Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 976 van 1110

...  964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989  ...
[9] Een handeling mag op zich genomen nog zo rechtmatig zijn, toch is ze voor de handelende persoon slecht als hij haar verricht ten behoeve van zijn eigen eer. Want de Heer zegt: 'Als jullie alles hebben gedaan, beken dan: wij zijn onnutte en luie knechten geweest!' Als jij zegt: 'Ik was een regent', dan handel je reeds tegen God en geef je jezelf een slecht getuigenis. Zeg je echter: 'Ik was enkel een slecht werktuig in Gods hand en de Heer was de regent door middel van mijn wil', dan ben je gerechtvaardigd voor God.
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Jullie kunnen daaruit gemakkelijk opmaken hoe moeilijk het is om geesten die zichzelf niet alleen voor goden, maar voor je reinste heersers over God houden, tot de juiste deemoed terug te brengen. Juist veel van zulke zielen huizen daar beneden. Het zal daarom echt moeilijk worden om bij hen iets uit te richten. Misschien kunnen er een paar wat zachtmoediger zijn, maar bij de anderen... daar zullen jullie het toppunt van hardnekkigheid zien! Maar ergeren mogen jullie je niet en ook niet bang worden, want ze zullen ook tekenen doen door fixaties van hun fantasie. Jullie moeten dat allemaal voor bedrog houden, dat totaal niets betekent en geen realiteit bezit. Nu jullie dat weten, zullen we ons rustig naar beneden begeven. Zo zij het!'
Hoofdstuk 67: Voor de Stefanusdom. Goede smeekbede van de verloste vorsten. Moeilijke genezing van geestelijke hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Daarop zegt Paulus: 'En daar zijn jullie zeker echt blij om?' De beide monniken zeggen: 'O ja, zeker! Ook al konden we hen helpen, dan zouden we het nog niet doen, want hardvochtige slechteriken moeten maar voor eeuwig branden! Wij willen nog geen onzevader voor hen bidden.' Paulus zegt: 'Jullie zijn niet erg barmhartig, naar ik zie! Hoe zou het dan zijn als jullie in de vierhonderd mijlen diepe hel onder de aarde zouden zitten? Zouden jullie het prettig vinden als iemand zo onbarmhartig met jullie zou omgaan? Zouden jullie jezelf graag voor eeuwig zien koken en braden?' De ene zegt: 'Pardon weledele heer, dat is een domme vraag. Hoe kan men vragen naar iets wat niet gebeuren kan? Een monnik komt niet zo gemakkelijk in de hel als iemand anders, want die wordt al beschermd door de vele heilige missen die hij voor de arme zielen heeft gelezen. Begrepen, edele heer?'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] De hardnekkige zegt: 'Zeer zeker, maar jouw informatie is niet waarheidsgetrouw en daarom kan ik me niet op jou verlaten. Je zei dat ik al bijna tweehonderd jaar naar aardse berekening hier in de geestenwereld vertoef. Kijk, dat is volkomen gelogen, want ik ben pas amper 110 jaar hier; er ontbreken er dus nog 90 volgens jouw informatie. Moeten geesten van jouw soort dan niet in staat zijn om precies aan te geven hoe lang een geest hier al woont? Red je nu uit de puree als je kunt; dan kun je wat mij betreft wel blijven!'
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Daaruit blijkt weer, dat de Heer volgens Zijn innerlijke wijsheid doet wat Hij wil. Wie zich het veiligst waant, is vaak door duizend gevaren omringd, maar de vreesachtige beschermt de Heer niet zelden dermate, dat hem ook dan niets zou overkomen als de hele aarde aan stukken zou worden gescheurd. Zo doet de Heer wat Hij wil en heeft nooit de raad van een mens nodig. Daarom is het dan ook een onvergeeflijke dwaasheid de genadegaven uit Zijn eigen hand niet aan te nemen als Hij ze iemand vrijwillig aanreikt.
