Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 977 van 1110

...  965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990  ...
[5] Jullie hebben de woorden vernomen, die de vurige ruiter tot jullie gericht heeft. Er werd ook gezegd dat spoedig na de boden die jullie tegemoet zijn gegaan, de Heer Zelf zal komen en jullie verwoeste vestingen en vervallen burchten zal oprichten. Maar ik, Paulus, zeg jullie nog veel meer dan die vurige profeet te paard:
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Richt jullie blikken eens over de gehele aarde: de volkeren zijn nog dezelfde, maar waar zijn alle dynastieën die eens over deze volkeren heersten? Zij zijn slechte herders geworden en zijn zodoende ook hun posities kwijtgeraakt! Verwijder daarom uit jullie harten wat dwaas en bijzonder nietig is voor God! Trek jullie dynastieke hoogmoed uit als een slecht kleed en trek het nieuwe kleed van deemoed en waarachtig inzicht aan, opdat jullie mogen worden opgenomen in de schare lammeren van God, die de ware kinderen Gods zijn!
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik, de eerste uit Habsburg, denk echter zo: wie zelf vol trots en hoogmoed is, wil ook een heel trotse en hoogmoedige, ontoegankelijke God - een zonde van de trots, die soms ook mijn ziel is binnengeslopen. Maar deze wijze vriend heeft mij duidelijk gemaakt dat de ontoegankelijkheid van het licht waarin God woont daarin ligt, dat de deemoed en de onbegrijpelijk diepe minzaamheid van God een gruwel zijn voor de trotse mens. Daarom zeg ik: mea culpa, mea maxima culpa! ( Door mijn schuld, mijn allergrootste schuld ).Ik was eens als keizer daadwerkelijk ook zo, alhoewel ik steeds de gedachte had dat alleen de trotse en hoogmoedige zich God zo kon voorstellen. Nu is die gedachte in mij echter tot waarheid geworden en ik richt tot jullie allen, mijn aardse kinderen, het verzoek deze goede vriend te volgen. Hij zegt van zichzelf dat Hij Christus is. Dat laten we echter nog even rusten. Mogelijk is alles, maar we willen deze zaak nog diepgaand onderzoeken. Dus wat denken jullie, mijn beste vrienden en aardse kinderen, wat gaan jullie doen?'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Paulus zegt: 'O ja, dat laatste is wel juist, maar niet voor iedereen. Kijk eens goed! Juist het licht waarin de Heer zich nu bevindt, zal voor jou en jouws gelijken wel het meest ontoegankelijke zijn, want het licht der deemoed en zelfvernedering is voor wezens als jullie waarlijk het meest verborgen. Ik, Paulus, zeg jullie: zou de Heer stralend als een zon naar jullie zijn toegekomen, dan hadden jullie Hem meteen aanvaard, maar in dit kleed is Hij voor jullie ontoegankelijk! Het zal voor jullie echter nog moeilijk worden om dichter bij Hem te komen! Jullie weten nu alles; doe derhalve wat jullie willen! Ik ben uitgepraat met jullie.'
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Een dynastie die door de Heer echter zo lang op de troon wordt gelaten als de Habsburgers, moet in het algemeen toch naar de wens van de Heer zijn, anders zou zij zich evenals andere dynastieën allang niet meer op de troon bevinden. Jullie zijn echter juist daarom hier zo lang in jullie nacht en blindheid, omdat jullie in je harten de dynastie houden voor iets dat op aarde en ook nog in de geestenwereld het allerhoogste is en voor welks behoud de Heer Zijn almacht zou moeten inzetten. O kijk, dat is een grote dwaling in jullie binnenste! De Heer is weliswaar de enige sterkte en macht van elke dynastie en van elke troon, maar niet omwille van de dynastie en de troon, maar omwille van de volkeren; zij alleen betekenen iets voor Hem.
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Paulus zegt: 'Vrienden, de profetie van de vurige ruiter is wel juist, maar nog niet verwezenlijkt. Maar jullie verzoek en jullie bezorgdheid, die je noodzaakt ons een verzoek te doen, zijn ijdel en heel dwaas! Wat hebben jullie nog aan al die oude vestingen en burchten op aarde, waarvan er al vele duizenden door de tand des tijds in puin veranderd zijn? De vurige ruiter heeft wel gesproken over het oprichten van jullie vestingen en burchten, maar daaronder moeten niet jullie oude aardse vestingen en burchten worden verstaan, maar jullie geloof en jullie hoop door de macht van de liefde tot Jezus, God de Heer! Dat is de vesting en de burcht die de Heer bij jullie, die hier tengevolge van je eigen wil in een diepe geestesnacht smachten, al sinds lange tijd wil oprichten en tot nieuw leven wil wekken. Als jullie dat willen, zeg ik jullie in naam van de Heer, die ook hier is, maar die jullie niet herkennen en nog nooit gekend hebben: dat zal de Heer ook voor jullie doen als jullie Hem daarom zullen vragen!
Hoofdstuk 57: Het verzoek van de vorstelijke geesten. Hun verhaal over een vurige ruiter en diens voorspellingen over het einde van de wereld en de wederkomst. De vorsten vragen om aardse hulp. Paulus belooft geestelijke hulp. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Paulus richt zich op en zegt tegen de bewoners van de grafkelder: 'Jullie hebben ons om zogezegd dringende redenen ontboden om jullie hierheen te volgen. Wat willen jullie dan dat we hier voor jullie doen? Tot welke daden achten jullie ons in staat en waardoor waren jullie dan genoodzaakt om naar ons toe te komen? Spreek, zodat we jullie kunnen helpen naar jullie behoeften en naar de drang van jullie gemoed!'
