Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 975 van 1110

...  963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988  ...
[12] Overigens staat er in de gehele schrift geen syllabe over de eeuwige verwerping van een geest, maar wordt er slechts gesproken over een eeuwige verdoemenis van de 'chaos' ten opzichte van Mijn eeuwige 'orde', die nodig is omdat er anders niets zou kunnen bestaan. De zonde als tegen-orde is waarlijk eeuwig verdoemd, maar de zondaar slechts zolang hij zich in zonde bevindt! Dus bestaat er ook wel degelijk een eeuwige hel, maar geen geest, die vanwege zijn zonden voor eeuwig naar de hel verdoemd zou zijn, maar slechts voor zolang totdat hij zich betert! Ik heb wel tot de farizeeƫrs gezegd: 'Daarom zullen jullie des te langer verdoemd zijn!', maar nooit: 'Daarom zullen jullie voor eeuwig worden verdoemd!' Begrijp je nu de schriftteksten die jou zo gevaarlijk voorkomen?'
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Jozef zegt: 'Daar heb je volkomen gelijk in, want voor hen zijn doop en zalving totaal vergeefs en daarom valt er nauwelijks iets te verbeteren. Maar het wordt mij lichter te moede als ik mij van mijn ergernis bevrijd door hen hier in het bijzijn van de Heer aan hun belangrijkste misstappen te herinneren. Ook voor hen zal uitkomen wat de Heer op aarde aan zulke slechteriken heeft beloofd: 'Vanaf de daken zal luid verkondigd worden wat jullie in het geheim aan kwaad hebben gedaan!' Zij houden nu een spookachtige hoogmis. Totdat zij daarmee klaar zijn, kan ik me nog van een heleboel ergernissen ontdoen.'
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik wil en mag niet over jullie oordelen; moge de Heer jullie behandelen naar je schandalige verdiensten! Zou ik over jullie moeten rechtspreken, werkelijk, ik zeg het hier hardop voor het aangezicht van God: ik zou jullie een tuchtiging opleggen die de gehele oneindigheid zou verbazen! O Heer, bij Uw almachtige Naam, U kent mij, ik heb altijd alle geduld en begrip voor de zwakheden van de aan mij onderschikte broeders opgebracht, maar ik huiver voor dit gebroed uit de hel en al mijn geduld en begrip is ten einde!
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Jozef zegt: 'Ja, nu is het me duidelijk en weet ik precies wat ik van het pausdom moet denken!' De nuntius zegt: 'Wel, wat denkt u dan van de paus?' Jozef zegt: 'Niets anders dan dat hij de volmaakte antichrist is en dat jullie allen zijn trouwste helpers zijn, want als jullie ware christenen zouden zijn, zouden jullie Christus de Heer, die hier naast mij staat, zeker meteen hebben herkend. Maar daar jullie volslagen antichristenen zijn, verdoemen jullie ons samen met Christus de hel in, terwijl jullie je zelf daarin reeds lang met huid en haar bevinden.
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Wat zouden we dan intussen moeten doen, voordat zulke missen gelezen kunnen worden, hier blijven soms?' Allen roepen weer: 'Domme duivel, als jullie daar blijven, hoe kunnen wij jullie dan uit de hel verlossen? Als jullie van de hel verlost willen worden, moeten jullie er eerst in zijn! Betaal dus eerst de honderdduizend krachtigste pausmissen en ga dan vlug de hel in, anders kunnen jullie niet verlost worden!'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] O jullie ellendige schurken! Jullie Christus, die jullie eren en begeren, heet goud en zilver, maar van de ware Christus, die voor alle mensen bloedend aan.het kruis Zijn goddelijke armen heeft uitgestrekt, al Zijn vijanden vergaf en de eeuwige Vader in Zichzelf om vergeving voor hen vroeg, hebben jullie een afkeer gekregen. En wel dusdanig, dat jullie, die zichzelf brutaalweg Zijn dienaren noemen, eenieder die Hem en niet jullie aanhangt zonder pardon vermoorden en tenslotte ook nog naar de onderste hel verdoemen! O jullie slangen- en addergebroed, welke duivel heeft jullie wel verwekt? Waarlijk, zou de Heer niet zo eindeloos veel geduld, zachtmoedigheid en liefde hebben, welke hel zou dan gruwelijk genoeg zijn om jullie op te nemen!
