Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 983 van 1112

...  971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996  ...
[7] Als beide in de zaal zijn, merkt bisschop Martinus meteen, dat het ronde bord helemaal beschreven is. Hij gaat er snel naar toe en probeert te lezen, wat erop geschreven staat. Maar dat lukt hem niet, want hij kent dit schrift niet, dat er uitziet als hiëroglyfen. Daarom begint hij zich opnieuw te ergeren en zegt:
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] BISSCHOP MARTINUS vestigt nu zijn blik intensiever op het bord en ziet de woorden: 'Requiescant in pace, et lux perpetua luceat eis!'*(* 'Zij mogen in vrede rusten, en het eeuwige Licht zal hen verlichten!' ) en weer verder: 'Requiem aeternam dona eis, domine!'** (** 'De Heer geve hen eeuwige rust') en weer verder: 'Memento, homo, quia pulvis es et in pulverem reverteris'*** (*** 'Bedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult weerkeren!' )en nog een aantal van dergelijke zeer dwaze fragmenten. Nadat hij ze allemaal heeft gelezen, wendt hij zich weer tot Borem en vraagt hem zichtbaar opgewonden:
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] BOREM zegt: 'Nu goed, luister dan. Waar en wat is dan de dag van de toorn, van het oordeel? Wie zal er dan toornig zijn en wie zal er oordelen? Denk jij dat God een God van toorn is en een God van het oordeel? O nee! Zie, God is de zuiverste en hoogste liefde Zelf, die van Zich Zelf zei: 'Ik kom niet om de wereld te oordelen, maar om iedereen zalig te maken die aan Mij gelooft en Mij liefheeft!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De Heer spreekt wel van een opwekking op de jongste dag, maar die begint echter bij iedereen meteen na de dood van zijn lichaam. Maar over een oordeel spreekt Hij alleen maar als volgt: 'Ieder heeft echter al in zich wat hem zal oordelen, namelijk Mijn Woord!' Als nu echter zo het woord van de Heer luidt, waar blijf je dan met je onheilspellend 'Dies irae, dies illa'. Dat zou dus beter kunnen luiden: 'O dag van mijn naakte dwaasheid en mijn hevige boosheid!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] BOREM valt hem in de rede: 'Vriend, juist dáárvoor, waarvoor bij jullie op aarde de uitsluitend dogmatisch latijnse ritus goed is! Want daar begrijpt ook niemand iets van, behalve wanneer hij deze heidense taal machtig is. Opdat op aarde echter vooral niemand zal begrijpen wat er zich in de zogenaamde godsdienstige latijnse ritus gebeurt, ook al zou hij het Latijn machtig zijn, moet er tijdens de mis met orgels, pauken en bazuinen een buitensporig lawaai worden gemaakt, opdat niemand zal horen, wat er allemaal gebeden of geblèrd wordt. In het andere geval echter wordt die mis zachtjes gemompeld, zodat ook daarvan niemand iets zal verstaan. Zeg, is dat ook niet dwaas - en toch bisschoppelijk?
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Als jij deze tekst zo goed kunt toepassen en er naar jouw mening geen laatste algemeen oordeel bestaat: hoe leg jij dan vervolgens die teksten uit, die uit de mond van de Heer komen en die juist ondubbelzinnig de verschrikkelijke wederkomst van de Heer als onverbiddelijke rechter aankondigen? Waarin de Heer de voortekenen op zich al als meer dan vreeswekkend afschildert, zoals grote rampspoed, duurte, hongersnood, oorlogen, volksopstanden, aardbevingen, het verschijnen van het teken van de Mensenzoon aan het firmament, het opstaan en de val van de Antichrist, de verduistering van zon en maan en het naar beneden vallen van de sterren aan de hemel. En waarin Hij tenslotte de verschrikkelijke voorbereiding voor het oordeel op de Jongste Dag en aan het eind daarvan het verschrikkelijke gericht zelf beschrijft: hoe de vervloekte ketters, hoerenlopers en echtbrekers naar de dui… God sta ons bij moeten lopen onder begeleiding van miljarden bliksemstralen, die uit de monden van de uitverkorenen en van de engelen Gods als een maar al terechte vloek over al die talloze verdoemde ketters, zoals jij er ook een bent, zullen uitgaan?
