17481 resultaten - Pagina 971 van 1166
... 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 ...
[6] Mijn geliefde kinderen en kindskinderen, kijkt allen naar het altaar, waar de geheiligde vlam nog brandt. Wie van jullie heeft de moed om na het vernemen van de voorwaarden ter verkrijging van het kindschap Gods, zijn hand op het altaar te leggen?Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Bedenk daarentegen wat het wil zeggen om een kind van God te heten en te zijn, een kind dat met één oogopslag meer ziet dan wij in talloze grote tijdperken. Daarom zal ik mijn hand dan ook op het altaar leggen en de wonderbare weg opgaan!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De oudste zegt: wel mijn dochter, je hebt de voorwaarden van Gods grote genade gelezen; wat wil je nu doen? De dochter zegt: ik wil mijn steeds sterker wordende liefde volgen en naar mijn en jouw God toegaan en als ik daar zal zijn dan zal ik, als de Heer het wil, jou gedenken opdat ook jij en nog vele anderen mij mogen volgen. Ik weet wel dat ook deze wereld prachtig is en dat wij altijd kunnen omgaan met de zuivere geesten die een fijner lichaam hebben aangenomen dan het onze. Wij kunnen hun hoge zaligheid zonder veel moeite aanschouwen en deze is van dien aard dat ze voor ons de zaligheid van het natuurlijke leven niet vertroebelt. De zalige geesten van deze wereld hebben immers echt niet veel op ons voor, behalve dan dat zij, als ze willen, omhoog kunnen gaan en zich sneller kunnen bewegen dan wij in onze natuurlijke toestand, want wij kunnen ons niet zoals zij omhoog bewegen naar de ruimten van het sterke licht.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Zijn woorden zijn ons bijgebleven en wij hebben ze in ons sterrenschrift bewaard. Jullie kunnen in mijn huis gaan en staan waar je maar wilt, en dit sterrenschrift zal jullie door zijn heldere glans tegemoet stralen en de innerlijke wijsheid van jullie geest altijd opnieuw doen opleven.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Kijk, geen mannelijk wezen biedt zich deze keer aan. Maar daar komt een wondermooi vrouwelijk wezen naar voren dat tegen de oudste zegt: verwekker van mijn leven door Gods kracht in jou, mijn borst zwelt op van machtige liefde voor de enige God, zonder wiens zichtbare aanwezigheid, die eens mogelijk moet zijn, men zich geen volkomen zaligheid kan indenken. Ik zou graag naar Hem toe willen gaan en een allergeringste dienstmaagd worden in een van Zijn kleinste huisjes, waarvan Hij er zeker oneindig veel zal hebben. Mij schrikt de weg niet af; waar en hoe hij te vinden is, zal de vlam mij tonen. Heb ik daarover zekerheid gekregen, laat mij dan ook gaan volgens de aanwijzing van de grote profeet die in de naam en met de kracht van de almachtige God tot het gehele volk van deze onafzienbaar grote wereld heeft gesproken!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Ja mijn lieve broeders en vrienden, jullie oordelen weliswaar volgens een goed en juist gevoel, maar weten jullie hoe het komt dat jullie altijd eerder de woningen van de mensen zien dan de mensen in de woningen zelf?
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Dit zou enerzijds wel goed zijn, maar anderzijds zie ik nog een ander probleem en dat betreft het nog zeer gebrekkig geestelijk schouwen in jezelf, waardoor jullie nog niet in staat zijn om op mijn vraag een zinnig antwoord te geven. Wat is daaraan te doen? We zullen weldra een middenweg vinden waarop we het eens zullen worden, en dat betekent dat we de vraag helemaal weglaten en dadelijk tot een beschouwelijke uiteenzetting overgaan.
Hoofdstuk 19: Een nieuwe plaats. Prachtig gebouw op een heuvel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[27] En verder toen Hij zei: 'Wat jullie de Vader ook maar in Mijn naam zullen vragen, dat zal Hij jullie geven.' Hier heeft de Heer in de vraag geen uitzondering gemaakt, want Hij zegt: 'wat het ook moge zijn.'
