Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 983 van 1110

...  971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996  ...
[3] Minerva zegt: 'Zwijg, jij domme ezel! Ik heb er een afkeer van om met jou te praten! Let op: nu zal ik jullie eens goed laten zien wat ik kan! Mijn regimenten, in het bijzonder die onder de roomse hiërarchie, heb ik nog en ik zal ze hun spel laten spelen! Inquisitie, galgen, schavotten en brandstapels zullen weer ontstaan en honderd keer erger huis gaan houden, en de heersers zullen hun onderdanen met gloeiende gesels slaan en hen bij duizenden tegelijk laten wurgen! Daaruit zul je spoedig opmaken wat ik ook zonder drakenhuid teweeg kan brengen.'
Hoofdstuk 35: Minerva wil zich rechtvaardigen. Cado's weerlegging. Ontmaskering van haar verdorvenheid. Sahariël maakt aanstalten om weg te gaan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De generaal zegt: 'Jij hebt op jouw manier helemaal gelijk, maar ik ook op de mijne. Ook ik veroordeel niet iedere gesierde borst, maar het belangrijkste sieraad op elke borst blijft de zuivere en ware liefde tot God en tot de naaste. Waar dit aan een nog zo opgesmukte borst ontbreekt, stellen bij mij alle andere eremedailles niets voor. Als de Heer echter Zelf zegt: 'Als jullie alles hebben gedaan, erken dan, dat jullie onnutte en luie knechten waren!' _ hoe kan dan een ware volgeling van Christus zich een eervolle onderscheiding op zijn jas laten spelden? Ik meen dat toch niemand hier iets tegenin te brengen heeft, want het is Gods woord!'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Stop, stop! En nu geen lawaai meer, want de zwangere is in barensnood en mag bij de bevalling niet gestoord worden! Miklosch, ga nu weer aan je werk en wees de vertolker. Ik zeg jullie: de oogst is tot rijpheid gekomen, maar de maaiers zijn ook toegerust voor het werk. Ik bemerk op aarde een sterk weeklagen; satan zou hen willen slaan met tienvoudige duisternis, maar deze laatste keer zal hij er geen garen bij spinnen, want zijn inspanningen zijn vervloekt! Van nu af aan zal iedere stap van satan voor heel korte tijd van grote betekenis zijn voor de aarde, het beproevingsoord voor mijn kinderen! Kijk verder en spreek!'
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Minerva zegt: 'Zo! Mij, de parel der oneindigheid, willen jullie nu verlaten en als het ware wegjagen als een veile deerne van de dansvloer! O, dat is fraai en loffelijk van jullie. Eerst hebben jullie het met louter verlokkingen zo ver gebracht, dat ik toegaf en naar jullie toe kwam, en nu willen jullie mij in de steek laten omdat jullie van mening zijn dat ik onverbeterlijk zou zijn. Maar dat is niet zo. Ik ben misschien als geen tweede wezen voor verbetering vatbaar, maar alleen hij die mij het nodige geduld en de nodige liefde bewijst, zal over mij triomferen. Ik ben arm geworden en overal spreekt men met de diepste verachting over mij; moet ik dan niet vol wantrouwen zijn tegenover ieder wezen dat mij benadert? Steeds worden mij beloften gedaan, opdat ik terug zou keren tot God! Als ik er echter dichtbij was, verlieten de aanvankelijk steeds dapper optredende bekeerders mij en lieten mij aan mijn lot over. Maar doe maar wat jullie willen, ik zal ook wel weten wat mij te doen staat. Cado! Als je wilt blijven, blijf dan en ik zal jou volgen, maar met deze twee ga ik niet mee!'
