Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 985 van 1166

...  973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998  ...
[7] Wanneer Ik je nu ook nog zou prijzen, ofschoon al je aardse doen en laten goed beschouwd slechts Mijn terechte afkeuring verdient, en er in jou bovendien nog een sterk verlangen naar lofprijzingen aanwezig is, waardoor je Mij op zijn minst zover zou willen brengen dat Ik jouw wijsheid zou waarderen en een groot respect zou krijgen voor de scherpte van je verstand, wat zou er dan van jou terecht komen?
Hoofdstuk 37: Lofprijzing als gevaar voor de ziel. Zelfs engelvorsten hebben deemoed nodig voor hun geestelijke vooruitgang. Beken deemoedig je schuld, omwille van je welzijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Zoiets is echter absoluut onmogelijk. Zelfs de grootste wijze van alle sterren moet tot in de meest innerlijke vezel van zijn leven voor Mijn wijsheid buigen. En dat is heilzaam, zelfs voor de diepzinnigste engelengeest. Want ook de grootste engelen moeten deemoedig zijn, willen ze volkomen zalig zijn, ofschoon de glans van hun wijsheid iedere zon tot een donkere klomp maakt wanneer deze in de sfeer van hun licht komt.
Hoofdstuk 37: Lofprijzing als gevaar voor de ziel. Zelfs engelvorsten hebben deemoed nodig voor hun geestelijke vooruitgang. Beken deemoedig je schuld, omwille van je welzijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt: 'Vriend, je woorden klinken heel ernstig. Je schijnt het heel serieus met me voor te hebben, waarvoor ik je uit het diepst van mijn hart dankbaar moet zijn. Maar hoe je mij als nog veel te weinig verdeemoedigd kunt beschouwen, is mij totaal onbegrijpelijk. Ben ik dan niet al van af mijn ellendige geboorte door alle mogelijke tegenslagen tot het uiterste vernederd?
Hoofdstuk 38: Roberts terugblik op zijn aardse lotgevallen. Tuchtig mij, maar verlaat mij niet - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Toen in Oostenrijk grote onlusten uitbraken, dacht ik er aan hoe het mij in mijn staat gelukt was een volksopstand tegen de koning te bedwingen. Ik dacht toen, dat me dat in Oostenrijk ook wel zou lukken! Ik nam dus het besluit mij daarheen te spoeden.
Hoofdstuk 38: Roberts terugblik op zijn aardse lotgevallen. Tuchtig mij, maar verlaat mij niet - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Of is dat voor jou ook nog te weinig deemoed? Moet ik soms nog meer vernederd worden? Ik vind vooral in mijn huidige situatie, dat zoiets totaal onmogelijk is. Want ellendiger te zijn dan ik nu ben, zal zeker nauwelijks een wezen, waar dan ook, beschoren zijn!
Hoofdstuk 38: Roberts terugblik op zijn aardse lotgevallen. Tuchtig mij, maar verlaat mij niet - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Ik heb niets anders dan jou alleen, mijn allerbeste vriend. Jij bent mijn alles: mijn troost, mijn grootste rijkdom, mijn enige schadeloosstelling voor al mijn aardse lijden en vernederingen! Maar, in plaats van me te troosten, roep jij door jouw uiterst wijze spreken bij mij ook nog een heleboel nieuwe, pijnlijke twijfels op, die mijn diepe ellende alleen maar kunnen vergroten, maar nooit kunnen verminderen. 0, beste vriend, dat is een beetje hard van je!
Hoofdstuk 38: Roberts terugblik op zijn aardse lotgevallen. Tuchtig mij, maar verlaat mij niet - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Het kan best zijn dat je de beste bedoelingen met me hebt. En als het me mogelijk is te doen wat je me aanraadt, dan kan dat ook wellicht mijn grootste geluk zijn. Maar bedenk daarbij wel, dat ik een ellendig en allerongelukkigst wezen ben, dat het volledig ontbreekt aan alles wat het gemoed zou kunnen opbeuren. Daarom zou je je zeer wijze lessen tenminste zo kunnen brengen, dat ze mij niet te veel angst aanjagen!
Hoofdstuk 38: Roberts terugblik op zijn aardse lotgevallen. Tuchtig mij, maar verlaat mij niet - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Ik wil me voortaan niet meer met ook maar de geringste gedachte loven. Al mijn handelingen zullen voor eeuwig met het stempel van slechtheid en verachtelijkheid gebrandmerkt blijven. Graag wil ik voor jou, als je dat verlangt, het minste en geringste waardeloze wezen van de hele oneindigheid zijn.
