Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 99 van 1110

...  87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112  ...
[7] Deze handeling was slechts figuurlijk bedoeld, en u zou daaruit allang hebben moeten Ieren, dat de bok alleen maar uw slechte, wereldse lusten voorstelt, zoals uw hoogmoed, die net als de bok afstotend is en buitengewoon stinkt, uw hoererij en uw smerige gewoonten, uw inhaligheid en nijd en uw afgunst! Met de vernietiging van de zondebok had u voor altijd de lusten van uw hart moeten vernietigen, dan zou u wezenlijk volgens het gebod van Mozes en Aäron hebben gehandeld en dan zou u diens zegen ongetwijfeld hebben geoogst! Maar nu heeft u wel de bokken gedood, wat nutteloos voor u was, maar u heeft uw met zonden gevulde harten gehouden; daarom heeft Jehova Zijn bedreiging uitgevoerd en zal die later nog verder uitvoeren als de maat van uw boosheid vol zal zijn.
Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Waarlijk, Heer, U mijn leven. Zoals U maar al te bekend zal zijn geef ik heel weinig om al de ijdele schatten van deze wereld; als datgene, wat ik al naar Rome heb gezonden, van mij zou zijn, dan zouden daar allang vele duizenden arme mensen mee geholpen zijn! Maar het was van de keizer, en ik was dus verplicht het verlangde voor hem op te brengen! Maar hoe zou dat ooit mogelijk geweest zijn zonder U en vervolgens zonder mijn beste Faustus en broeder Cornelius!? -Oh, jullie hebben een hele wereldlast van mijn borst afgewenteld! Nu is het tijd voor beloning en vergelding zoveel als ik daartoe in staat ben! -O zeg, zeg, heilige grote Mensenvriend, wat ik nu moet doen!"
Hoofdstuk 20: Sarah 's belevenissen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] CYRENIUS zegt: "Hebben jullie gehoord hoe een uit de dood opgestane, jullie van nog ergere dingen beschuldigt dan van welke roof of moord dan ook? Wat moet ik na deze zeer ernstige beschuldiging nu met jullie doen? Aan het kruis hangen zou veel te gering zijn! Jullie tot op het gebeente een hele dag lang laten geselen en pas dan de koppen af laten slaan, zou ook veel te zachtzinnig zijn! Maar ik weet al wat ik zal doen, en jullie zullen je niet over mij behoeven te beklagen!" Als Cyrenius hen zo toespreekt worden ze allemaal lijkbleek en beginnen ontzettend te jammeren en te smeken.
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CYRENIUS stapt naar voren, gebiedt stilte en zegt dan: "Luister naar mij, booswichten! Dat ik jullie niet met z'n allen de woestijn in laat jagen, en daar op door afgronden omgeven rotsen laat zetten, en de ogen uit laat steken, hebben jullie alleen maar te danken aan Deze hier, Die jullie ter wille van de heilige waarheid, die Hij tegen jullie sprak, wilden stenigen! Maar degene, die het waagt ook maar met één woord iets aan te duiden van wat er is voorgevallen, hetzij mondeling, schriftelijk, door gebaren, gelaatsuitdrukkingen of handbewegingen, zal onverbiddelijk de strengste straf ondergaan!
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] CYRENIUS zegt: "Griekse kooplui en marskramers plegen gewoonlijk wel af te laten dingen, maar Romeinen nooit! Bedenk dit goed en handel daarnaar, dan zullen jullie geen consideratie nodig hebben; want alleen door harde en onverbiddelijke wetten worden de mensen sterk en voorvechters van de orde, eensgezind en vol ijver in het nakomen van de wet!
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] In Rome geldt de strenge regel: 'Een strenge wet maakt ook strenge en ordelievende mensen.' Daarom is er dan ook totaal niet met ons te marchanderen, en iedereen heeft, zonder onderscheid des persoons, te doen wat de wet voorschrijft! Nu weten jullie hoe ik over de wet denk. Volg dat na, dan ben je vrij onder de wet; doe je het echter niet, dan zal de wet je zonder genade oordelen, omdat het een wet is.
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: " Als jullie blijven die je bent en je niet radicaal verbetert, zullen jullie niet slechts eeuwige onderdanen van Rome blijven, maar erdoor worden opgevreten als een kadaver door de adelaars! God zal nog maar een korte tijd geduld hebben, daarna zal het harde lot over jullie worden geworpen, en dan zal het met jullie gaan zoals Ik voorheen heb voorspeld, en men zal je vervolgen tot aan het einde der wereld. -Ga nu echter en erger je niet meer!"