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Wel, nu weet ik tenminste duidelijk hoe het met jullie gesteld is. Ik zou alleen nog willen weten waarom nu juist die drie pausmissen zo'n enorme kracht bezitten? Men moet toch geloven dat, wat de waardigheid en de waarde van een misoffer betreft, de ene mis even goed is als de andere.' De eerder genoemde balkende priester zegt nu: 'Dat zit zo: bij het mislezen door de andere geestelijken offert zich alleen de God-Zoon op voor Zijn hemelse God-Vader ten behoeve van de arme zielen in het vagevuur en boetvaardige zondaars op aarde. Bij de pausmis echter treedt de gehele allerheiligste Drievuldigheid in de hostie! En daarin ligt de enorme kracht van een pausmis, waarbij alleen de aartsengelen als misdienaars mogen dienen wanneer zij door de allerzaligste maagd Maria voor deze taak worden uitverkoren! Zo is het! Heeft mijnheer de keizer me begrepen?'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Daarop roepen allen: 'Geen sprake van, jullie vervloekten! In de onderste hel met jullie, waar de diamant van pure hitte smelt. Bij ons is er geen erbarmen voor duivels. We zullen jullie wel leren wat het betekent om de heilige roomse alleenzaligmakende kerk uit te lachen! Daarom, erin met jullie allemaal!' Jozef zegt: 'Maar als we tienduizend allerkrachtigste zogenaamde honderd-dukatenmissen zouden betalen, is er dan ook geen mogelijkheid om van de hel bevrijd te worden?' Allen roepen: 'Dat is veel te weinig om van de hel bevrijd te worden! Als jullie tien keer zoveel pausmissen laten lezen, valt er misschien nog iets te regelen, want wij weten wat het betekent om een duivel uit de hel te verlossen!'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Laat bij het volk duidelijk het inzicht ontstaan, dat er na de dood geen leven meer is, en dan zullen jullie het meteen tot alle denkbare ontaardingen zien overgaan! De priesterstand neemt dat allemaal op zijn schouders. Zij alleen zien de eeuwige vernietiging moedig onder ogen, omdat zij alleen duidelijk het voordeel van het niet-bestaan ten opzichte van het bestaan inzien. Zodoende is het dan ook de grootste ondank tegenover deze grote weldoeners der mensheid als zij voor het volk als bedriegers worden aangeklaagd. Zij zijn het wel, maar niet ten nadele, maar tot welzijn der volkeren!
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Geliefde vrienden, jullie, die op aarde veelal naar Mijn hart geleefd en gehandeld hebben! Het verheugt Mij buitengewoon dat jullie je deze doden herinneren en Ik zal de wens van jullie harten meteen vervullen. Maar dit zeg Ik vooraf: in deze tuin zullen we een heel magere oogst binnenhalen, want niets is moeilijker uit een ziel te verwijderen zonder haar te schaden of haar helemaal te vernietigen, dan de zogenaamde theologische hoogmoed.
Hoofdstuk 67: Voor de Stefanusdom. Goede smeekbede van de verloste vorsten. Moeilijke genezing van geestelijke hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Paulus zegt: 'Ik heb ingezien dat jullie nog voor een lange tijd ongeneeslijk zijn! Daarom zullen we jullie ook zo laten als we jullie hebben aangetroffen. Ik ben weliswaar Paulus, de bekende apostel van de Heer; de twee achter mij zijn Petrus en Johannes en tussen hen in staat Christus, de Heer Zelf, die jullie wilde helpen, maar jullie zijn daarvoor nog veel te blind. Alleen het gat van de diepste duisternis, waar gehuil en tandengeknars is, zal jullie genezen! Over enkele honderden aardjaren zullen we elkaar weerzien!'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Paulus zegt: 'Wie heeft jullie dat recht dan gegeven?' De monnik zegt: 'Wel, dat is me ook weer een mooie vraag! Wie zou dat hebben gegeven? De paus als plaatsbekleder van Christus op aarde en hij kreeg het recht van God! Dat moet u toch wel weten als u geen aartsketter bent!'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Paulus zegt: 'Nou goed, we begrijpen elkaar wel, maar zeg me alleen nog of jullie wel weten dat jullie je niet meer op aarde maar in de geestenwereld bevinden?' De monniken zeggen lachend: 'Het lijkt ons toe, edele heer, dat u nu begint te malen! Als we in de geestenwereld zouden zijn, dan zouden we of in de hemel, of in het vagevuur, of zelfs in de hel zijn! Maar de edele heer ziet toch wel dat we nu in een kerk zijn, en daar is geen geestenwereld!'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Paulus zegt enigszins schertsend: 'Ah, dat is natuurlijk iets heel anders; natuurlijk, aan die heilige missen had ik helemaal niet gedacht! Ja, die zullen wel voor alles en nog wat goed zijn. Hebben jullie beiden al veel heilige missen gelezen en meer betaalde of meer onbetaalde?'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Door deze woorden tot nadenken gestemd, wendt Karel zich na een poosje tot Mij en zegt: 'Volgens de verklaring van deze Paulus zou jij dus werkelijk Christus de Heer zijn. Degene die eens in Jeruzalem werd gekruisigd door de slechte joden, die mij daarom zo verschrikkelijk tegenstaan, dat het me nu nog spijt dit gebroed, tenminste in mijn rijk, niet te hebben uitgeroeid!' Ik zeg: 'Ja, die ben Ik! Heb je daar echter iets tegen in te brengen, zeg dan wat er nog aan Mij ontbreekt om voor jou, grote heer, waardig als Christus te kunnen optreden!'
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988  ...