Hoofdstuk 38: Roberts terugblik op zijn aardse lotgevallen. Tuchtig mij, maar verlaat mij niet - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik ontdek nu echter werkelijk een goede ommekeer in jou en kan je daarom verzekeren, dat het al heel vlug beter met je zal gaan. Alleen moet je datgene wat Ik je nu bekend ga maken nauwkeurig volgens Mijn voorschrift opvatten en daarnaar handelen met je hart, dan zul je meteen helderder beginnen te zien. En je zult over het wezen van veel dingen waarover je nu nog in het duister verkeert, helderheid en duidelijkheid verkrijgen.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Toen ik mij mettertijd, ondanks alle belemmering enigszins uit het stof omhoog gewerkt had, braken er onlusten uit in mijn staat. Zie, ik bedwong ze door mijn rechtschapen wil en verstand, zonder mij daarvoor door de overheid te laten bevorderen. Toen daarop heel Europa opstandig werd, werd ik als gedeputeerde van mijn staat naar Frankfurt gezonden en ik vertegenwoordigde daar mijn staat naar beste vermogen, geleid door mijn bewust goede wil. Heus, het was in de verste verte nooit mijn bedoeling iemand schade te berokkenen, maar alleen slechts te helpen, en wel op de manier zoals ik het voor de volkeren, volgens mijn toenmalige overtuiging, voor nuttig hield. Of het hun werkelijk voordeel zou hebben gebracht als mijn projecten zouden zijn verwezenlijkt, is een andere kwestie. Maar toentertijd kon ik onmogelijk anders handelen dan zoals ik het naar kennis en geweten goed en billijk achtte. En ik ben van oordeel, dat ieder woord en iedere handeling voortkomend uit een rechtschapen gemoed, door God en iedereen als juist wordt erkend. Want ik geloof dat ook God slechts naar de wil en niet naar het resultaat kijkt, dat toch altijd in handen van de goddelijke macht ligt.
Hoofdstuk 38: Roberts terugblik op zijn aardse lotgevallen. Tuchtig mij, maar verlaat mij niet - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Robert zegt: 'Ja, mijn beste vriend! Als ik dat zou begrijpen, dan zou ik werkelijk nooit op deze treurige plek, waarop ik nu sta, terecht gekomen zijn.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Welnu, luister dan! Johannes de Doper is binnen het lichaam van de kerk datgene, wat bij ieder mens het uiterlijke, wereldse verstand is. En het verstand van ieder mens zou moeten zijn als dat van Johannes. Zoals Johannes voor Mij de weg heeft bereid, zo zal ook een goed uiterlijk verstand de weg naar het verstand van het hart vrijmaken; het verstand van het hart, dat gelijk is aan Mijzelf. Want Ikzelf neem dit verstand van het hart uit mijn Geest en leg het als een goede zaaier in de bodem van het hart; dat is de echte liefde, die door deemoed en zachtmoedigheid heel goed wordt gevoed.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Wat ben je nu van plan te doen na Mijn uitleg van die teksten, die volgens je bekentenis Diegene voor jou verborgen, die je het duidelijkst had moeten waarnemen?'
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Wat hield mijn blik toch gevangen, dat ik U niet herkende? Wel zei me mijn sterke liefde tot U, dat U meer moest zijn dan waarvoor mijn armzalige verstand U hield. Maar een duivel of wie dan ook, schoof steeds een sluier voor mijn ogen. Maar nu zie ik de eindeloze kloof tussen mij en U! Nu kan ik niets anders zeggen dan: 0, mijn grote Heer en God! Wees mij genadig en ontferm U over mij, arme, dwaze zondaar, die ik voor U ben!'
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Tot nu toe was je zonder gezelschap en had je ook geen vaste grond om je voeten op te zetten. De schrale grond hier komt precies overeen met de door jou aangenomen leerstellingen, die je als nieuw-katholiek aan Mijn evangelie hebt ontleend. En Ikzelf kwam je precies zo tegemoet als jij je Mij op aarde, met behulp van je verstand, in je hart had voorgesteld: namelijk alleen maar als een zeer wijze leraar uit het verleden. Zo echter kon Ik natuurlijk niet blijven, maar Ik moest je door allerlei leringen zover brengen, dat je Me uiteindelijk uit jezelf moest zien als datgene, wat Ik eeuwig al ben en ook eeuwig zal blijven!
Hoofdstuk 40: Nieuw leven uit de Goddelijke geest begint. Aankondiging van een nieuwe vrijheidsproef op een hoger erkenningsniveau - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998  ...