Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 971 van 1112

...  959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984  ...
[11] Kijk, nu zal hij spoedig deze plaats verlaten, nadat de engel die enkele uren van zijn verblijf hier voor zijn gevoel in miljoenen jaren had veranderd. Nog steeds staat onze man stokstijf op hetzelfde punt en kijkt enigszins schuchter om zich heen, om als het ware een weg uit te zoeken, waarop hij verder wil gaan. Nu valt hem in de verte, westwaarts, een punt op, waar zich daar iets schijnt te bewegen. Daardoor wordt hij zichtbaar nerveus en begint weer met zichzelf te redeneren:
Hoofdstuk 2: Bisschop Martinus' verveling en vereenzaming en zijn nadenken over iets wat afwisseling kan geven - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Nogmaals: 'Glück auf'! Ook al is het alleen maar een verandering, het kan in geen geval slechter zijn dan mijn huidige toestand. Want wie miljoenen jaren op één plek staat, die zal zich daar toch een beetje op kunnen beroemen? Dus, in Gods naam!'
Hoofdstuk 2: Bisschop Martinus' verveling en vereenzaming en zijn nadenken over iets wat afwisseling kan geven - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Zie, onze man keert zich nu vlug om en ziet werkelijk zijn lichaam nog in de domkerk op het opgestelde praalbed liggen, omringd door een ontelbaar aantal kaarsen en een grote menigte nieuwsgierige mensen daaromheen.
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Zie je niet dat ik nog in je bisschopsgewaad voortga? Jullie hebben immers een mening die luidt: De duivel kan zich wel vertonen als een engel des lichts, maar de door de Heilige Geest vervulde gestalte van een bisschop kan hij onmogelijk nabootsen. Als jij die mening niet zelf wilt verwerpen, hoe kun je mij dan voor een duivel houden? (De bisschop zakt bijna door de knieën, maakt een groot kruisteken en zegt:'God sta ons bij!')
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Bij ons zegt men: 'Laat de mens er zich vooral voor hoeden in de geest van de religie door te dringen; hij hoeft niets te weten, alleen alles blind en vast te geloven. Het is voor de mens heilzamer als een domkop in de hemel te komen, dan als een verlichte in de hel. Men vreze God vanwege de hel en moet Hem liefhebben vanwege de hemel!' Wanneer echter dit de basis van onze leer is, hoe kun jij van mij dan een logisch denken en handelen verwachten?'
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] DE ENGEL zegt: 'Helaas is mij maar al te bekend, hoe het met de leer van Babel staat en hoe zij lijnrecht tegen het evangelie ingaat, daar er uitdrukkelijk staat: 'Verdoem niet, opdat u niet verdoemd wordt; en veroordeel niet, opdat jullie niet veroordeeld worden!' Maar jullie veroordelen en verdoemen altijd iedereen, die zich niet aan jullie scepter van Babel onderwerpt!
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Hier is een boek, waarin hun namen opgetekend staan; neem het en roep ze daaruit allen bij hun naam! Wanneer zij in jouw roep de stem van de echte herder zullen herkennen, zullen zij snel naar je toe komen. Herkennen zij echter in jouw stem een huurling, dan zullen zij zich verspreiden en van je weg vluchten. Als zo iets gebeurt, mor dan niet, maar erken dat je een huurling bent; er zal dan een andere herder naar je toekomen die jou zal leren, hoe je schapen en lammeren moet weiden en roepen!
Hoofdstuk 5: In het huis van de engel Petrus - Een verklarend woord van de engel over Luther - Martinus' aanstelling als schaapherder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Toen onze man welgemoed naar buiten kwam als iemand die na een lange leerperiode voor de eerste maal een betaalde functie krijgt, ging hij zitten op een met mos bedekte steen en keek om zich heen, waar de schapen en lammeren waren. Hij ontdekte echter nu niets meer van deze nuttige huisdieren, maar wel een groot aantal aanvallige, mooie meisjes, die op een uitgestrekt grasveld monter rondhuppelden om bloemen te plukken en daarvan de mooiste kransen vlochten.
