorst komt, gaat het goed met zulke vlijtige bloempjes, komen er echter, zoals zo vaak in het voorjaar, na warme dagen weer enige dagen met ijselijke vorst, dan laten zulke vroege bloempjes graag hun heerlijk getooide kopjes hangen en verdorren dan vaak geheel.
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar in het vervolg moet zo'n door zijn geslachtsdrift gedreven man meteen een fatsoenlijke vrouw huwen en in noodgevallen, in goed overleg met zijn wettige vrouw, ook een bijvrouw, zodanig dat er geen ruzie en onmin door ontstaat. Als zo'n man zichzelf echter kan verloochenen, zal hij daardoor al gauw, gemakkelijker dan een ander, een hogere, geestelijke genade van het innerlijke leven deelachtig worden.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Bekijk het gras op de velden eens en zie dan hoe daar de kruiden door elkaar heen staan! Waarom is daar geen orde waaraan ons symmetrisch gevoel een wiskundig plezier zou kunnen hebben?! Overal waarheen je je zintuigen kunt en wilt wenden, zul je bij al het geschapene veel meer chaotische, dan op symmetrische wijze, geordende zaken aantreffen! En toch moet de Schepper ook een juist begrip van de symmetrie hebben, want daarvoor vinden we allereerst in onze menselijke vorm al overtuigende, duidelijk aantoonbare bewijzen. Maar als de goede Schepper zeker in staat is om in één opzicht de grootste symmetrie te handhaven, daar echter anderzijds niet de minste rekening mee schijnt te houden, dan moet daarachter een voor ons, stofwormen, totaal onbekende reden verscholen liggen die maakt dat de Schepper aan de ene kant de grootste symmetrie en aan de andere kant het absolute tegendeel daarvan aanhoudt! Waarom is het ene jaar dan niet gelijk aan het andere, waarom niet de ene dag net als de andere?
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Uit wat je nu hebt gehoord kun je gemakkelijk opmaken wat ontucht is en waarom Mozes dat als een zware zonde verboden heeft. Want God heeft de mensen alles volgens de goddelijke orde voorgeschreven. Wie zich aan die orde houdt, zal ook de vruchten van de zegen van boven oogsten; wie echter in strijd met die orde handelt, zal de vruchten van de vloek oogsten.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als een door geslachtsdrift opgewonden man in zijn grote nood zijn kwellende vuur niet op een natuurlijke wijze blussen, dan raad Ik hem aan om herhaalde malen in koud water te baden en innig te bidden om verzachting van deze plaag, dan zal deze spoedig van hem worden weggenomen. Iedere andere manier is slecht en wordt de bron van verder kwaad en dat kwaad heet zonde en veroorzaakt ook weer zonden.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Wie echter eenmaal met een fatsoenlijke vrouw is getrouwd, is tot de dood aan haar gebonden en de scheidingsoorkonde van Mozes heft voor Gods orde de echtbreuk niet op als zo'n man dan met een ander zou trouwen. Trouwt de gescheiden vrouw, dan breekt ook zij het huwelijk. Kortom, wie na de echtscheiding trouwt, is een echtbreker, wie daarna niet trouwt, is dan ook geen echtbreker.
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Laat je je echter betoveren door de bekoorlijkheden van de vrouw van je naaste, dan bega je ook echtbreuk, want daarmee heb je de vrouw van je naaste tot hoer gemaakt en met haar hoererij bedreven. En dat is een grote en grove zonde voor God en voor de mensen, ook wanneer je met de andere vrouw een vrucht hebt verwekt. Maar het kwaad is natuurlijk nog groter als je met de vrouw van je naaste alleen maar terwille van de blinde en stomme drift der wellust hoererij hebt gepleegd. Zulke zondaren zullen moeilijk deel krijgen aan het hemelrijk."
Hoofdstuk 66: De geslachtelijke omgang van mannen en vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Als de vrouw van een naaste echter bijvoorbeeld niet door haar wettige man bevrucht kan worden en toch sterk verlangt naar de verwekking van een vrucht in haar en dat aan jou vraagt, zeg dat dan tegen haar man! Vindt hij het goed, dan kun je die wens zonder te zondigen inwilligen. Als de vrouw bevrucht wordt en na de verstreken tijd nogmaals die wens uit en haar man is het daar mee eens, dan mag je, als je ongehuwd bent, de vrouw weer net eender ter wille zijn. Ben je echter zelf de man van een vruchtbare vrouw, dan moet je je kracht niet aan je vrouw onttrekken, want daarvoor heeft Mozes je toegestaan, naast de ene wettige vrouw, speciaal als zij onvruchtbaar mocht zijn, één of naar behoefte ook meer bijvrouwen te hebben, maar altijd alleen als de wettige vrouw daarmee instemt. Zou dit haar echter veel verdriet doen, dan wordt het tijd de bijvrouwen te laten gaan, zoals ook Abraham Hagar liet gaan, die hij genomen had omdat zijn vrouw Sarah zo lang onvruchtbaar was.
Hoofdstuk 67: Bepaalde uitzonderingen bij seksuele omgang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Als echter een vrouw, die haar wettige man verlaten heeft, uit een vreemd land zou komen en zich dan als een ongetrouwde vrouw bij iemand zou voordoen en zou verzwijgen dat zij al aan een man toebehoorde, dan begaat hij die haar tot vrouw neemt, geen zonde; ook dan niet, als hij later zou vernemen dat zij al getrouwd was maar haar man heimelijk had verlaten vanwege zijn hardvochtigheid en onvruchtbaarheid. Want toen hij de vreemde tot vrouw nam, wist hij niet dat zij al getrouwd was, en toen hij dat naderhand vernam, was zij al zijn vrouw, van wie hij dan, zonder als echtbreker te zondigen, slechts door de dood kan worden gescheiden.
Hoofdstuk 67: Bepaalde uitzonderingen bij seksuele omgang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Laat de jonge vrouwen maar vlijtig zijn en hun leven met werk vullen, dan zullen ze nooit behoeven te zeggen dat zij door armoe gedwongen werden, want iedere behoorlijke man houdt van een vlijtige en werklustige jonge vrouwen zal haar geen gebrek laten lijden. Als een werkgever echter een gierig en hard mens is, wel, ga dan uit zijn dienst weg en zoek een andere. Voor een vlijtige en nijvere jonge vrouw zal het echt niet zo moeilijk zijn een goede betrekking te vinden waar zij zeker geen gebrek zal lijden!
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wie echter een meisje of een maagd of een vrouw met geweld neemt, moet hier al zijn straf ondergaan! Het geweld mag zijn wat het wil, lichamelijk of het verleiden door kostbare geschenken, dat maakt voor deze misdaad geen verschil. Ook overredingskracht of het gebruik van magische, verdovende middelen, waardoor de vrouw zich schijnbaar vrijwillig ten dienste stelt aan de begeerte van de man, doet niets af aan de grootte van deze zonde, ook dan niet als werkelijk een vrucht verwekt zou worden, want zo'n verwekking gebeurt tegen de wil van beide partijen en maakt daarom de misdaad niet minder erg.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De meest verwerpelijke sexuele daad bestaat echter uit het schenden van knapen en in het erbij betrekken van andere ledematen en delen van het vrouwenlichaam dan die welke God daarvoor bestemd heeft, of zelfs in het schenden van dieren. Deze schenders moeten voor altijd geheel uit de menselijke maatschappij gebannen worden.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)