Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 979 van 1112

...  967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992  ...
[3] Allen die hier binnentreden, zijn helemaal weg van de al te grote heerlijkheid die hun hier opeens zo onverwacht tegemoet komt. Het gezelschap dat de boekhandelaar als zijn voorman heeft, heeft zich samen met hem van louter hoogachting tot aan de grond gebogen. De dertig die kort tevoren naar de ontbrekende hemelpracht vroegen, sperren nu mond en ogen open en kunnen geen woorden vinden, om deze pracht voldoende te beschrijven.
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Als Hij zich met mij in de allereenvoudigste plaggenhut zou bevinden, dan zou ik daar oneindig veel gelukkiger zijn dan in deze prachtige zaal. Daarom ben ik van de pracht van deze zaal ook helemaal niet onder de indruk, maar alleen van Hem, Hem, ons aller Vader, Heer en God! Hem alleen komt onze hoogste achting, liefde, bewondering, verering en aanbidding toe. Want al deze overgrote heerlijkheid is immers Zijn werk, een ademtocht van Zijn mond! Laat ieder van jullie maar doen wat hij wil - ik denk en doe nu eenmaal zo!'
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Zij volgen nu allen Mijn gebod op en Ik breek het brood en verdeel het onder hen. En allen eten met grote liefde en met grote gevoelens van dankbaarheid in hun hart dit ware brood van het eeuwige leven en drinken dan allen de levenswijn van het inzicht uit een en dezelfde beker en zijn daarbij vrolijk en opgewekt. Want na het genot van de wijn maakt zo'n verheven hemelse en diepwijze stemming zich van allen meester, dat zij zich van vreugde bijna geen raad weten en van louter liefde geen woorden kunnen vinden, om Mij te zeggen hoe uitermate gelukkig zij zich nu voelen.
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Bisschop Martinus krabt zich weliswaar een beetje achter zijn oren, maar vertrekt toch zoals Ik hem bevolen heb, want hij denkt dat hij Mij daar niet zal hebben en niet zal zien. De anderen van het gezelschap, wie Mijn nabijheid nog te heilig voorkomt, kost het minder moeite om te gaan, omdat ze in zekere zin van hun te grote gemoedsbeweging tot zichzelf moeten komen.
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Bisschop Martinus volgt Mij meteen en verbaast zich over de afmetingen, als hij in plaats van in een vermeend klein kamertje in een reusachtig grote hal komt. Hoe langer hij deze steeds oplettender bekijkt, hoe groter deze wordt, terwijl ze alles te bekijken biedt wat onze bisschop Martinus zich maar kan voorstellen.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Weliswaar is er bij ieder mens op aarde eenzelfde gewetensbord in zijn hartkamertje opgesteld, waarop altijd Mijn wil wordt opgetekend, opdat ieder zich daar getrouw naar richt. Weinigen echter letten daarop en velen maken tenslotte dit bord met allerlei zonden geheel zwart, opdat zij Mijn wil nooit meer behoeven te zien.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Achter het bord bevindt zich een getrouwe afbeelding van de aarde, geheel hoe zij in wezen is en achter deze afbeelding de zon met de andere planeten. Mocht je het een of ander niet begrijpen, dan hoef je maar naar de achterkant van dit bord te kijken, dat naar de aarde is gekeerd; je zult daar telkens de verklaring vinden. Wil je dan echter ook weten wat je daarbij moet doen, bekijk dan de voorkant van dit bord, dan zul je altijd Mijn wil zien.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Dan zie je nog twaalf deuren, die vanuit deze grote hal naar de kleine zijvertrekken voeren. In deze vertrekken zul je allerlei nog wat verborgen spijzen aantreffen. Neem deze echter pas tot je, als Ik ze allemaal voor jou van tevoren volledig heb gezegend, omdat ze je anders dom zouden maken en je dan op de duur niet meer in staat zou zijn de tekst van Mijn wil op dit bord te lezen. Als je dus bij zo'n vertrek komt, waar deze nog toegedekte spijzen zich bevinden, verlaat het dan meteen en kom naar Mij en Ik zal je dan voorgaan en de spijzen voor je onthullen en geheel en al zegenen.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Ik verlaat nu schijnbaar BISSCHOP MARTINUS en hij begint, nu hij alleen is, als volgt met zichzelf te debatteren: 'Zo, zo, nu ben ik eindelijk weer eens alleen. Weliswaar nu uitermate hemels, luisterrijk glanzend, verzadigd, gezegend en dus nu stellig ook al zalig, meer dan zalig. Maar alleen, en wel moederziel alleen ben ik. Alleen mijn ideeën weerspiegelen zich op deze wanden op en af en heen en weer, zoals de beelden die op de wereld door middel van de holle spiegel ontstaan. Verder is hier nog niet eens een mug, die mij wat zou kunnen voorzoemen.
