Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 99 van 215

...  87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112  ...
[7] En zie nu, toen Meduhed dit belangrijke lied van het leven uit Mijn genade, dat een klein vonkje is van Mijn oneindige liefde en alle daaruit voortvloeiende erbarmen, geheel had opgetekend en het daarna ook aan het volk had voorgelezen, was er een tomeloze vreugde onder hen ontstaan, die slechts door een wonder uit de hemel gematigd had kunnen worden. En dit wonder was een plotselinge regen en deze regen was een regen van liefde vanuit Mij, omdat hun vreugde terecht was; want zij verheugden zich erover dat Mijn naam aan hen bekend was gemaakt, maar nog meer over Mijn liefde; en het allermeest verheugden zij zich erover, dat de bovenmatig grote, heilige God als Vader zo minzaam in de meest onbegrijpelijke liefde de kinderen van de ellende door Meduhed onderrichtend had toegesproken.
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En als wij ons dan in de naam van de Heer allen in de bakken zullen bevinden, moet de oudste in iedere bak klaar staan om op een uit de hemel te geven teken, wat een krachtige bliksemstraal zal zijn, het touw door middel van een scherp mes meteen door te snijden; daarop zal er wind komen en de bakken zullen naar de open zee drijven en dat in het aangezicht van Tatahar en zijn moordlustige bende, die op het moment dat wij al zo'n duizend manslengten van de oever verwijderd zullen zijn, aan zullen komen.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Dan zullen jullie zien dat zij stenen in het water slingeren; geen daarvan zal ons ooit meer bereiken. Want de rechterhand van God zal ons snel uit het zicht van de hyena's voeren en zal ons naar een groot, ver land leiden, dat dertig dagen en dertig nachten van het vaste land verwijderd is en zich bijna in het midden van het grote water bevindt en 'Ihypon' heet (dat is: 'een veilige tuin'). En dit land zal blijvend van ons zijn, zolang als volgens de wil van boven de wereld zal blijven bestaan. Wij zullen het van verre al daaraan herkennen, dat wij een hoge, door Gods liefde in vlammen gehulde, brandende berg, zullen aanschouwen.* (* De vulkaan Fujinojama, 3780 mt, op het eiland Hondo (Japan)) Er zal slechts één enkele toegang zijn en zelfs die zal ver landinwaarts tussen nog twee van die brandende, hoge bergen doorlopen; maar aan de kusten zal het voortdurend omspoeld worden door de krachtigste stormvloeden. En daarenboven zal het nog omgeven zijn door zeer hoge bergen, waarin geen tijgers noch hyena's of leeuwen, beren noch wolven of slangen wonen, maar die bergen zullen meer lijken op een tot in de hemel omhoog reikende muur, die door niemand gemakkelijk bestegen zal kunnen worden.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] O Gij grote, heilige God, waarom hebt U niet liever louter hyena's, tijgers, leeuwen, wolven en beren geschapen, die altijd Uw heilige wil doen?! En U zou er nooit aan hebben moeten denken om ook maar één mens te scheppen, die niet alleen Uw meest heilige wil, maar zelfs Uzelf kon vergeten!
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen nu de wolf - let wel: een wolf zeg Ik - op wonderbaarlijke wijze zijn rede vol wijsheid vanuit Mij voltooid had, sprong hij vrolijk naar buiten en er stond opeens een grote beer, als uit de hemel gevallen, zoals jullie plegen te zeggen, voor het in zichzelf gekeerde, berouwvolle gezelschap en hij keek hen met een verwarde, rusteloze blik aan, alsof hij daarmee wilde aangeven dat hun gemoed net als zijn blik nog verward en rusteloos was. Hierdoor werd hun gemoedstoestand goed gekenmerkt. De beer opende eindelijk ook zijn muil en begon volgens Mijn wil tegen hen te spreken met ernstige en waardige, zeer versterkende woorden. Hij zei namelijk:
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Maar de Lamechieten liet Ik achtervolgen door een steeds toenemende vloed van de zee, die tot aan de bergen reikte, alwaar zij bij duizenden door hyena's, tijgers, leeuwen, beren en wolven en slangen aan stukken gescheurd en verorberd werden; want de groep achtervolgers bestond uit zevenduizend mannelijke en zevenduizend vrouwelijke koppen. En daarvan kwamen niet meer dan zeven Jonge mannen en zeven Jonge vrouwen naar Hanoch terug en vertelden daar wat er was gebeurd, en zij brachten de door de Meduhedieten achtergelaten dieren ongeschonden terug. Dat waren welgeteld vijfendertigduizend kamelen en evenveel ezels en zij droegen die aan Lamech over en vertelden hem alles wat zij hadden gezien, - hoe namelijk een felle bliksemstraal uit de wolkenloze hemel tussen hen en de vluchtelingen was gekomen en deze met grote snelheid over het grote, onmetelijk water droeg, dat zich daar aan het einde van de wereld bevond. Maar toen waren de wateren gaan stijgen en hadden hen daar tot hoog in het