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu staat de poort voor jullie allen open. Grijp en benut daarom deze mogelijkheid voordat ze weer wordt gesloten! Denk je dan dat de Heer dag in dag uit lichamelijk uit Zijn allerhoogste hemelen afdaalt naar de aarde en Zijn schepselen onderricht, geneest en begenadigt en hen tot Zijn kinderen maakt? O zie, dat doet de Heer niet en Hij alleen weet waarom Hij zoiets wel of niet doet. Hij is weliswaar steeds de liefde en erbarming Zelf, maar Zijn bijzondere genade geeft Hij niet altijd in dezelfde vorm en niet aan iedereen op dezelfde wijze!
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] De vorst Rudolf zegt: 'Waarom zijn jullie dan met ons meegegaan toen we dit gezelschap tegemoet gingen?' Enkele belangrijke vorsten zeggen: 'Dat deden we alleen vanwege de parade en ook een beetje uit vrees voor de profetie van de vurige ruiter. Maar omdat we nu inzien dat de hele zaak niets voorstelt, blijven we hier in ons hoogadellijk paleis! Begrepen? Wij blijven hier!'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Hierop wendt de vorst zich tot de gezamenlijke bewoners van de familiegraftombe en zegt: 'Jullie hebben allemaal gehoord wat deze vriend hier heeft gezegd. Ik ben van mening, omdat we hier in onze situatie weinig te winnen en nog minder te verliezen hebben, dat we het aanbod goedgelovig moeten aannemen. Overleg dus samen en deel mij jullie wil en besluit mee. Wij zullen dan ofwel deze plek voorgoed verlaten, ofwel, wat heel triest zou zijn, God weet hoelang nog op deze werkelijk onaangename plaats blijven.
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Dat verlang Ik ook helemaal niet, omdat het meer dan genoeg is als jullie Christus als God en Heer van alle werelden en alle hemelen erkennen. Maar jullie moeten je er onderling over beraden en vaststellen of allen Christus als God, Heer en Vader in hun hart erkennen en of allen hier in deze grafkelder ons willen volgen omwille van Christus de Heer! Alle anderen die jullie hier zien, zijn ons om die reden gevolgd en zullen daarom hun heil vinden. Doe hetzelfde en jullie zullen daardoor ook jullie heil vinden!'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Elk wonder is voor de beschouwende ziel een oordeel, waarvan ze alleen door de grootst mogelijke zelfverloochening weer kan worden bevrijd. Nu kan deze echter alleen daaruit bestaan, dat van de ziel alles wordt weggenomen wat ook maar de geringste zweem van enige dwang heeft. Dit wegnemen is juist datgene wat jullie sterven, of de dood van het lichaam of van de materie noemen.
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Maar Hij heeft nu besloten voor allen genade voor recht te laten gelden, omdat Hij geen vreugde schept in het verdriet van zondaars. Hij beschouwt jullie als ernstig zieken. Hij wil jullie helpen en kwam daarom Zelf als Heiland naar jullie toe. Wat houdt jullie blinden dan tegen, dat jullie aan Zijn oproep geen gehoor willen geven? Wat hebben jullie hier? Niets anders dan wat jullie heerszuchtige verbeelding je verschaft! Desondanks willen jullie het voorbeeld van je werkelijk hoogstaande broeders niet volgen, die - wel wetend dat voor God alle aardse grootheid totaal niets is - zich meteen bij de Heer hebben aangesloten, alhoewel zij Hem nog niet helemaal herkennen.
