Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 982 van 1110

...  970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995  ...
[16] Helena zegt: 'Ik ben van mening dat we dat mooi achterwege moeten laten! Als de Heer hem niet voor ons wil openen, moet hij gesloten blijven in alle eeuwigheid, amen!' Robert zegt: 'Je hebt bepaald geen ongelijk, mijn liefste Helena, maar weet je, als men het al zover heeft gebracht dat men voor de hemelpoort staat, zou men toch ook moeite moeten doen om erdoor te komen! Vragen is zeker geen schande, zoeken nog minder en wat het aankloppen betreft, wil ik meteen op de beide deurvleugels een lawaai maken dat er niet om liegt! Nou, dat is me ook wat: eerst maakte ik als engel met Sahariël al de verste hemelreizen; nu ben ik weer in jullie gezelschap en helemaal ten einde raad! Alleen die fraaie Minerva ontbreekt er nog maar aan! Dat zou werkelijk een mooie grap zijn: haar hier te keer horen gaan over de gesloten poort!'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Cado zegt: 'Mijn beste vrienden, jullie woorden zijn mij uit het hart gegrepen! Dat moet ook Christus als Heer der oneindigheid diep hebben gevoeld, omdat Hij zo vaak tegen klederpracht heeft geijverd. Hij draagt immers ook hier in het rijk van het licht een allereenvoudigst kleed. Ikzelf ben de grootste vijand van iedere vorm van klederpracht, of ze nu op aarde materieel, of hier in het rijk van de geest geestelijk is. Daarom geef ik jullie volkomen gelijk dat jullie je prachtige hemelsgewaad, dat hier niet op zijn plaats is, verafschuwen. Heeft het nu in jullie ogen geen waarde, dan is alles goed en wel. In mijn ogen heeft zelfs zo'n hemelse opschik nooit enige waarde gehad! Maar wat zullen we nu beginnen zolang de poort nog niet open is? Zullen we beginnen te vragen, te zoeken en te kloppen?'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert verkondigt de vele vrienden nu, wat er thans volgens Mijn wil moet gebeuren.
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Bekommer je daar niet om. Als iemand op aarde een vrouw tot zich neemt, dan zal zij hem des te liever zijn naarmate ze rijker is aan goede eigenschappen. Daarom zal het jou hier zeker ook niet onaangenaam zijn als jouw ware vrouw een zo grote schat van Mij heeft ontvangen, dat jullie beiden daaraan voor de eeuwigheid genoeg zullen hebben. Haar rijkdom bestaat uit een onschatbare overvloed aan liefde en jouw schat aan wijsheid is ook niet de geringste.
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Robert, kijk eens hier. Zij, die jij liefhebt, heeft de hele tijd aan mijn hart gerust. Jij hebt heel veel gezien en hebt grote ervaringen opgedaan, maar vraag haar wat zij gedurende die tijd van jouw belangrijke afwezigheid heeft gezien en gehoord! Jij bent in Mijn hemelen doorgedrongen en jouw Helena diep in de grote geheimen van Mijn liefde. Wat denk je nu, wie van jullie beiden heeft door diepe en belangrijke levenservaringen de beste vorderingen gemaakt?'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Mijn liefde, Mijn genade en Mijn zegen zijn voor jullie en voor hem! Hij was reeds zo goed als verloren, maar er was nog een vonkje in hem, dat tot leven kwam in de kwelling, hem aangedaan door zijn voormalige aardse hoofdman. Dat redde zijn hart en verleende hem grote kracht, waarmee hij Mij toen ongevraagd een grote dienst bewees. Hij zal daarvoor ook een grote beloning ontvangen en een meester worden in de strijd tegen de hel.
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert reikt haar een zwaard aan. Minerva rukt het hem uit de handen en lacht daarbij echt satanisch: 'Ha ha ha! Is me dat een zwaard, van lood of van karton? Is dat soms een symbool van jullie hemelse macht en kracht?' Robert zegt: '0 nee, schoonheid, wel is het een symbool van jouw tegenwoordige macht. Ga en strijd ermee, jij ellendige, en behaal je overwinning! Wil je echter met ons meegaan, dan staat ook deze weg voor jou open! Maak nu duidelijk wat je zult doen!'
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Jullie doen er goed aan zo te vragen, maar het vergaat jullie met je vragen zoals diegenen die overal te laat kwamen en daarom ook voor Mij steeds te laat moeten komen omdat Ik overal en in alles de Eerste ben. Jullie zijn als de ledematen van Mijn lichaam, die niet in staat zijn eerder te handelen dan wanneer Mijn geest ze tot handelen aanzet. Als jullie echter bij alles Mijn geest nodig hebben, hoe kunnen jullie dan denken dat Ik eerst door jullie verzoek ertoe bewogen moet worden om iets te bewerkstelligen, waarvan Ik de noodzaak al heb ingezien nog voordat een geest uit Mij zich verheugde over een vrij bewustzijn! Wanneer jullie pas over een zaak beginnen na te denken, heb Ik al zo'n duizend jaar lang voorzorgsmaatregelen getroffen en alles zo op gang gebracht, dat de uitwerking precies zo aan het licht moet treden. Anders zou tenslotte het algemene hoofddoel onmogelijk bereikt kunnen worden, namelijk jullie eeuwige, vrij scheppende leven in Mijn goddelijke tegenwoordigheid.