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Hm, hm, hm, - het is toch wel ongelukkig, dat men zich als zalige geest in de hemel vlak naast de Heer van alle heerlijkheid een beetje moet vervelen! Dat heeft zeker ook weer zijn goede kanten; maar verveling blijft verveling, of het nu in de hemel of op aarde is.
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Daar draait onder de planeten de grote mogol Jupiter al voor mijn gezicht. Werkelijk een flink gevaarte! Ook nog vier satellieten er omheen, dat telt aan! Hoe ziet het er dan op jou uit? Sapristi, wat verschrikkelijk veel water. Alleen rondom de evenaar vrij grote eilanden, verder alleen maar water! Ook zijn er hier en daar bergen, maar hoog zijn ze niet bepaald! Hoe is het echter met de vegetatie gesteld en hoe met levende wezens? Deze planeet is weliswaar duidelijk enkele duizenden malen groter dan de vorige, maar van een vegetatie kan ik ook hier niets ontdekken. Ik zie wel dat de vlakten er in zekere zin wat ruw uitzien; maar wat dat precies inhoudt, - daarvoor moet je wel heel andere ogen hebben.
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[36] Te rechter tijd zal alles je duidelijk worden. Deze waarachtige belofte moet voldoende voor je zijn, anders kom je nog eens op een water terecht, waarmee je nog meer moeite zou hebben dan met het vorige! Want zolang je nog geen hemels bruiloftskleed om je lendenen hebt gegord, ben je nog geen werkelijke vaste hemelburger, doch uitsluitend een uit zuivere genade aangenomen zondaar, die hier via velerlei wegen pas een ware hemelburger kan worden. Vraag daarom nu verder nergens meer naar, maar volg Mij naar de vierde deur. Zo zij het!'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[37] BISSCHOP MARTINUS geeft zich nu zelf een oorvijg en volgt Mij zonder verdere bedenkingen. Het spijt hem ook, dat hij Mij zulke dwaze vragen heeft gesteld.
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Heb je op aarde nooit meegemaakt, hoe de kinderen van aardse ouders ook liever niets deden en zich met hun loze spel bezig hielden, dan dat zij hun tijd besteedden aan het verwerven van kennis voor hun toekomstig beroep? Heb je daar niet steeds een heleboel van zulke mensen gezien, wie het nietsdoen boven alles gaat?
Hoofdstuk 41: De heerlijkheden van Mars - Martinus' geestelijke afmatting en dwaze wens - Berisping door de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] O, o, nu zie ik ook meren en hun water glinstert als de mooist geslepen diamanten in het zonlicht. En alles verspreidt licht vanuit zichzelf. Want er is nergens iets te ontdekken, waar licht vandaan komt. Ach, ach, Heer, Vader! Dat is zo onuitsprekelijk mooi, heerlijk, verheven, ja ik zou het gewoon heilig mooi willen noemen, als ik niet wist dat U alleen heilig bent!
Hoofdstuk 42: De verrassingen achter de vijfde deur - De wondere wereld van Jupiter - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992  ...