Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 981 van 1490

...  969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994  ...
[10] En ik, Noach, vroeg de Heer nader naar Zijn wil om te vernemen waartoe deze kist dan diende.
Hoofdstuk 334: Noachs verslag over Gods bouwplan voor de ark. Mahals droefheid dat hij van de ark wordt buitengesloten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Ben ik niet even zuiver als jij?! - Waarom wil de Heer mij dan berechten? Wat deed ik dan voor kwaads in Zijn ogen dat Hij mij de toegang tot deze ark verspert?
Hoofdstuk 335: Noachs vermaning aan zijn broer. De verblinding van de eigengereide Mahal en zijn twist met de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Noach schrok toen hij deze woorden van Mahal had vernomen.
Hoofdstuk 335: Noachs vermaning aan zijn broer. De verblinding van de eigengereide Mahal en zijn twist met de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zie, Hij wil en zal binnen hoogstens vijf tot zes jaar de hele aarde onder water zetten door vloedgolven uit wateren van het firmament! En alles zal de dood vinden in deze vloedgolven; alleen Noach zal overblijven met de zijnen en met de door hem in zijn ark opgenomen dieren!
Hoofdstuk 336: Mahal met zijn kinderen op de volle hoogte. Kisarells emstige vraag aan zijn vader Mahal, hoe hij God van een zonde kan betichten. Mahals verwijten aan God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar zie, juist deze grote zuiverheid van geweten heeft een zeker gevoel van triomf in je opgewekt en daardoor grote tevredenheid met jezelf, zodat je je dikwijls afvroeg: `Kan God Zelf van eeuwigheid zuiverder en rechtvaardiger in Zijn orde leven dan ik hier in mijn tijd?!'
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zie broer, juist die triomf van gerechtigheid is God de Heer echter nog minder aangenaam dan een of andere wederrechtelijke handeling als zonde zelf; want dat is nu juist de wortel van de hoogmoed zelf die uit de mens moet verdwijnen wanneer deze iets wil betekenen in Gods ogen.
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar niet alleen deze gerechtigheidshoogmoed heeft je in de ogen van de Heer ongenaakbaar gemaakt, maar wijsheid die daaruit voortkomt en als volgt luidt:
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] O zeg Me, deed Ik er niet goed aan toen Ik de ene die Mij nog gehoorzaamde, Noach, deze ark liet bouwen om ten minste zijn leven te redden omdat reeds niemand anders meer naar Mij wil luisteren?!
Hoofdstuk 338: Het gesprek van de Heer met Mahal. Mahals uitdagende vragen en het wijze antwoord van de Heer. Over het wezen van Gods berouw. De natuurlijke oorzaken van de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] 'Heer, ik zie dat volgens Uw eeuwig ware woord de inrichting van Uw werken goed is omdat U zeker alleen maar langs deze weg met Uw werken het hoogste doel kunt bereiken; maar wanneer zo alles goed en volkomen van U is uitgegaan en er in de hele oneindigheid buiten U niets is en alles wat er is bijgevolg goed en volkomen zoals U moet zijn - o zeg me, wat is dan de oorsprong van Satan en diens onbegrensde boosheid? Waar haalt hij datgene vandaan waarmee hij nu alle mensen tegen U heeft opgeruid zodat zij U verachten en als het mogelijk zou zijn Uzelf met al Uw werken willen vernietigen? O zeg me, wie is Satans schepper en werkmeester?!'
Hoofdstuk 339: De uitnodiging van de Heer aan Mahal. Mahals dwaze tegenvragen en de wijze en zachtmoedige antwoorden van de Heer over dood en onsterfelijkheid. Mahals vraag naar de oorsprong van Satan en zijn fundamentele boosheid en het duidelijke antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Mahal zei: 'Heer, heb ik tot nu toe ooit gezondigd tegen Uw orde?! Zie, U, evenals al Uw hemelen en deze aarde moeten mij het getuigenis geven dat ik gedurende mijn vierhonderdnegentig jaar lange leven nooit heb gezondigd tegen U noch tegen een engel noch tegen mensen en dieren, noch tegen een steen!
