17481 resultaten - Pagina 983 van 1166
... 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 ...
[10] Wat zou ik dan voor de eeuwigheid mee hier naartoe hebben moeten of kunnen nemen behalve, mijn verlangen en mijn wil niet meegerekend, enkel en alleen mijzelf! Alleen met dit kleine verschil, dat ik nu deze wereld als een denkend en dus als een iets meer geestelijk gevormd wezen binnenging, terwijl mijn eerste binnengaan, in de materiële wereld hoogst onbeholpen en ellendig was. Hoewel ik dat binnentreden toch zou verkiezen boven het tweede in deze, onwerkelijke wereld. Want in de materiële wereld voelde ik als zuigeling niets, behalve misschien een stille honger of een stille pijn. Maar deze beide martelingen waren voor mij bijna niet merkbaar want ik had toen immers geen bewustzijn. Zou mijn arme aardse moeder mij in die tijd niet de geringste verzorging gegeven hebben, dan zouden tengevolge van jouw goddelijke liefdevolle zorg zeker alle muizen en ratten mij wel hebben kunnen opvreten; de Godheid zou het zeker niet tegengehouden hebben!Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Ja, de Godheid in de borst van mijn moeder zorgde wel voor mij. Maar de grote, almachtige, ergens boven alle sterren, die weet misschien tot op dit ogenblik nog niets van een arme drommel, van ene Robert Blum!
Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Als er een andere weg zou bestaan voor een zelfstandige vrije ontwikkeling van het leven, die nog minder pijnlijk zou zijn, dan zou de Godheid deze zeker in haar orde opgenomen hebben. Maar bij de verhoudingen van de levenszaken zoals die zijn en noodzakelijkerwijs moeten zijn, is nu eenmaal geen betere weg mogelijk. De weg is dus ook goed en doelmatig. En omdat de zaak zo ligt en niet anders, is ze zelf al het grootste bewijs van het zichtbare, grijpbare bestaan van God, zonder wie niets kan ontstaan, zijn en bestaan.
Hoofdstuk 27: Opheldering over de opvoeding van de mens tot zelfstandigheid. Ogenschijnlijk harde opvoedingsschool. Hoogste Goddelijke liefdewijsheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Je zegt weliswaar zoals velen: 'Waarom geschiedt dit afnemen dan niet pijnloos?' Ik zeg je echter: Zou een mens leven volgens de leer van God, dan zou de dood van zijn lichaam voor hem ook slechts een vreugde zijn, of hij zou toch tenminste volkomen pijnloos zijn. Maar omdat de mensen tengevolge van hun vrijheid zich te veel in de antiorde van de materie begeven, hun geest met ijzeren ketenen aan haar hechten en hem opvoeden de wereld te leren liefhebben, moet zo'n scheiding wel met des te meer pijn gepaard gaan naarmate een geest zich vaster heeft gehecht aan de gerichte wereld.
Hoofdstuk 28: Ook de dood van het lichaam een hulpmiddel van Gods liefde. Van het stervensleed in de oude en in de huidige tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt: 'Zeer geëerde vriend! Wat kan ik over deze zaak nog meer denken dan wat jij nu hebt gezegd. Alles is duidelijk, goed begrijpelijk en tevens onweerlegbaar waar. De Godheid kan werkelijk niet anders zijn en niet anders handelen dan zoals jij me hebt aangetoond. Want anders zou de Godheid ophouden Godheid te zijn, of het zou minstens met al haar scheppingen binnenkort volledig gedaan zijn.
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Het ontbreekt ter vervolmaking van mijn geluk er alleen nog aan dat jij, beste vriend, tegen mij zou zeggen: 'Ga weg van mij, vervloekte, in het eeuwige vuur van Gods toorn en brand daar eeuwig onder de afschuwelijkste pijnen.' Dan zou daardoor werkelijk de kroon van de oergoddelijke liefde zijn gezet op het leven en zijn heerlijkheid! Vriend, als zo'n onbegrijpelijk hard en van alle liefde gespeend oordeel ook jou door je liefdevolste Vader werd gegeven, werkelijk, dan zou er van zijn eindeloze liefde niet veel goeds te verwachten zijn! Maar ik geloof dat zo'n wrede veroordeling nooit over je lippen gekomen is, maar dat deze er hoogst waarschijnlijk in later tijd door de liefdevolle ultramontanen aan is toegevoegd. Het waarom zou niet moeilijk te raden zijn! Spreek jij nu weer, want ik heb mijn antwoord beëindigd.'
Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Een wezen dat men nooit kan begrijpen en aanschouwen, kan men nooit liefhebben! Mathematisch is de vorm van een perfecte bol wel de volmaaktste; maar moreel gezien? De grote lichtbollen aan de hemel zien er wel erg mooi uit, maar dat komt door het licht. Maar of men zo'n lichtende bol ook zou kunnen liefhebben? Werkelijk, bij deze vraag laat mijn gevoel me duidelijk in de steek!