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK hoorde die praatjes en zei tegen de spotters: "O gekken en dwazen! Kennen jullie dat meisje naast Jaïrus? Is dat niet zijn dochter, en was ze niet tweemaal dood? Wie gaf haar het leven terug? - Jullie dwazen! Als de Zoon des mensen macht heeft om doden weer tot leven te brengen, zal Hij dan ook niet de macht hebben om tegen deze zieke te zeggen: 'Sta op en wandel!'? Maar opdat jullie zien, dat Ik deze macht bezit, gebied Ik jou, mens die lijdt aan de jicht, op te staan en met volkomen gezonde ledematen te lopen!"
Hoofdstuk 22: De ergernis van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Als er echter geen twijfel over bestaat dat hier alles net zo goddelijk en van God is als in andere verre landen, waarom zou de mens dat dan niet zijn? Als Ik nu in jullie bijzijn daden doe, die geen Pers en Indiër ooit mogelijk waren, waarom zou Ik dan niet minstens zo goed als een domme Pers of Indiër jullie achting en jullie geloof kunnen verwerven? Waarlijk, als Ik vandaag naar de Grieken en Romeinen ging, dan zouden ze tempels en altaren voor Mij oprichten!
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daarentegen vragen jullie, omdat Ik in jullie midden ben opgegroeid en jullie Mij van kinds af aan kennen, heel geërgerd en verwonderd: 'Waar haalt deze timmerman dat alles opeens vandaan, terwijl we hem steeds gekend hebben als een echte lummel?' O wacht maar, de lummel is geen lummel meer, en heeft veel goeds voor jullie gedaan -vroeger als lummel en nu nog meer als Meester en Heiland; maar voortaan zal Hij dat niet meer doen!"
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ongeveer drie jaar geleden heeft die bepaalde Babyloniër dat gezegd; en het is wel erg merkwaardig dat met deze Jezus nu zo'n man, wiens woorden en daden alles, wat de genoemde Babyloniër voorspelde, bijna woordelijk bevestigen, binnen onze muren is opgetreden! Maar wat is daar aan te doen? Als het ene is uitgekomen, dan kan het andere, namelijk het oordeel, ook wel uitkomen! Daarom ben ik de overtuiging toegedaan dat we Hem Zijn gang moeten laten gaan, zoals Hij wil en kan; want het zou wel eens erg moeilijk kunnen worden als we met Hem in conflict komen! Want wie doden opwekt, moet ook nog meer kunnen! Van iemand waar de bergen zich voor buigen en die wind en zee stil doet worden, winnen wij het nooit! Daarom laten wij Hem gaan, ook al omdat, zoals jullie zelf zien, verscheidene honderden Zijn leer met lichaam en ziel aanhangen en Hem aanzien voor de beloofde Messias!"
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Hoe meer wetten, hoe meer misdadigers waarvoor na verloop van tijd jullie kruisen en gesels wel eens niet toereikend zouden kunnen zijn!"
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Ik zeg je: Slechts datgene, wat een mens uit vrije wil volgens zijn vrije -en daardoor goede inzicht doet, is werkelijk gedaan en brengt op de een of andere wijze voordeel; maar ieder gedwongen werk en iedere gedwongen handeling is geen stater waard. Want, alles wat gedwongen is, gaat altijd met toorn en wraak tegen de gebieder gepaard, en dat geeft in der eeuwigheid aan geen enkel werk enige zegen.
Hoofdstuk 27: Gods wet maakt uit mensenmachines mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Het vrije inzicht in het goede en ware is het levenslicht van de geest; daarmee bepaalt hij voor zich zelf aan welke voorschriften hij wil voldoen. Dat zijn dan vrije wetten voor hem, en die alleen passen eeuwig bij de vrijheid van het leven. De geestelijke wil, die door dat inzicht ontstaat, is de vrije geestelijke wet, en de eeuwige noodzaak om volgens de vrije wil te handelen is de eeuwige strafmaatregel, die maakt dat geen geest anders kan handelen, als hij tenminste vrij wil handelen.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Gods vrije wil bepaalt, volgens de eeuwig volmaakte kennis en wijsheid van inzicht in Zichzelf de wet, en bekrachtigt deze door de eigen nog altijd vrije noodzaak. Dit is de grond van alle geschapen, aardse zaken en hun voortbestaan voor zover dat noodzakelijk is voor de innerlijke ontwikkeling, stabilisering en uiteindelijke zelfstandigmaking van de geest.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112  ...