Hoofdstuk 340: Het verdere liefdevolle gesprek van de Heer met Mahal. Mahals verwijten onder verwijzing naar zijn zondeloosheid Het verdriet van de heilige Vader en Zijn woorden over bijzondere levenswijzen. Het verschijnen van de engelen en van Waltar. Het verdwijnen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Hierop werd het gezicht van de Heer bedroefd en de Heer sprak tegen Mahal: 'O zoon, omdat Ik je zo liefhad wilde Ik je op deze aarde opvoeden tot een grootvorst van Mijn hemelen! Maar jij zag in Mijn overgrote liefde enkel een verwaarlozing Mijnerzijds ten opzichte van jou; o, hoe blind heeft je eigen gerechtigheid je gemaakt!
Hoofdstuk 340: Het verdere liefdevolle gesprek van de Heer met Mahal. Mahals verwijten onder verwijzing naar zijn zondeloosheid Het verdriet van de heilige Vader en Zijn woorden over bijzondere levenswijzen. Het verschijnen van de engelen en van Waltar. Het verdwijnen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Opdat je echter inziet dat Ik deze ark niet alleen voor Noach, maar voor iedereen liet maken, zullen zich vanaf dit uur engelen uit de hemelen onder de mensen begeven en hen waarschuwen voor zonden en hen uitnodigen deze ark te betreden in de tijd van de nood!
Hoofdstuk 340: Het verdere liefdevolle gesprek van de Heer met Mahal. Mahals verwijten onder verwijzing naar zijn zondeloosheid Het verdriet van de heilige Vader en Zijn woorden over bijzondere levenswijzen. Het verschijnen van de engelen en van Waltar. Het verdwijnen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Waltar zei: 'O Mahal, zie, dat Hij Zich voor je verborg is weer Zijn eindeloze goedheid en liefde! Als Hij nu nog zichtbaar voor je zou zijn, dan zou je reeds geoordeeld zijn door de macht van Zijn zichtbare tegenwoordigheid die je nu gevangen en met onbeschrijfelijke macht naar de Heer getrokken zou hebben! In deze gewelddadige aantrekking zou je al je vrijheid hebben ingeboet en je geest had de dood ondergaan!
Hoofdstuk 341: Mahal bespreekt met Waltar de reden van de onzichtbaarheid van de Heer. Mahals inzicht in zichzelf en zijn berouw. De vergevende woorden van de Heer uit de lichte wolk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] De zon brengt met haar licht immers ook de hele aarde tot leven, want uit haar gaan de levensgeesten over in de organische schepping van deze aarde en wekken alle dode geesten tot leven in een vrije werkzaamheid in hun organen, en jij ziet dan spoedig de aardbodem groen worden en opbloeien in allerlei lieflijke vormen, die het werk zijn van de opnieuw tot leven gewekte geesten in de organen van deze aarde!
Hoofdstuk 341: Mahal bespreekt met Waltar de reden van de onzichtbaarheid van de Heer. Mahals inzicht in zichzelf en zijn berouw. De vergevende woorden van de Heer uit de lichte wolk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] God Zelf heeft de bergen op de aarde geplaatst en geordend voor een duizendvoudig nut en heeft onder de bergen grote en diepe waterbekkens gegraven waarin zich honderd maal meer water bevindt dan in de zeeën van het aardoppervlak. En deze ondergrondse wateren zijn als het ware het bloed van de aarde dat door de brede kanalen van de aarde stroomt, en grotendeels de steeds gelijke beweging van de aarde bewerkstelligt en zodoende haar innerlijke organische leven volgens de ordening van de Heer; want ook het lichaam van een planeet moet een leven hebben, wil het een drager en voeder voor het leven kunnen zijn.
Hoofdstuk 342: Waltars woorden over Gods laatste poging om door Zijn engelen de mensen voor de zondvloed te waarschuwen en te redden. Mahals zending en de aftocht van de engelen naar de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994  ...