Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 980 van 1490

...  968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993  ...
[10] Verlang dat dus ook van deze boden, en laat hen dan, zoals ik reeds heb gezegd, in vrede wegtrekken!'
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] De tien vorsten zagen het belang van deze vermaning in, gaven de boden een termijn van drie maanden en lieten hen toen geheel ongehinderd weggaan en plaatsten na hun vertrek meteen een versterkte wacht bij de hoofdopgang.
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Als de hooglanders goud en zilver hadden verlangd, dan zouden wij hun gemakkelijk een tienvoud in ponden hebben kunnen leveren, omdat wij daar immers zoveel van bezitten dat heel Hanoch ermee bedekt zou kunnen worden; maar graan in deze toch al zo magere jaren, en zoveel ossen, kamelen en schapen, en dat in deze - zoals reeds gezegd - magere jaren, - dat is niet mogelijk, en ineens al helemaal nooit!
Hoofdstuk 328: Fungar-Hellan en Gurat in grote verlegenheid. De tweede afvaardiging naar de tien vorsten van het hoogland en de mislukking daarvan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Intussen maken wij in plaats van de honderd traptorens honderd schachten van duizend vadem diep in de bergen van het hoogland en vullen elk van deze mijnen met tienduizend pond springstof en steken die dan aan, - en dat zal de hoogmoedige hooglanders vast in grote verwarring brengen!
Hoofdstuk 329: De woede van Gumt en Fungar-Hellan op de hooglanders wegens de mislukking van de tweede afvaardiging en hun plan tot wraak, de bergen van het hoogland te ondermijnen en te laten springen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] De tien vorsten van het hoogland riepen echter ook een raad bijeen om te overleggen wat zij zouden doen als de Hanochieten hun woord niet hielden. Het beraad duurde drie maanden, en zij konden niet tot overeenstemming komen over deze zaak.
Hoofdstuk 330: De vruchteloze raad van de hooglanders en hun argwaan ten opzichte van Mahal. Mahals antwoord en profetie. Het ongelovige antwoord van de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Deze argwaan tegenover Mahal putten zij uit het feit dat zij hem veel te mild tegen de afgevaardigden uit Hanoch het woord hadden horen voeren, terwijl zij eerder het doodvonnis voor die boden verwacht hadden van hem.
Hoofdstuk 330: De vruchteloze raad van de hooglanders en hun argwaan ten opzichte van Mahal. Mahals antwoord en profetie. Het ongelovige antwoord van de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Want gedurende jullie beraadslaging hebben de zeer ijverige Hanochieten precies genoeg tijd gewonnen en konden ze ongestoord op honderd gunstige plaatsen meer dan duizend vadem diepe mijnen graven en elk daarvan ook van tienduizend pond uiterst krachtige springstof voorzien; en vandaag nog worden al deze mijnen opgeblazen waardoor jullie land op die honderd plaatsen met veel geweld verwoest zal worden!
Hoofdstuk 330: De vruchteloze raad van de hooglanders en hun argwaan ten opzichte van Mahal. Mahals antwoord en profetie. Het ongelovige antwoord van de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En ik zeg jullie nu, mijn lieve kinderen, hoe ik het nu in mijn geest zie: zoals de orde der dingen op aarde er nu voorstaat, kan deze geen tien jaar meer bestaan!
Hoofdstuk 331: Mahal vermaant zijn kinderen om op God te vertrouwen. De verdorvenheid van de mensen in de laagte. Mahal en de zijnen gaan op weg naar de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] De kinderen schrokken van deze beschrijving van de dingen in de wereld.
Hoofdstuk 331: Mahal vermaant zijn kinderen om op God te vertrouwen. De verdorvenheid van de mensen in de laagte. Mahal en de zijnen gaan op weg naar de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Maar Mahal zei: 'Laat ons bij nacht en ontij ook deze bodem verlaten en naar Noach op de hoogte gaan, want van nu af aan zal er voor ons nergens anders meer een woonplaats zijn!'
Hoofdstuk 331: Mahal vermaant zijn kinderen om op God te vertrouwen. De verdorvenheid van de mensen in de laagte. Mahal en de zijnen gaan op weg naar de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Toen Noach deze afschildering van zijn broer had gehoord, zuchtte hij diep en zei: 'Het is dus juist zoals de Heer het mij in mijn geest heeft getoond! O wereld, wereld, waarom wil je je door de zachtmoedige geest van God niet meer laten bestraffen en wil je liever het gericht en je eeuwige ondergang tegemoet?!'
Hoofdstuk 332: Mahal bij Noach. Mahals verslag over de toestand van de volkeren in de laagte. Het verdriet van Noach en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En Mahal zag al spoedig de grote, bijna voltooide waterkist en verwonderde zich zeer hoe deze in zo'n korte tijd zover was gevorderd.
Hoofdstuk 332: Mahal bij Noach. Mahals verslag over de toestand van de volkeren in de laagte. Het verdriet van Noach en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En zie, in die tijd - ongeveer tweemaal zeven jaar geleden - sprak de Heer weer tegen mij: `Noach, luister! Ik wil de mensen die Ik gemaakt heb verdelgen van de aarde, van de mens tot en met het vee en het kruipende gedierte en de vogels onder de hemel; want Ik betreur het dat Ik ze geschapen heb op deze aarde!'
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En Mahal verzocht Noach daarom, en Noach zei tegen Mahal: 'Kom eerst in mijn huis, en laat ons in de naam van de Heer een versterking nemen; dan zal ik je het bouwplan van deze kist onthullen!'
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Welnu broer Mahal, als je het wilt horen, zal ik je Gods bouwplan voor deze grote ark meedelen!'
Hoofdstuk 334: Noachs verslag over Gods bouwplan voor de ark. Mahals droefheid dat hij van de ark wordt buitengesloten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993  ...