Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 99 van 120

...  87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112  ...
[12] Ik spreek: 'Welnu, luister dan maar! Het bloed, dat naar binnen vloeit, precies vanuit die plekken waar aan de buitenkant de edelstenen zijn aangebracht, die alle rijken en regeringen der aarde moeten voorstellen - betekent de tirannieke heerszucht. Naar buiten stelt dit bedrieglijk de volste vrijheid en gelijke rechten voor alle standen voor, maar is in wezen echter wraak en bloeddorstigheid, waardoor ieder die niet ten volle rekening zou houden met het voordeel van de alleen heersende tiran, over de kling wordt gejaagd. Denk maar eens terug aan de inquisitie en van daar af verder tot aan de tegenwoordige tijd en je zult gemakkelijk inzien hoe in het innerlijk der hiërarchie niets dan haat, woede, terechtstellingen, vervolgingen op allerlei gebied, moord en doodslag heeft gehuisd, en nog welig tiert als de pest; ook al is dit niet meer zo zichtbaar in de daad, omdat daarvoor de krachten verlamd zijn, dan toch echter des te erger in de verborgen wil en vurigste wens!
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Nu duiken uit de beker een menigte deftig geklede menselijke wezens op, die zich tot op de grond buigen voor het despoot je. Dit monstert hen trots vanuit de hoogte met echte basiliskenogen ( Een basilisk is een fabeldier uit de oudheid, voorgesteld als een slangachtig wezen, met de kop, de borst en de poten van een haan, de tong van een slang en de vleugels van een vleermuis. Het slangvormige achterlijk eindigt in een pijlpunt), zodat ze allen beven voor zijn aangezicht. En kijk, zij die zich het diepst buigen, worden nu door het despoot je naar de troon geroepen en met onderscheidingen begiftigd. Maar degenen die minder beven, worden in hun gezicht gespuwd en hun wordt duidelijk gemaakt dat ze zich ogenblikkelijk van de troon moeten verwijderen. Maar nu geeft het despoot je diegenen, die met onderscheidingen werden bedeeld, een wenk om zich te verwijderen. Wanneer deze zich onder honderd buigingen terugtrekken en het despoot je de rug toekeren, vloekt het hun nog achterna en spuwt hen na. Nou, nou, is me dat een verwaand geval van een vliegenkoning!
Hoofdstuk 90: Verdere ontwikkeling van het tijdsbeeld. Waarom laat God de gruwelen in de wereld toe? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Als de mens op deze manier noodzakelijkerwijs een afkeer moet krijgen van zo'n leer, is het dan zo verwonderlijk dat vervolgens ieder verstandig mens vanuit zijn natuurlijke levensbehoeften leefregels opstelt, daarnaar leeft en van alles wat de lieve Godheid hem als vanzelfsprekend aanreikt, welbewust en met mate geniet?
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Dismas zegt: 'Het ontbreekt jullie allen verder aan niets meer. Zeg daarom tot de hele menigte dat zij hun ogen openen en naar de openstaande deur kijken, waardoor men vanuit deze zaal in de aangrenzende grote levenszaal komt. Daar staat Hij al met uitgespreide armen om jullie allen op te nemen in het grote rijk van Zijn genade en erbarmen!'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] God de Heer heeft ons allen vanuit Zijn erbarmen op wonderlijke wijze het beste aan brood en wijn laten uitdelen en wij hebben ons daaraan overvloedig verzadigd. Waarom moeten wij dan nog weten hoe Hij dat zo wonderbaarlijk heeft gedaan? Laten wij de volmaakt goede Gever ervoor danken, dan zullen wij Hem ook zeker welgevalliger zijn dan wanneer wij Hem met de wijsheid van alle engelen zouden willen doorgronden en ontleden!'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De franciscaan zegt: 'Al goed, heer graaf, wij zullen wel zien wie er tenslotte gelijk zal hebben. Het wordt nu steeds lichter vanuit het oosten, naar het mij voorkomt. Als die ellendige nevel er maar niet zou zijn! Anders zouden we bij dit licht toch al hier of daar iets moeten kunnen onderscheiden, als er hier tenminste iets te onderscheiden valt.