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Alle profeten en apostelen komen naar Mij toe en zeggen: 'Ja, amen! Uw naam worde geheiligd, zowel hier in Uw hemelen alsook op Uw aarde, de waarachtige leerschool voor de geslachten die voor een eeuwig bestaan ontkiemen onder Uw hart. Alleen dat ene, heilige Vader, vragen wij U als uit één hart en één mond: laat het eindelijk eens afgelopen zijn met het snode werk van de satan! Neem weg van Uw aarde het purper en laat goud, zilver en edelstenen verdwijnen, opdat de mensen niet meer azen op de glans van deze onzalige dingen, maar enkel streven naar zuivere liefde en waarheid. Hoeveel schatten van de geest moeten er wel ten grave gedragen worden, omdat het jagen naar al deze ijdele dingen de mensheid hindert om haar geest volgens Uw orde op te wekken en daaruit onvergankelijke rijkdommen te putten voor tijd en eeuwigheid!
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat is ook al gebeurd, want Ik lees het in je hart en dat is voor Mij de waardevolste dank; heb je Mij deze echter reeds gebracht, waarom zou je er dan nog een slechtere aan toevoegen?' Cypriaan zegt: 'Maar daar weet ik zelf nauwelijks iets van! Hoe kan een mij totaal onbewuste handeling waarde voor U hebben?' Ik zeg: 'Omdat zij overeenkomt met Mijn leer uit het evangelie, volgens welke de linkerhand ook niet hoeft te weten wat de rechter voor goeds doet in Mijn naam! Denk je nog steeds dat een Mij welgevallige dank Mij volgens rooms gebruik onder galmend klokgelui, onder geweldige klanken van orgels, pauken, trompetten en bazuinen en onder het zinloos opdreunen van Latijnse hymnen gebracht moet worden? O vriend, dat alles is Mij de reinste gruwel! Wie Mij oprecht wil danken, die danke Mij in zijn hart en wel zo, dat zijn hoogstwijze verstand daarbij niet meer te doen heeft dan een gewone handlanger bij een of ander meesterwerk. Zo'n dank heb je Mij gebracht; als Ik daarmee uiterst tevreden ben, wat wil je dan nog meer?'
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Helena zegt: 'Liefste Robert-Uraniël, voor God de Heer, onze Vader vol zuivere liefde, bestaat noch iets groots, noch iets kleins! Hij geeft aan het ene werk dit, aan een ander werk een ander doel. Waar echter het doel goddelijk is, daar is ook het middel goed. Ik ben een middel in de hand van de goddelijke liefde en jij eveneens. Jij bent net als ik noch groot noch klein, maar wij zijn elkaars gelijke in de liefde voor God. Laten we daarom elkaar geen lof meer toezwaaien, maar elkaar innig vasthouden in God, onze heilige Vader! Jouw wijsheid moge zich verbinden met mijn in God gerijpte liefde! Als wij zo één worden voor God, dan worden wij een waarachtig echtpaar in de hemel en zullen in die hoedanigheid werken volgens Gods orde.'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Miklosch zegt: 'Broeders, zoals ik merk, gaan jullie hier voor de Heer, de enige eeuwige, ware rechter, een soort juridisch gevecht aan om niets en niemendal. Daar, op enkele schreden afstand aan jullie rechterzijde, staat de Heer vol liefde, goedheid en zachtmoedigheid! Vraag het Hem, en jullie zullen horen wie van jullie het grootste gelijk heeft. Wie zal echter hier voor de Heer Zelf een strijd over aardse onderscheidingstekenen willen beginnen, die juist nu, bij dit misschien voor de gehele eeuwigheid belangrijkste tafereel daar in het noorden, totaal misplaatst is.”
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Minerva zegt: 'Ik zou wel willen, als ik zou kunnen, maar ik kan het niet, omdat het mij voorlopig nog niet mogelijk is. Toch wil ik nu alle denkbare moeite doen om jullie te kunnen volgen. Als ik jullie dan binnenkort zal laten weten of het ja of nee is, kunnen jullie alles doen wat jullie ordening je gebiedt.' Sahariël zegt: 'Goed, goed, ook dit genoegen willen wij je nog doen. Begin daarom meteen aan het bestrijden van je verderfelijke hoogmoed!'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Minerva zegt: 'Welnu, dan vraag ik jullie mij in het kort uit te leggen wat ik moet doen om vrij te worden tegenover God en heel de schepping.' Sahariël zegt: 'Schoonheid, dan hoef je slechts te blijven zoals je bent, want vrij tegenover God en al Zijn schepselen was jij vanaf het begin van jouw bestaan. Het is alleen de vraag of je in God, jouw Schepper en Heer, werkelijk vrij wilt worden. Wat je daarvoor te doen hebt, weet jij evengoed als wij. Handel daarnaar uit vrije wil! Wil en doe datgene wat wij willen en doen, dan zul je ook verkrijgen wat wij jou in naam van de Heer hebben beloofd!'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Minerva zegt: 'Dan vraag ik jullie alle drie om nog een poosje bij me te blijven en pogingen te doen om mij te verbeteren, wat nog steeds mogelijk is, want aan willen ontbreekt het mij toch zeker niet.'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995  ...