Hoofdstuk 57: Het verzoek van de vorstelijke geesten. Hun verhaal over een vurige ruiter en diens voorspellingen over het einde van de wereld en de wederkomst. De vorsten vragen om aardse hulp. Paulus belooft geestelijke hulp. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Helena zegt: 'Ja, ja, het komt mij ook zo voor, dat jullie nog behoorlijk onder de grond wonen! Het zal wel de eerste keer zijn dat jullie je boven de grond bevinden!' Een edelman zegt boos: 'Ik heb je al gezegd, dat je je mond dicht moet houden, maar als je niet naar mijn woorden luistert, dan moet ik hem dichtslaan! Heb je mij begrepen?'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Helena, die al wat kribbig wordt van de langdradige manier van spreken van deze hoogadellijke heren, zegt: 'Nou, kijk maar uit dat jullie hoogadellijke paleis niet een echte smerig varkensstalletje zal blijken te zijn! Nu willen ze ook nog een paleis hebben! Nee, dat is toch om te lachen. Zulke verwaarloosde en haveloos geklede kerels en dan nog wel een hoogadellijk paleis!' Een van de hoge edellieden zegt: 'Mejuffrouw, stil maar met uw grote mond, anders zet ik er een slot op! U mag blij zijn, dat Onze Lieve Heer u laat leven! Hebt u dat begrepen?'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Een van hen treedt naar voren en zegt: 'Ik ben een Rooms-Duitser ( De Duitse keizers van 'het Habsburger huis' noemden zich 'Rooms-Duitse keizer'.) (opmerking: de rang wordt bij personen die op aarde hooggeplaatst waren, in het geestenrijk niet gauw genoemd en soms ook niet hun namen) en ben hier in naam en rang de eerste en heet Rudolf. Ik zag laatst een grote beroering in de lucht en er kwam een vurige ruiter naar me toe die zei: 'Jullie huis zal verwoest worden achtergelaten en er zal geen steen op de andere blijven staan! De aarde zal door vuur en bloed worden gereinigd! Een luid weeklagen zal klinken uit de mond der groten; vuur en pest zal de armen bij miljoenen wegrukken, en het einde van de wereld zal komen!' Dat waren de schrikaanjagende woorden van de vurige ruiter. Toen hij uitgesproken was, werden wij door een grote vrees bevangen, zodat we heel angstig begonnen te schreeuwen.
Hoofdstuk 57: Het verzoek van de vorstelijke geesten. Hun verhaal over een vurige ruiter en diens voorspellingen over het einde van de wereld en de wederkomst. De vorsten vragen om aardse hulp. Paulus belooft geestelijke hulp. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ondertussen komen we werkelijk bij de kapucijnen in de grafkelder aan, wat enkele van onze nieuwe begeleiders niet echt bevalt, want onze humorist maakt meteen de opmerking: 'N u vraag ik ieder van jullie: wat hebben we nu gewonnen met deze geschiedenis? Helemaal niets! De goede Paulus heeft ons met een smoesje het ene gat uitgelokt om ons in een nog erger te stoppen. 0, wat is het leven toch mooi! Het leven is één en al ingekapselde beweging, samengesteld uit honger, dorst en allerlei ellende. Dit ingekapselde, ellendige leven wordt steeds van de ene groeve naar de andere verplaatst en daarin lijkt ook zijn bestemming te liggen. Bij de verwekking begint de trektocht en deze houdt daarna nooit ofte nimmer meer op. Zo trekken we maar mooi verder van het ene oord van ellende naar het andere, in eeuwigheid, amen!
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Robert zegt nu tegen de twee: 'Omdat jullie hebben vernomen wat de Heer heeft gezegd, ga dan nu voor mij uit en leid ons allemaal binnen in jullie huis.' De beiden zeggen: 'Wij wonen niet in een huis, wij bewonen een hoogadellijk paleis, want wij zijn van de hoogste adel!'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Na deze mededeling van Robert begeven beiden zich naar Mij toe en zeggen: 'Als u de Heer bent, kom dan met uw hele gezelschap met ons mee. Wij vragen u hierom!' Ik zeg: 'Wat moeten wij bij jullie? Wat zijn jullie voor hoge heren, dat Ik jullie niet ken?! Wat waren jullie daden? Ik herken de geesten alleen maar aan hun daden en nooit aan hun uiterlijk!'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Robert antwoordt dat hij niet de Heer is en verwijst beiden naar Mij, maar zij zeggen: 'Als u de Heer niet bent, waarom loopt u dan voorop?' Robert zegt: 'Omdat het de wil van de Heer is, en zo is het eveneens Zijn wil dat jullie je tot Hem wenden als jullie met het een of ander echt geholpen willen worden. Wij kunnen jullie niet helpen behalve met leer en raad. Het komt echter alleen de Heer toe om tot handelen over te gaan! Wend je daarom tot de Heer; wat Hij verordenen zal, dat zal gebeuren!'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Nu stoot de humorist Paulus aan en zegt: 'Luister, edele vriend, hoe zit dat nou met die zwarte struisvogels? Zullen die ons opvreten of zoiets?' Paulus zegt: 'O nee, maak je nergens zorgen over; zij zullen ons niets doen. Ze trekken ons alleen maar in het gelid tegemoet om ons beleefd te vragen hen in hun paleis te willen bezoeken. Wees daarom heel rustig, spoedig zullen jullie vernemen hoe het zit met deze ijzervreters.'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990  ...