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Zou Ik zulke mensen willen behouden en hen in een werkelijk, vrij handelend en van Mijn almacht onafhankelijk leven willen plaatsen, dan zou Ik Mijn geest, die in deze in schijn levende mensen werkt met een geschikt middel van Mij los moeten maken. Ik zou hem dan in deze mensen moeten binden en door een uiterlijke, materiële omhulling gevangen moeten laten nemen, hem zo ten opzichte van Mij tot een zelfstandig wezen moeten maken en hem in die toestand gedragsregels geven. Ik zou hem dan mogelijkheden en prikkels moeten geven, waardoor hij genoodzaakt zou worden vanuit zijn vrije, van Mij helemaal losgemaakte inzicht en wilskracht te handelen, ofwel in overeenstemming met de hem gegeven wet, of in strijd daarmee. De wet zou natuurlijk doelmatig, wijs en volmaakt goed moeten zijn. Als gevolg van de strafmaatregel zou zo'n mens, in geval hij de wet niet in acht neemt, nog strenger en langer gevangen moeten worden gehouden, totdat hij noodgedwongen de wet daadwerkelijk zou aannemen en ernaar zou handelen. Pas dan zou het raadzaam zijn zo iemand de uiterlijke banden weer af te nemen en hem, net als jou, als een goed gevormd wezen in de volste vrijheid te laten overgaan, waarin hij tenslotte vanuit zichzelf een volmaakt, niet meer in het gericht staand leven zou hebben.
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ofschoon we er voornamelijk op moeten letten, dat de in wording zijnde mensen op aarde zo veel mogelijk handelen volgens de wetten der eeuwige ordening, waardoor het vrije leven natuurlijk vlug en gemakkelijk te bereiken is, moeten we toch ook met het allergrootste geduld de zelfs totaal verkeerde handelingen met dezelfde rust beschouwen als wanneer ze goed en rechtvaardig zouden zijn. Want de eerste en voornaamste voorwaarde voor de vorming van vrije mensen is, dat ze zich eens, volledig van Mij gescheiden bewust worden van zichzelf en vanuit zichzelf beginnen te handelen! Goed of slecht, wettelijk of onwettelijk, dat moet voor het begin van ieder nieuw wordend mens volkomen eender zijn. We moeten hun zelf gemaakte instellingen en uitvindingen respecteren en onze invloed, die hen beschermt, zo veel mogelijk verborgen houden. Want zouden wij openlijk optreden, dat zouden wij de jonge, tere planten in de school voor de vorming der mensen met één stap vernielen; dan zouden we veel langer werk hebben om het vertrapte weer op te richten en naar zijn grootse bestemming te leiden, dan wanneer we geduldig deze eerste ontwikkeling van de mensen op aarde slechts heel voorzichtig werkend en helpend aanzien. Want na deze eerste ontwikkelingsfase hebben we toch nog altijd talloze wegen om de nog ontontwikkelde mensen naar hun juiste bestemming te leiden.
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De bewuste Marianne slaat zeven kruisen over haar voorhoofd, mond en borst en zegt dan, nog steeds in het Weense dialect tot de eerder genoemde Frans, die ook steeds grotere ogen opzet: 'Nou zeg, heb je het gehoord?! O wat een duivels creatuur! Heeft ooit een menselijke ziel wel eens zoiets gehoord of gezien? Ik ben ook een grote zondares en weet heel goed dat ik niets anders dan de hel heb verdiend, maar ik zou nu wel kunnen smelten van liefde voor onze lieve Heer Jezus, omdat Hij toch zo goed is. Ik zou op aarde niet zo'n grote zondares zijn geworden, als ik maar een wat betere opvoeding zou hebben gehad. Maar dat duivelse creatuur heeft een uitstekende opvoeding gehad en heeft steeds de Heilige Schrift en ook nog andere geestelijke boeken gelezen, zodat zijn vrienden dachten dat hij na zijn dood rechtstreeks de hemel in zou varen. Maar nu komt aan het licht wat voor een duivel van een schriftgeleerde hij was. Daar heb je nu zijn ware aard! Wacht maar, in de hel zullen ze je wel vertellen wat je waard bent! Om zo tegen onze lieve Heer te spreken, dat heeft de wereld nog nooit gehoord!'
