Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 977 van 1166

...  965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990  ...
[14] De prior zegt: o Heer, liefdevolle heilige Vader, ik heb een voorgevoel van iets groters maar durf het nauwelijks uit te spreken. Was het misschien toen ik U als knaapje in mijn hart nog zo innig liefhad dat ik uit liefde vaak in tranen wegsmolt of misschien wel in mijn ambt, als ik eveneens heimelijk zo'n sterke liefde voor U voelde dat ik niet zelden van louter verrukking als het ware ziek werd, of was het misschien in die momenten waarin ik bij het zien van mijn arme broeders tot tranen toe werd bewogen en waarbij ik hen met Uw genade ook zoveel mogelijk de helpende hand bood? Heb ik U in zo'n situatie misschien eens gedragen? Maar dan zou ik toch nog niet weten welke keer het was, dat U o Heilige Vader, zich zo diep hebt vernederd dat U zich door mij zou hebben laten dragen.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, broeder en vriend, kijk naar de stad en naar de rivier: die verbeelden brood en wijn; zoals Ik in de stad thuis ben in wat Mij oerwezenlijk kenmerkt, zo ben Ik ook in jouw brood en wijn. Kijk, daarom is er nog een probleempje met dat dragen en heb je de betekenis van de vraag niet begrepen, want op deze manier heb je Mij niet gedragen en daarom moet je het hoe, wanneer en waar ergens anders zoeken.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De prior zegt: o Heer, ik kan mij dit 'misschien' herinneren en wacht nu met groot en zalig verlangen naar de onthulling ervan. Wat betreft het dragen door mij van Uw allerheiligste wezen op aarde, daaronder kan zeker niets anders worden verstaan dan dat ik U in de vorm van brood en wijn in mijn handen droeg. Het lijkt me dat de drie aanduidingen hoe, wanneer en waar, duidelijk zichtbaar zijn. Anders zou ik over dat dragen van U echt niets waardevols naar voren weten te brengen.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] De Heer zegt: Mijn zoon, broeder en vriend, hier is het raak met jouw 'misschien' want kijk, hier kun je kiezen welke je maar wilt, het is altijd het goede. Weet je trouwens dat je Mij op aarde misschien eens hebt gedragen? Kun je Mij nu ook zeggen hoe, wanneer en waar?
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] De Heer zegt: Ik zeg je, Mijn lieve zoon, broeder en vriend, ook nu zit je er niet al te ver naast want waarlijk, evenals in de steden pleeg Ik ook bij belangrijke gelegenheden in deze grote woonhuizen persoonlijk, wezenlijk te verschijnen. Maar qua tijdsduur en uitzonderlijkheid ben Ik ook in deze grote woonhuizen niet anders aanwezig dan in de steden; daarom mag je er nog eens over nadenken.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, vriend en broeder, je hebt niet zo verkeerd geraden, want in dergelijke steden, wier aantal langs deze eindeloos lange rivier oneindig is, pleeg Ik Mij bij bepaalde gelegenheden niet zelden op te houden. Maar echt helemaal thuis ben Ik daar geenszins, behalve dan in de zon die je ziet, door welke Ik wel in alle hemelen op dezelfde wijze thuis ben. Daarom mag je verder raden.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Wij zijn bij deze gelegenheid ook weer bij onze welbekende rivier aangekomen en de Heer houdt daar even halt en zegt tegen de prior en dus ook tegen diens vrouw en tegen de lekenbroeder: kijk, hier ligt de grens tussen morgen en middag. Hier aan Mijn zijde kun je beide landstreken zien liggen, maar zij die hier wonen, kunnen dat nog niet. Ze kunnen alleen de door hen bewoonde streek zien maar wel in grote helderheid. De omgeving van de morgen echter kunnen zij slechts aanschouwen als een roodachtige schijn, die vanaf een veraf gelegen, heel hoog gebergte op hen neerstraalt. Omdat jij nu beide streken ziet, zeg Me dan eens in welke streek denk je nu dat Ik hier woon?