Hoofdstuk 6: Bisschop Martinus' aangename, maar gevaarlijke verrassing in zijn nieuwe werkkring - De kudde schapen - een menigte mooie meisjes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik moet ze weliswaar bij hun naam roepen uit het boek, maar dat laat ik mooi achterwege; want dan zullen zij zeer zeker wegrennen en zich nooit meer laten zien! Daarom rustig aan, mijn dikke boekje met namen; voor deze kudde zul je mooi gesloten blijven!
Hoofdstuk 6: Bisschop Martinus' aangename, maar gevaarlijke verrassing in zijn nieuwe werkkring - De kudde schapen - een menigte mooie meisjes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Onze man gaat in zijn boerenkleding met het tamelijk dikke boek onder zijn arm naar buiten, waar de hem aangewezen kudde zich bevindt die er op afstand in de geestenwereld naar het scheen uitzag als een kudde echte schapen en lammeren. In de geestelijke nabijheid bestonden zij echter uit louter vrome zachtmoedige mensen, voor het grootste gedeelte vrouwelijke zielen die op de wereld uiterst vroom geleefd hadden, maar aan de roomse geestelijkheid veel grotere waarde hechtten dan aan Mij, de Heer, daar zij Mij niet kenden en nog steeds niet kennen, waardoor zij er nu, op enige geestelijke afstand, nog als dieren van zachtmoedige aard uitzien.
Hoofdstuk 6: Bisschop Martinus' aangename, maar gevaarlijke verrassing in zijn nieuwe werkkring - De kudde schapen - een menigte mooie meisjes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Het meisje ziet de grote verliefdheid van onze man, buigt zich voorover en geeft hem een kus op het voorhoofd.
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Tot nu toe had onze man zich aardig goed gehouden, maar nu was het met hem gedaan. Hij werd door en door opgewonden, omarmde het meisje heftig en stootte tenslotte een eindeloze stroom van liefdesbetuigingen uit.
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Mocht de kudde zich daar niets van aantrekken, sla dan het boek open en lees de namen die daarin staan op, dan zal de kudde zich of plotseling verspreiden of, als zij uit jou een toon vernemen die uit de kracht van de Heer komt, dan zullen zij jou volgen. Leid ze dan naar gindse berg in het zuiden, waar ik je dan weer tegemoet zal komen.
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Maar nog altijd verschuilen zij zich ergens. Het is toch al geruime tijd geleden, dat mijn gids mij verliet en nog steeds is er nergens een ziel te bekennen. Wat heeft dat te betekenen? Heeft soms die mooie gids van mij dit zo fraai voor mij geregeld voor alle eeuwigheid? Daar heeft het veel van weg. Het komt mij al weer voor alsof er enkele tientallen jaren zijn verstreken sinds hij mij verliet, zullen dit soms weer miljoenen jaren worden?
Hoofdstuk 8: Bisschop Martinus' kritische monoloog en de belijdenis van zijn zonden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Of is het toch niet goed geweest, dat ik meteen vanaf het begin al niet van plan was zijn raad echt op te volgen? Als hij echter een goede gids is, dan had hij mij meteen terecht moeten wijzen, in plaats van zich zomaar uit de voeten te maken. Heeft hij dan niet zelf gezegd dat, wanneer ik nog eenmaal dezelfde fout zou maken, daar zo'n schade van zou ondervinden, dat ik daar werkelijk honderden jaren naar aardse tijd aan te knagen zou hebben? Ben ik dan werkelijk al gevallen? Met mijn gedachten en verlangens zeer zeker, maar metterdaad niet, daar die engeltjes helemaal niet teruggekomen zijn.
Hoofdstuk 8: Bisschop Martinus' kritische monoloog en de belijdenis van zijn zonden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984  ...