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Na deze woorden verdwijnt Borem en bisschop Martinus is nu helemaal alleen en volkomen aan zichzelf overgelaten. Nu pas komt het er op aan, wat hij zal doen en hoe hij met al de wijze lessen in en om zich heen zal omgaan.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na een tijd van twaalf aardse uren, waarin hij de geestelijk kunstige wereldglobe helemaal heeft doorgrond en er niemand meer bij hem is gekomen, begon hij weer het volgende gesprek met zich zelf te voeren:
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Nee, je moet wel de grootste afschuw van alle leven krijgen, als je op aarde die schandelijke ontaarding zo regelrecht gadeslaat. Temidden van de opvallendste wonderen van God hebben zoveel miljoenen mensen bijna geen begrip van Hem en gedragen zich op zo'n eigenaardige, heerszuchtige manier, alsof ze werkelijk eeuwig willen leven op een wereld, waarop toch van alle kanten miljardenvoudig het stempel van de dood is gedrukt. Werkelijk, dat is toch merkwaardig, merkwaardig. Ik ben weliswaar ook nog een rund, maar dit is toch al te dol!
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] De hoge bisschoppelijke Anglicaanse Kerk in Engeland geeft zich ook heel veel moeite om de leer van het geven door allerlei schandelijke middelen binnen haar gemeente sterk uit te breiden. Maar zelf geeft ze een dode kat nog geen gat in de grond om hem te begraven!
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Na deze alleenspraak wordt bisschop Martinus weer stil en overlegt bij zich zelf wat hij nu zal doen; maar er valt hem helemaal niets geschikts in.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Het komt hem trouwens heel komisch en onbegrijpelijk voor, dat zijn huis van binnen uit een enorme hal bestaat, terwijl het er van buiten niet veel groter en voornamer uitziet dan het huisje van een of andere kluizenaar op aarde. Ook verwondert hij zich er niet weinig over, dat hij buiten dit tuinhuis geen spoor van de twaalf binnenste zijvertrekken ontdekt, terwijl deze binnenin het huis toch zo'n wonderlijke rol speelden.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Omdat hij zich echter een tijdlang buiten zijn huis ophoudt en niets van al datgene vindt, wat hij graag zou willen vinden, loopt hij daarop wat landerig een tijdlang in zijn kleine tuin heen en weer en vindt enkele onaanzienlijke bessen, die hij al gauw plukt en opeet, omdat hij wat honger begint te krijgen. Maar deze kost smaakt hem nu juist niet al te goed, zodat hij daarvan maar niet te veel eet. Wel zoekt hij nog een tijdje verder, maar omdat hij niets vindt, gaat hij weer zijn huis binnen en geeft het dan ook op, om nog naar de galerijen te willen gaan.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] In huis begeeft hij zich weer naar het witte bord en bekijkt het van voren en van achteren, maar ontdekt nog geen veranderingen: op de voorkant is het nog steeds leeg en op de achterkant die naar het astronomische mechanisme is gewend, staan nog de eerdergenoemde latijnse spreuken, dus voor onze bisschop Martinus niets interessants. Hij gaat daarom weer naar een deur en wel naar die van de zon, opent deze en ziet vandaar heel in de verte de zon en vermaakt zich tenminste met haar licht, omdat hij anders niets kan ontdekken.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Nadat hij ongeveer een paar uur lang, naar zijn gevoel gerekend, naar buiten heeft gekeken, begint hij nu weer als volgt met zich zelf te praten:
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996  ...