Hoofdstuk 62: Paulus' opwekkingstoespraak tot de vorsten. De apostel toont de wandaden tijdens hun regeren aan en belooft de genade van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Paulus slaat daar echter geen acht op en gaat verder met zijn toespraak: 'Er staat geschreven: 'Zij, aan wie weinig is toevertrouwd, hebben ook over weinig rekenschap af te leggen, maar degenen aan wie veel is toevertrouwd, zullen over heel veel rekenschap hebben af te leggen.' Jullie behoren echter allemaal tot diegenen aan wie God de Heer heel veel heeft toevertrouwd. Daarvoor hebben jullie nu ook een bijzonder grote rekenschap aan God de Heer af te leggen! Ik, Paulus, zeg jullie, die nog vol oude vastgeroeste hoogadellijke onbuigzaamheid zijn, dat voor jullie allen nu de eigenlijk jongste dag is aangebroken, waarop men van jullie de strengste rekenschap zal vragen als jullie niet afzien van je onbuigzaamheid. Want God Jezus, onze Heer en Vader - hoewel de grootste liefde, zachtmoedigheid en geduld Zelve - laat niet met zich spotten daar Hij altijd alleen het beste wil voor Zijn kinderen. Deze Jezus, die ons allen door Zijn kruisdood aan de macht van de satan heeft onttrokken, staat hier voor jullie, weliswaar nog zo geduldig als een lam, maar Zijn zachtmoedigheid en geduld zijn niet zonder grenzen. Wee jullie, als Hij eens recht zal beginnen te spreken over jullie! Niet één op de duizend vragen zullen jullie Hem kunnen beantwoorden, want jullie zijn voor Hem allemaal grote zondaars.
Hoofdstuk 62: Paulus' opwekkingstoespraak tot de vorsten. De apostel toont de wandaden tijdens hun regeren aan en belooft de genade van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Wat Ik nu tegen jou heb gezegd, geldt voor allen die op aarde de kroon hebben gedragen over Mijn volkeren. Wie van jullie zich hierin wil schikken, moge dat vlug doen en Mij volgen, maar wie niet wil, laat die blijven! Helaas zijn er hier sommigen die zich nog lang niet willen schikken. Daarom wil Ik nog eenmaal voordat we deze plaats verlaten door Mijn werktuig Paulus een opwekkende stem over deze slaap der blinden laten klinken. Hun wil is vrij, evenals hun geest, daarom mag Ikzelf niet beslissen en zeggen: 'deze hier en zoveel!', want Ik wil hier niet beschikken, maar slechts geduldig afwachten en mild zijn vol erbarmen. Aan degenen die Ik veel te dragen gaf, moet Ik ook een grote toegevendheid bewijzen, omdat zij heel moe en slaperig zijn geworden onder hun grote last.
Hoofdstuk 61: Maria Theresia en enkele andere vorsten betuigen hun instemming met stamvader Rudolf. Verzoek aan de Heer om hen uit de grafkelder te leiden. Goed getuigenis over Rudolf. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Vorst Rudolf zegt daarop: 'Ik hoop dat er onder jullie dwazen toch enkele verstandigen zullen zijn die mij zullen volgen! Het is overigens waar, in het hoogadellijk paleis komt niemand iets tekort behalve dan een zekere levensvrijheid en levenslust; ik bedank echter voor zo'n lui leventje! Ik zou liever schaapherder zijn dan de zwijgende bewoner van zo' n dom hoogadellijk paleis! Jullie laatste drie edele Lotharingers en ook jij, mijn dochter Theresia, hoe staat het met jullie? Willen ook jullie hier blijven tot de dag van het laatste oordeel, die waarschijnlijk nooit zal komen?'
Hoofdstuk 61: Maria Theresia en enkele andere vorsten betuigen hun instemming met stamvader Rudolf. Verzoek aan de Heer om hen uit de grafkelder te leiden. Goed getuigenis over Rudolf. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Kijk, de Heer, die na ons zou komen, bevindt zich hier bij ons. Deze hier aan de kant van mijn hart, Hij is het. Ga naar Hem toe en leg Hem voor wat jullie op je hart hebben! Hij alleen bezit de oerbron van het levende water. Als jullie dat zullen drinken, zullen jullie nooit meer dorst hebben! Omdat Hijzelf hier werkelijk persoonlijk aanwezig is, moet je naar Hem toegaan: Hij alleen kan en zal jullie helpen. Wij zijn niet bij machte te helpen, wel hebben wij het vermogen onze blinde broeders voor te bereiden op de hulp van God.'
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989  ...