Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 979 van 1088

...  967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992  ...
[17] Weliswaar is er bij ieder mens op aarde eenzelfde gewetensbord in zijn hartkamertje opgesteld, waarop altijd Mijn wil wordt opgetekend, opdat ieder zich daar getrouw naar richt. Weinigen echter letten daarop en velen maken tenslotte dit bord met allerlei zonden geheel zwart, opdat zij Mijn wil nooit meer behoeven te zien.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Achter het bord bevindt zich een getrouwe afbeelding van de aarde, geheel hoe zij in wezen is en achter deze afbeelding de zon met de andere planeten. Mocht je het een of ander niet begrijpen, dan hoef je maar naar de achterkant van dit bord te kijken, dat naar de aarde is gekeerd; je zult daar telkens de verklaring vinden. Wil je dan echter ook weten wat je daarbij moet doen, bekijk dan de voorkant van dit bord, dan zul je altijd Mijn wil zien.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Dan zie je nog twaalf deuren, die vanuit deze grote hal naar de kleine zijvertrekken voeren. In deze vertrekken zul je allerlei nog wat verborgen spijzen aantreffen. Neem deze echter pas tot je, als Ik ze allemaal voor jou van tevoren volledig heb gezegend, omdat ze je anders dom zouden maken en je dan op de duur niet meer in staat zou zijn de tekst van Mijn wil op dit bord te lezen. Als je dus bij zo'n vertrek komt, waar deze nog toegedekte spijzen zich bevinden, verlaat het dan meteen en kom naar Mij en Ik zal je dan voorgaan en de spijzen voor je onthullen en geheel en al zegenen.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ik zal toch eens naar de prachtige wereldbol gaan en mij daar een beetje mee bezig houden. Werkelijk, wat een oneindig kostbaar kunstwerk. Kijk daar, precies daar is de plaats waar ik als bisschop heb gefungeerd; daar de kerk en daar mijn bisschoppelijk paleis. En zie, daar is ook het kerkhof en mijn graf, en wat een prachtig grafmonument! Maar wat zijn mensen toch verschrikkelijk grote dwazen, die voor stoffelijk afval een monument oprichten en de geest vergeten! Als ik dit monument met een flinke bliksemschicht zou kunnen vernietigen, dan zou me dat heel wat opluchten. Echter, laat alleen de Heer doen wat juist is.
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Ik moet toch ook eens even op het witte bord kijken, misschien staat er al iets op? Kijk, op deze kant zie ik niets! Dat is goed, want ik moet openlijk bekennen, dat ik voor dit bord een bijzonder respect heb! Ik moet toch ook eens aan de voorkant kijken, misschien staat daar iets? Ah, dat is voorlopig nog beter, want daar staat ook nog niets op! Daarom nu maar weer naar mijn planetenstelsel!
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Nu ben ik ook al helemaal klaar met het bekijken van de buitengewone, hemelse kunstrariteiten die deze zaal van mij sieren. Wat nu? Op het bord staat niets; aan de planeten is verder ook niets af te lezen en te bezichtigen. De fraaie wereldbol zou ik liever buiten dan binnen hebben. Vraag dus: Wat nu? Naar de Heer gaan? Dat zou nu zo snel toch niet de bedoeling zijn!
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Daar zal deur nummer 1 zijn! Dus open maken en naar binnen gaan. O, o, hoe bestaat het! Daar zie ik in levende lijve mijn mooie kudde! Ach, dat bevalt me! Met zulke verrassingen duurt me de lieve eeuwigheid natuurlijk niet te lang! Maar nu is het rechtsomkeert geblazen! Dat is al verborgen spijs nummer 1. Daarom maar naar deur nummer 2.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Daar is hij al. Dus in de naam van de Heer nu heel zachtjes open gemaakt; want men kan niet weten, wat daarbinnen allemaal is. Kijk, deze deur gaat wel moeilijker open dan de eerste, maar het gaat toch. God zij dank, hij is open. Maar het is in dit vertrek iets donkerder dan in het eerste, daarom moet ik wel iets verder naar binnen gaan.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] DE VROUW zegt: 'Prijs mij niet te erg. Want zie, daarachter zijn er nog tallozen van mijn geslacht die allen onvergelijkbaar mooier zijn dan ik; daarom werd ik als de lelijkste ook naar jou gestuurd, opdat je in het begin niet al te zeer verblind zou worden.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'O, ik smeek je, jij hemelse, verheven, allerliefste schoonheid: O, als jullie nog met duizend maal zo veel waren, dan liet ik jullie toch nooit gaan! Want ik ben van louter liefde helemaal weg van je. Kom toch hier, jij allermooiste Mercuriaanse en laat je omarmen. Ohohoh - nee, nee, je wordt steeds mooier naarmate je steeds vriendelijker naar me glimlacht! Kom dus, kom en laat je omhelzen!'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] De vrouw doet onmiddellijk wat haar wordt opgedragen en bisschop Martinus volgt Mij weliswaar met een nogal lang gezicht, maar toch gewillig naar deur nummer 3.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Bisschop Martinus kijkt heel nieuwsgierig naar binnen en deinst helemaal terug, als hij hier als het ware in een nieuwe wereld kijkt en hierin behalve de wonderbaarlijke heerlijkheden een aantal zalige wezens in geheel volmaakte mensengedaante ziet, die zo mooi zijn, dat onze bisschop hierdoor gewoonweg van zijn stuk raakt.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Ja, Heer, geen lofprijzing en geen eer is ooit in staat om U daarmee naar behoren te loven, te prijzen en te eren! Waarlijk, waarlijk, U bent heilig, heilig, heilig: hemel en aarde zijn vol van Uw heerlijkheden! U zij daarom eer van eeuwigheid tot eeuwigheid!
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Zie, dat is al een soort dienst van deze wezens, dat ze door hun vaste, onwrikbare wil niet zelden op het ontvankelijke gemoed van de aardemensen inwerken en het opwaarts naar de sterren leiden. Dat deden ze ook met jou, toen jij ze nog niet kende. En ze zullen het nu des te meer doen, nu ze je ook gezien hebben, zoals jij nu ook hen, al is dat nog niet volledig het geval.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[30] Maar kom echter weer verder en wel naar deur nummer 4. Daar zul je weer wat anders en nog veel mooiers aanschouwen. Zo zij het!'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992  ...