17481 resultaten - Pagina 975 van 1166
... 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 ...
[14] De Heer zegt: Mijn liefste zoon, wie op jouw manier groot wil worden, is bij Mij werkelijk groot. Daarom zeg ik nu dan ook tegen jou: je zult in dit huis geen bediende en geen knecht voor Mij zijn, want dit huis heb Ik voor jou als jouw eeuwig, heerlijk eigendom opgericht. Ga daarom, met je vrouw en je broeder, aan Mijn zijde naar binnen. Ik zal je hier installeren en jou de heerschappij over dit gehele huis verlenen. Het personeel van dit huis heb je reeds gezien. Het bestaat uit die zalige geesten die ons bij de eerste binnenkomst in Mijn rijk in talloze heerscharen tegemoet kwamen. Ga dus met Mij naar binnen en Ik zal jou in jouw huis je volledige, eeuwige bestemming onthullen.Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] De Heer zegt: heb je dan niet gehoord dat in Mijn rijk degene die de kleinste en laatste wil zijn, de grootste is? Als jij dus zo heel klein en ver weg wilt zijn, dan blijft Mij niets anders over dan jou hier zo groot mogelijk te maken.
Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De Heer zegt: maar Mijn lieve zoon, het was toch jouw grootste wens om bij Mij te zijn. Wanneer Ik nu hier woon, hoe kun je dan terugschrikken voor Mijn woning? Je hebt er toch zelf om gevraagd; je zei: o Heer, waar U bent, daar is het overal goed toeven. Wanneer Ik echter hier voor eeuwig bij voorkeur regelmatig thuis ben, zou het hier dan niet goed toeven zijn? Denk er dus over na en spreek!
Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] In het vorige hemelgebied zou ik nog wel de wens hebben durven uitspreken eventueel de allerminste huisknecht van een of andere zalige broeder te zijn; maar hier waar mij alles zo oneindig heilig voorkomt, waar ik nauwelijks durf te ademen of mijn alleronwaardigste voet op de grond van deze allerheiligste stad durf te zetten, een stad die een heel wat sterkere lichtglans uitstraalt dan het licht van alle zonnen bij elkaar en waar de te oneindige majesteit van deze heilige woningen met haar bewoners mijn nietigheid totaal verteert, blijft mij, o Heer, niets meer te wensen over! Als ik U echter toch om iets mag vragen, dan zou het zijn, of U mij niet ergens buiten naar zo'n heel eenvoudig landhuisje zou willen verplaatsen, want voor deze oneindige zaligheid ben ik toch echt te onwaardig!
Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[30] De Heer zegt: welnu, dan zal Ik het je zeggen: dat zijn Mijn broeders. De beide eersten zijn de jou zeker wel bekende Petrus en Paulus; achter Petrus lopend zie je Mijn lieve Johannes; achter Johannes zie je Mattheüs en Lucas. Marcus echter volgt ons en hij was degene die jullie, door Mij gestuurd, het eerst opzocht. En achteraan volgen de andere apostelen. - Nu verder niets meer, maar zoals gezegd, Mijn lieve zoon, pas in de stad zal de onthulling volgen!
Hoofdstuk 5: Het wezen van de liefde. Liefde voor de naaste uit liefde voor God en liefde voor God uit liefde voor de naaste - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[27] Maar let nu ook eens op onze prior, die zich van louter zalige verrukking geen raad meer weet en de Heer zojuist vraagt wat dat toch allemaal te betekenen heeft. Maar de Heer zegt tegen hem: Mijn geliefde zoon, heb nog een klein beetje geduld en ervaar de zaligheid van de eerste graad; ter plaatse zal je alles duidelijk worden. We willen eerst de stad bereiken en pas in de stad zelf de andere zaken regelen.
Hoofdstuk 5: Het wezen van de liefde. Liefde voor de naaste uit liefde voor God en liefde voor God uit liefde voor de naaste - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie denken er weliswaar over na hoe zoiets mogelijk is, maar ik zeg jullie: niets is zo goed mogelijk en niets is geestelijk meer volgens de orde dan juist de muziek van het woord. Waarom dan? Wanneer jullie je gearticuleerde woord hier vooropstellen, dat op zich slechts de buitenste schors is van het eigenlijke ware woord dat zich helemaal binnenin het uiterlijke woord bevindt, dan zal het met de muzikale voorstelling van het woord wel wat moeilijk worden. Maar wanneer jullie teruggaan naar de eigenlijke kern van het woord, dan zullen jullie de zaak heel natuurlijk en overeenkomstig de ordening vinden.
Hoofdstuk 5: Het wezen van de liefde. Liefde voor de naaste uit liefde voor God en liefde voor God uit liefde voor de naaste - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Maar kijk nu, we bevinden ons reeds voor een heel machtig groot en buitengewoon glanzend paleis. Voor de majestueuze poort waaruit alweer nieuwe heerlijke lofzangen ons tegemoetkomen, blijft de Heer staan en zegt tegen de prior: wel Mijn zeer geliefde zoon, hier zijn we thuis in onze onveranderlijke, eeuwige woning. Hoe bevalt het je hier? Zeg Mij eens of jij echt een groot verlangen zou hebben om hier te blijven. Verzonken in duizendvoudige deemoed zegt de prior: o Heer, enige eeuwige Koning van majesteit en glorie, heilige, allerheiligste God, almachtige schepper van alle hemelen en alle werelden! Toen ik door U in de eerdere hemel werd binnengeleid, bleef er in mijn hart nog zoveel plaats over dat ik nog in staat was om een of andere wens te uiten; maar hier, waar Uw oneindige heerlijkheid zich in zo'n nooit vermoede eindeloze overvloed ten toon spreidt, waar het is alsof ik talloze scheppingen voor mijn ogen zie opkomen en ondergaan en waar ik Uw eindeloos uitgestrekte vlakten en wegen vol van het allerverhevenste licht aanschouw, hier, o Heer, is mijn hart niet meer in staat om voor U te spreken, want U bent te groot, te heerlijk en te heilig, en ten opzichte van U ben ik een eindeloos niets.
Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] De Heer zegt: ja Mijn lieve zoon, dat begrijp Ik wel, maar kijk, dit zalige gevoel dat je nu hebt, is slechts het eerste vleugje van de eigenlijke ware zaligheid. Zou je hier slechts in alle rust en werkeloos van dit alles genieten, dan zou je op den duur door al deze bekoorlijkheden toch oververzadigd raken en het vele waaraan je nu vreugde beleeft, zou je dan niet meer bekoren. Daarom heb Ik voor de steeds toenemende zaligheid reeds van eeuwigheden her voorzorgen genomen opdat elk van Mijn kinderen hier voortdurend een passende bezigheid en een goed werkterrein krijgt; daarom kan er ook geen sprake zijn van een voortdurend verblijf in zo'n huisje.
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Kijk, Ik ben alleen op de materiële hemellichamen wat spaarzaam en daar houd Ik Mijn waarachtige aanhangers en volgelingen zo kort mogelijk. Omdat de mens de wegen des levens werkzaam moet bestuderen om zich aldus op deze wegen het eeuwige leven eigen te maken, hoort daar geen gevulde maag bij. Want jullie hebben voor je studies toch het oude gezegde: 'Een volle maag studeert niet graag' ofwel 'Plenus venter non studet libenter!'
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Daarom zullen we ook dit huisje voor een tijdje verlaten en ons naar Mijn stad begeven. Daar zul je pas jouw eigendom en de daarmee verbonden waarachtige eeuwige bestemming leren kennen. Laten we dan nu weer opstaan en onze reis vervolgen. De op ons wachtende scharen van geesten zijn geenszins eenvoudigweg de volledige samenstelling van de bewoners van deze eeuwige hoogste morgenhemel, maar zij behoren slechts tot jouw toekomstige werkterrein. Niet hier, maar in Mijn stad en daar in jouw eigen woonhuis zul je nadere bijzonderheden vernemen. Kijk, de prior gaat bijna door de grond bij deze oneindig diepzinnige woorden van de Heer. Maar de Heer sterkt hem en wenkt de drie Hem te volgen. Daarom volgen ook wij deze verheven groep.
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De prior zegt: o, mijn innig geliefde Jezus, ik ben voor deze belofte van U nog veel te onnozel en te dom. Ik ben hier in dit huisje immers zo oneindig tevreden en zo onuitsprekelijk gelukkig dat ik er nog geen zonnestofje bij zou kunnen wensen. Daarom sta ik ook al deze door U genoemde eindeloze landgoederen van ganser harte af aan een ander die hier veel meer waarde aan hecht dan ik. Als ik slechts de verzekering heb dat U hier voortdurend thuis bent, dan heb ik voor de hele eeuwigheid niets anders meer nodig. In het bewustzijn van een eeuwig leven in Uw aanwezigheid en de wonderbaarlijkste, zalige aanschouwing van de werken van Uw almacht, verder met dit door U aan mij geschonken vrouwtje en deze mij sympathieke en liefdevolle broeder, en daarbij zo af en toe een stukje brood en een slokje van dat water, ben ik al voor de hele eeuwigheid onuitsprekelijk gelukkig verzorgd!
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kijk, juist daarom ben Ik ook om hoogst wijze redenen op de hemellichamen wat zuinig, maar daarentegen ben Ik hier de oneindige vrijgevigheid zelf en moet alles eeuwig rijkelijk en overvloedig voorhanden zijn. Op de hemellichamen zie Ik niet graag dat iemand zegt: deze steen is van mij. Maar hier zal Ik jullie hele zonnengebieden, zoals jullie gewoonlijk zeggen, in de schoot werpen. Ik heb immers dergelijke schatten in overvloed. Het hele universum is vol van de grootste wonderwerken van Mijn liefde, wijsheid en almacht. Waarom zou Ik dan zuinig zijn? Als op aarde een plekje van duizend vierkante klafter (Een klafter is 1,90 meter) duizend daalder kost, dan geef Ik hier voor één daalder duizend zonnen met al hun planeten weg. Ik denk dat deze ruil toch wel enige betekenis heeft.
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] De Heer zegt: o Mijn geliefde zoon, maak je daarover maar niet ongerust. Deze spijs en deze drank zullen hier eeuwig nooit opraken en je kunt ze altijd in zo'n overvloed krijgen, dat je je eeuwig nooit over een of ander tekort hoeft te beklagen, want hier in Mijn rijk bevinden zich eeuwig onuitputtelijke bronnen, stromen, rivieren en meren in eindeloze hoeveelheden. Daarom hoeft men ook helemaal niet bang te zijn dat iemand daar niet voldoende van zal hebben.
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Van dit brood stamt elk brood af, omdat dit brood een waarachtig levend brood is, evenals Mijn liefde die zich hier als eeuwige, levende verzadiging aan al Mijn kinderen aanbiedt. En het water is evenals het brood het grondbeginsel van alle dingen, want het is het licht van de liefde en is bijgevolg voor al Mijn kinderen het eeuwig meegenieten van Mijn wijsheid; dat wil zeggen dat al Mijn kinderen, die hier bij Mij zijn, zich in de diepte van Mijn wijsheid en dus ook in al Mijn macht en kracht bevinden!
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)