gebergte gedreven. En er hadden zich niet te overziene scharen van bekende verscheurende dieren op hen gestort, die allen verscheurd en opgevreten hadden, op hen na. Zijzelf waren alleen gered doordat zij tussen de grote menigte kamelen en ezels gevlucht waren. En Lamech zou er eens goed over na moeten denken wat daar gebeurd was; het kwam hen voor alsof er voorbij de sterren een grote Koning woonde en de mensen zouden het nooit moeten wagen met Hem de strijd aan te binden, zij zouden er beter aan doen Hem te aanbidden en Hem vanwege Zijn onbegrijpelijke macht te vereren, omdat zelfs de zee, de winden, de bliksems en alle verscheurende dieren Hem gehoorzaamden, - dat hadden zij met eigen ogen gezien en zij hadden een machtige stem gehoord die met donderende klank de dieren bevolen had en evenzo als een grote storm vanuit de hoogten van de sterren met de machtige elementen gesproken had.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] Wij kennen onder elkaar geen andere eigendomsgrenzen dan de natuurlijke van ons lichaam; jullie mensen, die God geheel vergeten zijn, verdelen de aarde en dan zegt een koning, een vorst of een van diens gunstelingen: 'Dat geef ik jou tegen een kleine schatting en dat aan de gunsteling en zijn betere knechten vanwege hun bereidwillige en flinke vuisten! Al het overige volk kunnen jullie als lastdier gebruiken en hoef je slechts zoveel te geven, dat zij ternauwernood een ellendig beetje leven behouden om voor de leeglopers het vele hinderlijke werk te kunnen verrichten; en zouden zij weigeren, dan staat hen ten eerste grove mishandeling en ten tweede de dood te wachten!' Zou zo'n slaaf zich dan willen inbeelden, dat hij ook als broeder van de koning of van een vorst of van anderszins door de koning benoemde groten, dezelfde rechten zou hebben of zou moeten hebben, - zou die niet onmiddellijk vermoord worden?! - 0 zeg me, waar op de hele wereld bestaat er nog iets gruwelijkers dan jullie mensen?! Is niet een slang, ik of een leeuw, een tijger, een verscheurende wolf en een grimmige beer, een zuivere heilige engel vergeleken bij jullie mensen? O, als ons liefde was gegeven zoals aan jullie, wat zouden wij God beminnen! Maar zelfs zonder liefde beminnen wij Hem door onze nauwgezette gehoorzaamheid oneindig veel meer dan jullie, die niet alleen Zijn liefde waaruit Hij je geschapen heeft, vergeten zijn, maar zelfs Hemzelf, die je geschapen heeft!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] "Sihin! Dat zal jouw naam zijn, - dat betekent, deze naam wil je zeggen dat je een zoon van de aardse hemel bent, welke is een hemel van de dieren, wier ziel voortkomt uit het vuur van de zon en die het gegeven werd tot je ziel te spreken, die een door God gegeven ziel is en door jullie te schande is gemaakt tegenover mij en alle bloeddorstige dieren in de wouden en het struikgewas. Want zij heeft de grote Gever vergeten, terwijl onze ziel het nog nooit gewaagd heeft om ook maar een haarbreed van Zijn ordening af te wijken, ofschoon ook wij net als jullie met vijf zintuigen begiftigd zijn en ook een geheugen hebben en verlangens, en ook aarde en water onderscheiden, vuur en lucht, nat en droog en wij onderscheiden dag en nacht, hoog en laag, stijl en vlak, warm en koud en hebben ook een zeer scherp gezichtsvermogen, waarvoor zelfs een verdorven geest zich niet kan verbergen, maar waarvoor hij rillend van ontzetting als in doodsangst ineenzakt. En dat, omdat hij een onverbiddelijke, krachtige rechter vol moed voor zich ziet, die gekomen is om hem het eerst te ontmaskeren en zijn vuile paleis te verwoesten en zijn onreine bloed te drinken, opdat de heilige bergen er niet mee verontreinigd zullen worden.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Dan pas zal het genoemde vat, vol van zonde en gericht, breken en beladen met alle denkbare vervloekingen op aarde geslingerd worden en deze vanuit haar centrum op alle boze plekken doen ontbranden, en slechts ter wille van de weinige rechtvaardigen zal dan de barmhartige liefde van God de geweldige sluizen van de hemel openen en hoogopgaande vloedgolven zelfs over de hoogste bergen laten stromen om het hellevuur te kalmeren en om de kinderen te behouden en te reinigen, evenals de aarde zelf, om volgens de wil van God een beter geslacht te dragen.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Jullie moeten je geen zorgen maken over de voeding van het lichaam; want waar de Heer een land op aarde gezegend heeft, daar hoeven de bewoners nooit honger te lijden, zolang hun streven erop gericht zal zijn alleen de heilige, alles zegenende wil van de eeuwige, grote Vader steeds voor ogen en in het hart te houden; want de mensen zijn geschapen, opdat zij God en Zijn heilige wil zullen erkennen, daarnaar zullen leven en in woord en daad de allerheiligste naam van de grote, eeuwige God loven en prijzen!