Hoofdstuk 35: Minerva wil zich rechtvaardigen. Cado's weerlegging. Ontmaskering van haar verdorvenheid. Sahariël maakt aanstalten om weg te gaan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Sahariël zegt: 'Dat zal moeilijk gaan, omdat er nog te veel ongerechtigheid in je hart aanwezig is. Dat kan alleen maar verminderd worden wanneer jij je zonder dwang steeds meer onderwerpt aan onze, volgens God geordende wil. Zouden wij nu doen wat jij wilt, dan zouden wij onszelf in jouw gericht begeven en zouden dat daardoor nog harder maken, terwijl wij dat juist moeten verzachten en verminderen.
Hoofdstuk 34: Sahariël over het amen. Minerva's liefdesverklaring. Het wijze antwoord van de engel. Gelijkenis van de twee bronnen. Cado onthult de stand van zaken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Cado zegt: 'O ja, zoveel verstand bezit ik, en godzijdank ook nog iets meer. Als je uiterlijk er eenmaal echt goed van langs zal krijgen, zal ook je innerlijk zich gaan richten naar datgene wat ik, volgens de onveranderlijke Godsordening, met jou wil bereiken. Daarop zeg ook ik een onveranderlijk amen! Begrijp ook jij wat ik met dit onveranderlijke amen heb gezegd?'
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Cado zegt: 'Dan vergis je je; ik handel volgens mijn vrije wil en laat mij door niemand dwingen. Zou ik echter geoordeeld zijn zoiets wel te moeten doen, dan zul je je nog minder kunnen verzetten tegen hetgeen mijn gerichte wil uitspreekt, omdat het dan niet meer mijn wil, maar die van de almachtige God is. Daarom blijft het nu bij datgene wat deze beiden hebben beslist en ik heb bevolen!'
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Sahariël zegt: 'Jij kroon van alle uiterlijke schoonheid! Mij, en mijn vriend Uraniël komt evenmin als vriend Cado een beloning toe, want wij zijn slechts dienaren volgens het wijze plan van de Heer en werktuigen in Zijn hand. Als wij al iets doen, dat de indruk wekt alsof wij het zelf deden, dan is dat toch slechts schijn, omdat alleen Hij het is, die alles volbrengt. Wat daarom de Heer welgevallig is, dat geschiede! Wij zijn allen van de Heer en zijn naargelang de graad van onze ootmoed tegenover Hem, evenals die van onze liefde tot Hem, een beloning die alleen Hem toekomt! Ons komt echter niets toe dan slechts datgene wat Zijn grote liefde, genade en erbarming ons aanbiedt. Je moet daar echter beslist niet bedroefd om zijn: zou Hijzelf jou vanuit Zijn eindeloze liefde aan mijn hart binden, dan zal ik je ook dankbaar en met waardering voor eeuwig aanvaarden! Vind jij, uiterlijk zeer schone lichtdraagster, dit goed en aangenaam?'
Hoofdstuk 34: Sahariël over het amen. Minerva's liefdesverklaring. Het wijze antwoord van de engel. Gelijkenis van de twee bronnen. Cado onthult de stand van zaken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Cado zegt: 'Alleen dát mag gebeuren wat ik bepaal! Als ik toegeef, zijn jij en ik weer voor minstens een halve eeuwigheid verloren. Vergeet niet dat wij beiden duivels zijn en een andere weg hebben te gaan om tot de voleinding te geraken dan Gods engelen. Vrienden, doen jullie me daarom deze zuivere vriendendienst en ga, want in jullie tegenwoordigheid kan ik Minerva nooit verder leiden!'
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu strijkt Cado de haren uit zijn gezicht, neemt tegenover beiden een heldhaftige houding aan en zegt: 'Waar komen jullie vandaan? Wat willen jullie en wie zijn jullie? Geef uiterst nauwkeurig en waarheidsgetrouw antwoord. Denk er goed om... de duivel Cado verlangt zulks van jullie!'