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Dit moet je wel van tevoren weten: zoals de druif alleen door de warmte van de zon tot rijpheid komt, zo komt ook iedere mensengeest door de ware liefde tot God tot rijpheid. Als je God niet kunt liefhebben omdat je nog vraagt waar en wie Hij is, heb Mij dan lief uit alle kracht, daar je toch over Mijn bestaan zeker niet in twijfel kunt verkeren. Daardoor zul je al dichter bij de gewenste rijpheid komen. Want de liefde tot de naaste is gelijk aan de liefde tot God. En dat ik hier je naaste ben, daar zul je toch niet aan twijfelen?
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Robert zegt: 'Ja, mijn beste vriend, dat is een heel netelige vraag! Want hoe kan ik hier nu raden wat de goede Paulus daarmee eigenlijk heeft bedoeld! Het zou uiterst gewaagd zijn ronduit te beweren: dat, en niets anders heeft deze hoogst eerbiedwaardige leraar van de heidenen daarmee bedoeld. Ik vind het trouwens erg aanmatigend van menig geleerde, wanneer ze kortweg beweren de ware geest van een of ander geniale schrijver volledig te hebben begrepen! Ik ben veel bescheidener en laat in zulke gevallen heel graag anderen oordelen. Bevalt mij hun oordeel, dan betuig ik hun mijn instemming. Bevalt het me niet, dan luister ik nog naar de meningen van anderen en handel zodoende ook volgens Paulus, die zegt: 'Beproef alles, maar behoud slechts het goede!' Als goed echter kan ik slechts datgene erkennen, wat het meest overeenstemt met mijn innerlijke overtuiging. Zou Paulus het eerste bedoeld hebben, wat best mogelijk kan zijn, dan had hij onmogelijk het tweede kunnen bedoelen, en omgekeerd! Dat is mathematisch en logisch juist.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Kijk, Paulus hield Christus, dus Mij, voor het hoogste Goddelijke wezen zelf, hoewel hij eerst mijn felste tegenstander was. Zeg Me nu eens wat je denkt van het geloof en de wijsheid van de oude Paulus?'
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ik voor mij heb er overigens niet de minste moeite mee, jou, mijn allerbeste vriend, zo lang voor een God te houden, totdat ik ergens een andere vind! Zou zich echter eeuwig geen andere God laten zien, dan blijf jij mijn enige God en Heer, ook voor eeuwig! Want als er één onder ons is, dan ben jij dat beslist! Want bij mij is ondanks al mijn Hegelse wijsheid niet het minste spoor van een Godheid te ontdekken. Maar naar een bewijs waarom ik dit graag geloof en aanneem, moet je mij niet vragen, want dan zou ik je het antwoord weer schuldig blijven.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Bewijzen kan ik mij echter, wat jouw Godheid betreft, volstrekt niet verschaffen. Daarom wil ik ondertussen alleen maar geloven, dat jij voorlopig een God bent. Zou het in de toekomst echter mogelijk worden dit geloof met bewijzen wat duidelijker te maken, dan wordt mijn geloof een zichtbare waarheid. Of mijn geloof echter gemakkelijk zover omgevormd zal kunnen worden is trouwens weer een ander hoofdstuk.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Luister, beste vriend! Tussen datgene wat jij geloven noemt en wat echt geloven is, ligt een oneindig groot verschil! Jouw geloof is pure traagheid van het verstand, terwijl het ware geloof de volle inzet van alle krachten van lichaam, ziel en geest vereist. Jouw geloof is een kikkergeloof. Want zoals een kikker genoegen neemt met iedere nog zo slechte poel, zo neemt een dom gelovig mens genoegen met alle afval. Hij weet ten slotte niet uit elkaar te houden wat hemels of hels is in de leer, die hij blind en dom-gelovig volgt.
Hoofdstuk 33: Over het waarachtige en het onwaarachtige geloof. Gevaren en gevolgen van een stompzinnig, genotzuchtig leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt: 'Vriend, je brengt me werkelijk helemaal van de wijs! Luister eens, als dat wat ik voor geloof houd, geen geloof genoemd kan worden, dan mag je meteen het hoofd van mijn romp slaan. Ik zal nochtans niet in staat zijn om te zeggen wat men dan eigenlijk onder werkelijk geloof moet verstaan.
Hoofdstuk 34: Roberts begrippen over het geloof en de juiste Godsverering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Vriend, dit antwoord heb Ik verwacht. Het moest zo natuurlijk-verstandig uitvallen, omdat jij een op natuurlijk gebied verstandige man bent. Maar van een bovennatuurlijke wijsheid is daarin nog niets te ontdekken. Naar de innerlijke, dus zuiver geestelijke wijsheid echter kan Paulus slechts één bepaald iets bedoeld hebben. Dat moet uit de keuze van zijn woorden precies te definiëren zijn, zodat er in het vervolg over deze gewichtige zaak nooit meer twijfel kan bestaan of hij het ene dan wel het andere heeft bedoeld; echter dat hij heel zeker slechts, nemen wij aan, het eerste bedoeld moet hebben. Maar hoe dit uit de innerlijke, bovennatuurlijke wijsheid af te leiden is, kun jij natuurlijk niet weten. Want Hegel en Strausz, Rousseau en Voltaire hebben dat zelfs nooit begrepen. En jij, als een van de vurigste vereerders van deze wijsgeren, kunt daarom ook onmogelijk die wegen kennen, die voor jouw leraren en leiders nog onbekender waren dan Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland voor de Romeinen.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)