Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 971 van 1490

...  959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984  ...
[1] Pas toen Agla en Drohuit op deze wijze verzorgd waren, wendde Fungar-Hellan zich tot de opperpriesters en zei tegen hen:
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Op deze dodelijke uitnodiging zei een van de opperpriesters tegen Fungar-Hellan: 'Opperste vriend en broeder! Hoor mij aan! Zie, - zich laten verleiden door allerlei dreigementen en nog andere lokmiddelen en verkeerd daarnaar te handelen, is toch altijd nog menselijk; maar hardnekkig en eigenwillig in de dwalingen volharden, dat is van de hel!
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Na deze woorden wendde Fungar-Hellan zich tot Mahal en vroeg aan hem wat hij moest doen.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] De twee getuigen van deze maaltijd in de kooien raakten echter bewusteloos door het afschuwelijke tafereel en werden daarom naar buiten gebracht, waar zij met behulp van azijn weer bijkwamen.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Mahal zei: 'Laat onmiddellijk je schatten uit deze burcht weghalen en laat hem dan aan alle kanten in brand steken! Maar ik zeg je: binnen drie uur moet je klaar zijn met het leegruimen! Wat in die tijd van nu af gerekend niet uit de burcht wordt gehaald moet aan de vlammen worden prijsgegeven, - anders komt morgen het gericht van God over dit huis! En wat de vlammen na tien dagen niet zullen verteren, kun je dan weer gebruiken.
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En wat de beide kooibewoners betreft, laat hen nu in de burcht van de koning brengen! Daar moeten zij gedurende de hele brand hun werkelijk ruime kooien bewonen en zich daar oefenen in geduld en deemoed; en het oordeel dat over hen geveld zal worden, hangt af van de wijze waarop zij deze deemoedigings-proef voor het ware welzijn van hun ziel zullen benutten!
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Na deze woorden van Mahal beval Fungar-Hellan al zijn bedienden en de vele bedienden van alle weer op vrije voeten gestelde opperpriesters - zowel van het mannelijk als van het vrouwelijk geslacht, welke er samen meer dan tienduizend waren -, voorzichtig de burcht drie uur lang leeg te ruimen en dan de schatten naar de grote koningsburcht te dragen, en na drie uur deze priesterburcht in alle duizend hoeken en gaten in brand te steken.
Hoofdstuk 292: Op bevel van Mahal wordt de burcht ontruimd en in de as gelegd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Om het brandende paleis van de priesters werden meteen wachters opgesteld die niemand toelieten die misschien wilde blussen. Men stuurde de blussers er alleen maar op uit om op de naastliggende huizen van voorname en kleine burgers te letten, opdat die geen vlam zouden vatten ten gevolge van de grote brand van het paleis, dat weliswaar aan alle kanten volslagen vrij stond, maar bij deze geweldige brand toch een gloeiende vonkenregen over de belendende gebouwen verspreidde, die daardoor aan een groot gevaar waren blootgesteld.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Er ontstond daarom een regelrechte opstand onder de burgerij in de stad, die met alle geweld wilde weten wat deze brand te betekenen had.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Deze woorden van de generaal scoorden effect. De hele opstand was bezworen en gedurende de brand lieten zich zeer weinig toeschouwers meer zien.
Hoofdstuk 293: De verschillende meningen van het volk over de paleisbrand. De beteugeling van de dreigende volksopstand door de woorden van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daar Fungar-Hellan zich gedurende de tien dagen die de brand duurde meestal in de burcht van de koning ophield om van daaruit met de koning zijn zaken te beslechten en wel in hetzelfde vertrek als waarin zich de beide kooibewoners bevonden, gebeurde het dan ook meerdere malen dat met name Agla hem vroeg haar uit deze allersmadelijkste gevangenschap te bevrijden of haar dan toch te doden; want daar te smachten was te ondraaglijk.
Hoofdstuk 294: De plagende woorden van Fungar-Hellan tot Agla, die zich in de kooi bevindt en om vrijlating smeekt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En de generaal antwoordde haar altijd met zijn zachtste stem: 'Jij bent wel een wonderbaarlijk mooi vogeltje, - maar toch ook zeer slecht en boosaardig; omdat je zo wonderbaarlijk mooi bent, wil ik je niet doden. Maar omdat je zo slecht en boosaardig bent, wil ik je in deze kostbare kooi houden zoals men altijd mooie vogeltjes pleegt te houden, die ook vaak slecht en boosaardig zijn wanneer zij zich in vrijheid bevinden; zijn zij echter in de kooien, dan worden ze echt zachtaardig, tam en goed. Wie weet of deze mooie kooi niet ook hetzelfde bij jou teweeg zal brengen!
Hoofdstuk 294: De plagende woorden van Fungar-Hellan tot Agla, die zich in de kooi bevindt en om vrijlating smeekt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En niemand wist waar de roep vandaan kwam; en deze roep deed zelfs Mahal verbaasd opkijken, maar Fungar-Hellan nog meer.
Hoofdstuk 295: Het verzamelen van de gesmolten schatten op de plaats van de brand. Het bevel om het paleis weer op te bouwen. De waarschuwende mysterieuze roep van boven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Mahal zei: 'Vriend Fungar-Hellan! Deze roep kwam niet uit de mond van vele mensen, maar - geloof me! - dit zijn woorden uit de onzichtbare mond van God! En deze woorden betekenen zoveel als: God zal weldra een gericht over de wereld zenden dat zijns gelijke nog nooit heeft gehad zolang deze aarde door mensen is bewoond! - Om die reden zal de wederopbouw van je burcht wel weinig zin meer hebben!'
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En kunnen wij ten gevolge van verschillende omstandigheden deze wetten dikwijls onmogelijk houden, of maken wij met beelden voorstellingen van Hem en Zijn werkende krachten die we laten vereren door het volk dat van Hem, die Zich nooit laat zien, geen voorstelling kan vormen, dan is Hij er onmiddellijk en begint weer met Zijn oude dreigementen over een gericht dat Hij reeds tegen Kaïn heeft geuit! Vind je dat niet uiterst dwaas van een God?!
Hoofdstuk 296: Mahals opheldering over de wonderbaarlijke stem. Fungar-Hellans ergernis en aanklacht tegen God. Mahals verlegenheid om een antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984  ...