Hoofdstuk 101: Dwaze trots van de verblinde Dismas. Scherp oordeel van zijn ware vrienden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Jouw grote deemoed en nuchterheid bevallen Mij buitengewoon. Desondanks moet je toch doen wat Ik je nu heb aanbevolen. Kijk, ook Mijn Petrus wilde eens niet toestaan dat Ik hem de voeten zou wassen. Toen hem echter door Mij de reden werd genoemd, wilde hij helemaal gewassen worden, wat echter ook weer teveel zou zijn geweest. En kijk, zo is dat nu ook hier met jou het geval. Daarom moet jij eerst door brood en wijn gesterkt en door het hemelse erekleed gelouterd worden, opdat dan deze visjes vanuit jouw sfeer gesterkt worden en tot waarlijk leven komen. Zou jij daar echter niet van te voren voor zijn toegerust, dan zou het ook met deze visjes van jou, beslist niet vooruit kunnen gaan. De reden hiervan zul je pas later volkomen inzien. Doe daarom wat Ik je heb aangeraden en daarna zal het werken aan deze vissen meteen goed op gang komen.'
Hoofdstuk 110: De Heer over zielen-visvangst. Brood, wijn en hemelse kleding - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Miklosch zegt: 'Ja, zo denk ik er ook over! Wij zijn hier weliswaar geesten en daardoor heel wat lichter dan op aarde, maar van zo'n hoogte zou ik toch ook niet graag een salto mortale wagen. Laten we daarom nog een tijdje hier blijven totdat het wat lichter wordt; dan zal wel blijken wat ons verder te doen staat. Het komt mij in de geest voor, alsof wij hier binnenkort heel bijzonder bezoek zullen krijgen, en als mijn gevoel me niet bedriegt, komt daar juist vanuit het oosten al iemand recht op ons af.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De vreemdeling zegt: 'Gegroet, beste vrienden en broeders! Ik kom alleen voor jullie hierheen. Ik heb jullie stemmen vernomen en ben daarom vanuit dit huis snel hierheen gegaan om jullie allen zo nodig hulp te bieden. Ik woon in het huis dat jullie hiervandaan nog enigszins in nevelen kunnen zien.' De graaf zegt: 'U bent hoogstwaarschijnlijk de eigenaar?'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Wat echter het 'waar' betreft, is het antwoord wat moeilijker, alhoewel tenslotte alles op hetzelfde neerkomt. Doorgaans woont Hij in het eeuwige Oosten, en vanuit een aards, natuurlijk standpunt bezien in de buurt van het sterrenbeeld 'Leeuw' en wel in de overeenkomstige geestelijke centraalzon, die de natuurlijke centraalzon genaamd Regulus, omvat, en bovendien de gehele oneindigheid. Hebben jullie Mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] De vreemdeling zegt: 'Wanneer jij met je hart in het reine bent, dan ben je het ook met God. Heb je aldus al je vijanden vanuit het diepst van je hart vergeven, dan zijn daardoor ook jouw schulden voor God uitgewist. Je kunt dan met een heel rustig hart en geweten tot God bidden: 'Vader, vergeef mij al mijn zonden, zoals ik nu allen heb vergeven die tegen mij gezondigd hebben!' En de Vader zal je alles vergeven en heeft je al vergeven, nog voordat je Hem daarom hebt gevraagd.'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Wie zichzelf niet verdoemt, die verdoemen ook wij niet. Wie zichzelf echter vanuit de slechte liefde van zijn hart verdoemt, zal ook verdoemd zijn! Kort en goed, iedereen zal krijgen wat hij zelf wil. Wanneer hij dat dan krijgt, is dat toch het hoogste en het meest volmaakte recht, dat iemand ten deel kan vallen. Wij van onze kant zullen nooit nalaten allen naar hun bevattingsvermogen de juiste weg te tonen en hen door een juist onderricht naar het goede te leiden. Willen zij deze weg bewandelen, dat zal het hun goed gaan. Willen zij dat beslist niet, dan wordt hun daarom door ons geen straf toebedeeld, maar enkel dat, wat ze zelf willen. Ze hebben daardoor oordeel en straf in overvloed. Willen zij zich echter mettertijd, door hun lijden genoodzaakt, weer op de goede weg begeven, dan zullen hun nimmer belemmeringen in de weg worden gelegd.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112  ...