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] "Sihin, ik zegen je in de naam van mijn en jouw God! Het land zal jouw naam dragen. Neem je mooiste zuster tot vrouwen breng met haar in alle gezegende kuisheid kinderen voort, net als de kinderen van God en noem hen 'Zonen van de hemel' en 'Dochters van de aarde'; en als mijn grote geslacht door de liefde van God van de aarde zal worden weggenomen, laat dan jouw nakomelingen liefdevolle, wijze leiders zijn voor de nakomelingen van je broeders!
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Aan jou is nu slechts één vrouw gegeven; maar in de loop der tijden zullen de mannen in alle kuisheid vanwege de verwekking van de geslachten ook meer vrouwen nemen; doch houd je ver van alle hoererij en een ongezegende geslachtsdaad. En als jullie dat allemaal in acht zullen nemen, zal jullie volk reeds na duizend jaar als het gras op aarde en als de sterren in de hemel worden.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Het rijk verviel toen weer in vele delen, tot dan eindelijk in het jaar van de wereld 3786 Liehu-Pang (een straatrover) een leger van gelijkgezinden bijeenbracht, als veldheer alles onderwierp en zich tenslotte als alleenheerser (keizer) en zoon van de hemel, opwierp. Zoveel als maar mogelijk was, verzamelde hij oude, nog ergens verborgen geschriften en sagen, regelde de godsdienst, stelde priesters aan die over het heiligdom moesten waken en scheidde het volk in bepaalde klassen of kasten, waarbinnen men moest blijven op straffe des doods.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[42] En toen zij dan geheel behouden op de bestemde plaats waren aangekomen, verschenen meteen de beide hen hier opwachtende kinderen van God of kinderen van Mijn liefde, Ahujel en zijn vrouw Aza ('zoon van de hemel' en zijn vrouw als 'stilzwijgend rechtvaardig verlangen'). Zij waren kleinkinderen van de kinderen van Adam, vóór Seth en ze namen hen de blinddoeken van de ogen en verwelkomden hen allervriendelijkst. Deze veertien kleinen verbaasden zich enorm over de twee grote kinderen van Mijn liefde, die de juiste grootte voor een mens hadden, namelijk zeshonderdzesenzestig duim voor de man en zesenzestig duim minder voor de vrouw, terwijl de grootte van de geredden nauwelijks zestig duim was.* (* Zie hoofdstuk 37: 1)
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[44] Deze zullen altijd bevestigend zeggen wat God in jullie harten zal spreken en zij zullen je steeds wakker schudden als jullie geest door slaap overmand mocht worden, en zij zullen je veel nuttige dingen leren, zowel lichamelijk als geestelijk, waar jullie zeer veel baat bij zullen vinden. En jullie zullen elkaar geslachtelijk niet eerder bekennen, totdat zij, die nu je ouders zijn, je volgens de heilige wil van God zullen zegenen. En als jullie dan ook gezegend zijn, houd je dan ver van alle hoererij, maar laat de kuisheid als een maagdenpalm op jullie voorhoofden prijken en laat tweedracht, woede, afgunst, gierigheid en ontucht nooit de geheiligde verwekking van jullie kinderen ontwijden, maar matigheid in alles en de liefde tot God boven alles zal je stelregel zijn. Als jullie dat zullen doen, zal je lichamelijke leven lang duren en je afscheid van de aarde zal jullie leiden in het grote licht van de oneindige genade van de eeuwige, heilige Vader, alwaar jullie dan het ware loon wacht van eeuwig leven in de brede schoot van de heilige, liefdevolle Vader in de hoge hemel, ginds voorbij de sterren en eens, ach eens in Zijn liefdevolle hart zelf!
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112  ...