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Toen mijn broeder jullie voorheen in zijn sfeer rondgeleid heeft, moest hij eveneens zijn schepping vasthouden, anders hadden jullie bitter weinig te zien gekregen. Voor de zuivere, volmaakte geest is dat gemakkelijk, omdat hij zijn wilskracht volkomen vanuit de Heer heeft. Jullie hebben je wil weliswaar ook uit de Heer, maar hij is nog niet standvastig en volmaakt genoeg om hem evenals de volmaakte geesten overal te kunnen fixeren. Daarom zeg ik jullie dit nu ook, opdat jullie mogen weten hoe men in de geest leeft en de schat van zijn geestkracht behoudt.
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Zolang jullie onder leiding van andere geesten enkel passieve toeschouwers van geestelijke omstandigheden waren, konden jullie weliswaar naar eigen believen van gedachten veranderen waarbij toch alles, zoals jullie gewoonlijk zeggen, bij het oude bleef. Maar nu zijn jullie actieve toeschouwers van geestelijke omstandigheden, dat wil zeggen jullie beschouwen niet de dingen die zich in mijn sfeer, dus op mijn grond bevinden, maar jullie beschouwen nu zelf als geesten de dingen van jullie eigen sfeer. Jullie waren vroeger te gast bij een andere broeder en jullie mochten je niet van hem verwijderen zolang jullie van zijn huis gebruik wilden maken; maar nu ben ik jullie gast en jullie zouden mij kunnen rondleiden waar jullie maar zouden willen.
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Zie je, mijn zoon, dat is ons allemaal goed bekend en het is juist. Maar het is ook juist dat de Heer onze God daar waar Hij uit Zijn goddelijke volheid het meest voor Zijn schepselen heeft gewerkt, ook de hoogste eisen aan hun handelen volgens Zijn ordening zal stellen. Nu weet je alles wat nodig is om binnen te gaan in het rijk van het kindschap Gods.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Zie je, mijn zoon, het komt er helemaal op aan of je God kunt liefhebben of niet. Kun je God in alle deemoed van je hart liefhebben, dan bevind je je in dit hart; kun je God echter niet liefhebben, dan ben je niet in het hart, maar in het gericht. Dan is het beter dat je hier zalig in een klein gericht blijft, dan dat je het kindschap Gods zou willen nastreven, om daardoor in het grote gericht terecht te komen waaruit, volgens de tekenen in de vlam, moeilijk ooit een uitweg te vinden zal zijn.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Mijn zoon, je hebt de grote waarheid in de vlam van de goddelijke ijver gelezen. Alles is waar, op één puntje na, want geen enkel teken kwam voor niets uit de laaiende vlam tevoorschijn. Maar één teken dat midden in de vlam boven de inwendige gloed verborgen lag, heb je niet gezien.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Daarom heb ik daar goed over nagedacht en zal ik helemaal van deze onderneming afzien. Wie het echter in mijn plaats wil wagen, zal ik niets in de weg leggen, maar ik zal hem meedelen wat ik in het vuur heb gelezen.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Kijk nu, de kandidaat zegt: Heer, almachtige in Uw liefde, genade en erbarming! Om geen andere reden dan slechts uit zuivere liefde wil ik naar U toe! Verlaat me daarom niet in tijden van zwakte en weest U alleen heel mijn kracht en mijn sterkte. In welke gestalte ik in de nieuwe wereld ook maar zal optreden, Uw liefde moge het enige, eeuwige, machtige voorbeeld voor mijn leven zijn, waarnaar ik met heel de mij door U verleende eigen levenskracht zal streven. Verhul voor mij helemaal wat ik hier was en wat ik hier had, zodat ik in mijn grote liefde tot U des te gemakkelijker alle nederigheid nastreef; maar laat in mij altijd de beweegreden opkomen, zodat ik steeds sterker mag worden in mijn liefde voor U! En aldus, o Heer, geef ik mij over aan Uw oneindige liefde, erbarming en genade!
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)