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Kijk, in de hele oneindigheid bestaat er geen wezen dat ik zou gehoorzamen, want ik ben heer en meester over mijzelf en bekommer mij om niemand anders dan om jou alleen omdat je mij zo geweldig goed bevalt, en omdat jij als eerste, grootste en machtigste wezen op God na, nu in de ware betekenis weer dat moet worden, wat jij volgens Gods hoogste wijsheid had moeten worden. Dat gaat echter alleen maar langs de weg die ik je voorschrijf. Daarom nu geen getreuzel meer met die drie stappen, anders zul je je oerschoonheid en waardigheid niet bereiken.'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Miklosch vertelt verder: 'Nu treedt Sahariël naderbij en zegt: 'Luister! Ook ik heb het recht om een krachtig amen uit te spreken. Toch doe ik het niet, omdat elk amen een oordeel inhoudt. Ik raad jullie daarom aan om je amen terug te nemen, want niemand heeft het recht om over iets dat met de goddelijke orde niet in overeenstemming is, naar eigen goeddunken een amen uit te spreken. Wel mag iedere geest een eeuwig amen in zich dragen voor datgene wat met de wil van God in overeenstemming is. Dit amen is het oerleven van alle wezens en hun hoogste vrijheid, indien zij het zich uit zichzelf volkomen eigen maken. Door elk ander amen ontstaan echter hoogmoed, trots en minachting voor al het ware, goede en goddelijke. Het bouwt kerkers, smeedt ketenen en doet het vuur van alle verderf ontvlammen. Neem daarom jullie amen terug en begeef je in een eeuwig Gods amen! Dan zullen jullie beiden het snelst vrij worden van de hel, die nog heel sterk in jullie harten tekeer gaat. Volg deze raad op en het zal jullie werkelijk niet slecht vergaan!'
Hoofdstuk 34: Sahariël over het amen. Minerva's liefdesverklaring. Het wijze antwoord van de engel. Gelijkenis van de twee bronnen. Cado onthult de stand van zaken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Cado zegt: 'Ik dank jullie voor je eventuele bescherming en ook voor jullie waken over mij, maar ik moet jullie beiden bekennen dat het mij liever geweest zou zijn als jullie me noch beschermd, noch bewaakt zouden hebben, want ik heb genoeg aan de naam en de kracht van die grote Ene; al het andere telt voor mij niet. Ik verzoek jullie daarom je onmiddellijk van mij te verwijderen, anders zou ik geweld moeten gebruiken. Mijn vurig beminde Minerva is immers nog lang niet op het punt aangekomen om vreemde gasten, die er als echte klaplopers uitzien, te verdragen. Als zij eenmaal geheel volmaakt is, dan kunnen jullie terugkomen en je over haar volledige herstel verheugen. Maar nu verder geen hulp meer, want die zou mijn moeite alleen maar vertragen en geenszins verkorten. Dus de Heer behoede jullie, vrienden!'
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Satana, als het je mogelijk is om nog een staaltje van dien aard uit te voeren, doe het dan maar! Daardoor krijg ik des te meer gelegenheid om jou door en door te leren kennen. Met jullie, schimmen, zal ik echter in de naam van God, Jezus de Gekruisigde, dadelijk afrekenen. Bekijk deze steen; hij is beschreven met de Godnaam Jezus, alsook met drie kruisen. Deze steen zal aantonen uit wiens geest jullie voortkomen!'
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Na een poosje richt Cado zich op en zegt tot de vreselijke demonen: 'Jullie macht en bedrevenheid in het bedriegen ken ik; ze is niet jullie werk! Jullie zijn zelf slechts lege schimmen en pure fantasiebeelden van deze ene, voor wie jullie zo'n nutteloze, bedrieglijke schijnvertoning opvoeren. Waren jullie echte wezens, dan zou ik jullie zelfs willen belonen voor een dienst die jullie mij hebben bewezen, want door jullie gedrag en jullie woorden raakte ik meer vertrouwd met haar karakter, en dat is voor mij van het grootste belang. Verscheur haar, als jullie kunnen! Ik zou het kunnen doen, maar dat wil ik niet omdat ze zo'n inspanning van mijn kant helemaal niet waard is.
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996  ...