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Nu kennen jullie de gehele gang van zaken en de uiteindelijke bestemming van de kindergeesten-engelen en dus ook de geestelijke inrichting van de zon. En dus is ook mijn leraarsambt voor jullie ten einde. Keren jullie daarom weer terug naar de plaats waar de Heer Zelf op jullie wacht!
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] De Heer: nu zijn jullie weer hier. Zouden jullie Mij niet in je gemoed willen mededelen wat jullie bij Mijn Johannes allemaal hebben gezien, ervaren en dus hebben geleerd? Jullie staan nu wel vol achting voor Mij en zeggen bij jezelf: wat moeten wij U, o Heer, vertellen, U, voor wie onze gedachten al bekend waren nog voor wij ze gedacht hadden, ja nog eerder dan een zon de stralen uit de wijde oneindigheid naar zich toe trok om deze dan weer met veelvoudig verhoogde kracht te laten uitstralen?
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ja, Mijn lieve kinderen, jullie hebben gelijk, de Vader weet weliswaar alles, maar desalniettemin overlegt Hij graag met Zijn kinderen alsof Hij niet alles zou weten. Ik zie echter een geheime vraag in jullie en die luidt als volgt:
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk, Mijn lieve kinderen, zo luidt jullie geheime vraag en Ik antwoord jullie daarop het volgende: meteen bij het begin, toen we de wijzerplaat aan de buitenkant van onze klok hebben bekeken, of eigenlijk de buitenste sfeer van de geestelijke zon, heb Ik jullie gezegd dat de hemel en de hele geestelijke wereld zich niet zomaar ergens plaatselijk als verschijningsvorm vertoont, maar dat zij zich in de geesten zelf bevindt. Ofwel: de levenssfeer van een geest is de wereld die hij bewoont.
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Opdat echter eenieder dit alles in zichzelf als volkomen waar moge ervaren, zal Ik er in het korte vervolg nog enkele gelijkenissen en beelden aan toevoegen, die alle geheime hoeken van deze openbaring zullen verlichten. Voor vandaag daarom Mijn zegen en daarmee is het goed!
Hoofdstuk 123: Terugblik op de geschouwde levenssferen van tien geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Deze zaak is van het grootste belang. Daarom moet iedereen alles wat hier is gegeven, goed overdenken en nauwkeurig bij zichzelf toetsen, opdat hij vervolgens de ware grondsteen van de wijsheid moge vinden. Zo is het en zal het eeuwig zijn; waar en goed. Om dit allemaal nader te belichten volgen er hierna nog meer voorbeelden!
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Dat wil niet zeggen dat de aardse mens dit vanuit de planeten krijgt; de mens heeft dat allemaal van oorsprong in juiste mate in zich en kan het dus ook in zichzelf opwekken en op de juiste manier gebruiken. Wanneer echter de mens zich te fanatiek op een of ander gebied werpt, dan overschrijdt hij de mate van invloed van zo'n planeet omdat hij de invloedssfeer van de planeet die hij in zich draagt, teveel laat overheersen en zich geheel daaraan overgeeft. Juist door het opwekken van zijn bijzondere passie maakt hij ongehinderd de weg vrij voor de wisselwerking tussen de beide polariteiten, hetgeen niet moeilijk te begrijpen is voor degene die van mijn eerste uitleg over de oorzaak van het zien heeft onthouden dat niemand kan zien wat niet in hemzelf aanwezig is. Om juist die reden moeten zulke geesten de reis door de planeten maken en in zekere zin langs de wetenschappelijke ervaringsweg het vreemdsoortige weer daar deponeren, waar zij het vandaan hebben gehaald.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Waarlijk, als Ik niet vanuit Mijn grote barmhartigheid hier en daar iemand zou wakker schudden, zoals een ijverige heer des huizen zijn slome en luie personeel wakker schudt, dan zou vanaf de tijd van de apostelen tot op heden bijna niemand meer weten wat 'het levende woord' is en wat het wil zeggen 'door God onderricht te worden'.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990  ...