Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 985 van 1037

...  973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998  ...
[29] Daarmee zijn we klaar met het beschrijven van zowel de mens als de planten- en dierenwereld wat de hoofdzaken betreft; derhalve zullen we ons nu naar de werken van de mensen van deze gordel wenden.
Hoofdstuk 45: Het zesde gordelpaar, dat met Uranus overeenstemt. Mensen, planten en dieren aldaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Evenzo kunnen jullie naar het bouwwerk van een bij kijken. Zie hoe stoutmoedig dit diertje door middel van een nauwelijks zes millimeter dikke, bruinachtig wassen steel hun hele bouwsel van cellen aan een wand ophangt, wat beslist meer wil zeggen dan wanneer jullie in dezelfde verhouding met reusachtige kettingen het grootste paleis aan een hoog in de lucht gebouwde boog zouden hebben opgehangen.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] De voorhof van zo’n tempel bestaat uit een meer dan honderd klafter hoge ringmuur, die echter niet in een recht vierkant is gebouwd, maar zich altijd richt naar de bodemgesteldheid van het land, waar zo’n tempel gebouwd is.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Laten we nu dit water oversteken en een Duitse mijl verder gaan! - Kijk, hier komt ons met een huiveringwekkende hoogte reeds de eerste voorhof van de eigenlijke tempel tegemoet. - Een achtduizend klafter hoge muur, helemaal glad en zonder ramen naar buiten toe, staart ons aan. Boven deze muur zien we nog in een blauwige verte regelmatige, witte spitsen als naalden; dit zijn echter eveneens ronde sierzuilen van de bovenste rand van deze muur, die ieder nog tweeduizend klafter hoog zijn en een omtrek van duizend klafter hebben.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] De hals is naar verhouding eerder kort dan lang en ook eerder vierkant dan rond. - Op de hals staat een verhoudingsgewijs sterk hoofd; dat wil zeggen: een hoofd waarvan de afzonderlijke delen sterk geprononceerd zijn. Het voorhoofd is hoog, maar naar de haren toe in zekere zin naar voren gebogen en loopt boven de slapen als het ware uit in twee tepels. De slapen steken eveneens uit als twee langwerpige knollen. Ook de wenkbrauwen steken erg uit. De jukbeenderen zijn eveneens tamelijk sterk naar voren gebogen. De ogen liggen diep, zijn in verhouding tot het hoofd middelmatig groot en er ligt een wild vuur in. De neus is sterk en heeft halverwege een tamelijk sterk uitspringende neusbrug. De mond is verhoudingsgewijs eerder groot dan klein en heeft aan beide hoeken sterk gespierde plooien. - De kin steekt eveneens erg uit en heeft geen baard. - Zo kunnen ook de oren eerder groot dan klein genoemd worden en staan verder van het hoofd af dan bij jullie.
Hoofdstuk 45: Het zesde gordelpaar, dat met Uranus overeenstemt. Mensen, planten en dieren aldaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Als jullie willen weten hoeveel kamers er in één gevel van het gebouw zijn, hoeven jullie alleen maar de onbekende afmeting van de kamers vast te stellen aan de hand van het aantal ramen en de onderlinge afstanden daarvan, en daarna de hele lengte van zeventig mijl door die kamerafmeting te delen, dan kunnen jullie je het grote aantal kamers goed voorstellen. - Iedere kamer heeft bovendien nog zijn eigen ingang, zowel van buitenaf als van binnen. En alle kamers van een verdieping zijn van binnen eveneens door middel van deuren met elkaar verbonden, en wel zodanig, dat men door de kamers alle vier de gevels van een verdieping rond kan lopen. Bovendien leidt er vanuit iedere kamer langs de muur, die dwars door de kamer loopt, een sierlijke en gemakkelijke trap naar het vrije, van balustraden voorziene platte dak van zie verdieping. - En in iedere kamer woont een eigen familie.
Hoofdstuk 46: Het winnen en gebruik van metalen, bouwkunst en woonhuizen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[20] We gaan dus weer door dit zesde gebouw met zes verdiepingen heen. Hier treffen we plotseling een duizend klafter brede straat aan. Deze straat is doorgaans even glad geslepen en gepolijst als een spiegel bij jullie. - En tenslotte verheft zich in een geweldige zuilenpracht het zevende gebouw met zeven verdiepingen. - Dit gebouw verschilt niet alleen van de vorige door de verschillende kleuren van de verdiepingen, maar ook door de zuilen, die zowel van buiten als binnen iedere afzonderlijke verdieping dragen. Want de eigenlijke muren van dit zevende gebouw staan pas binnen de machtige zuilengalerijen. - Dat de zuilen van de onderste verdiepingen altijd sterker zijn dan die van de bovenste spreekt vanzelf, omdat deze steeds meer de last van de bovengelegen verdiepingen moeten dragen. Iedere zuilenrij heeft een andere kleur, eveneens in de volgorde van de regenboogkleuren. - Het dak is eveneens plat en boven iedere zul verheft zich een obelisk, die bovenaan nogmaals met een grote gouden bol versierd is. Elke obelisk is door een sierlijke balustrade met een andere verbonden en biedt op deze wijze een buitengewoon prachtige aanblik. - Dit zevende gebouw is als gevolg van de zowel naar buiten als naar binnen gekeerde zuilengalerijen, die elk zo’n twintig klafter breed zijn, zoveel breder dan de andere gebouwen, dat de totale breedte van zo’n gebouw honderd klafter bedraagt.
Hoofdstuk 46: Het winnen en gebruik van metalen, bouwkunst en woonhuizen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Maar Ik zeg: Heb maar geduld! Kijk eens naar menig dier op jullie aarde en vergelijk het wat zijn werken betreft met jullie - dan zullen jullie zonder twijfel met huivering vaststellen, dat jullie de grootste werken van jullie handen als armzalige slakkenhuizen moeten beschouwen, vergeleken bij die van het dier. - Maar opdat jullie dit wat duidelijker zien, zal Ik jullie nu ten eerste naar een niet zelden meer dan een klafter hoog mierennest brengen. Vergelijk dit werk eens met de grootte van de bouwlieden ervan! Is het in verhouding niet duidelijk groter en met betrekking tot de bouwlieden meer dan wanneer jullie, op grond van jullie grootte en kracht, een Chimborasso of een Himalajagebergte aangelegd zouden hebben? - Mochten jullie dit wat overdreven vinden, wees dan zo goed de verhouding van een en ander na te rekenen, dan zullen jullie dit volkomen bevestigd zien.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[25] Zo’n schip wordt ten eerste van de meest kolossale boomstammen gemaakt en lijkt eigenlijk meer op een enorme korf dan een schip. Zo’n drijvende korf is dan gewoonlijk een Duitse mijl lang en minstens vijfhonderd klafter breed. De wanden van de drijvende korven zijn gewoonlijk driehonderd klafter hoog, en de schepen zijn van het ene boord naar het andere met zeer massieve ijzeren stangen en haken als het ware voor eeuwig aan elkaar vastgemaakt. De bodem van zo’n schip, die gewoonlijk gebouwd is van de allermassiefste bomen, in drie lagen op elkaar, is bovendien nog beslagen met een soort dikke metalen platen. Dit hout versteent in water. Boven water wordt het geïmpregneerd met een speciaal materiaal, zodat het daardoor dan ook voor eeuwig onverwoestbaar is. En bij een dergelijke schipbrug sluit het ene schip ook stevig tegen het andere, terwijl de schepen met buitengewoon sterke metalen klemmen zo stevig aan elkaar bevestigd zijn, dat deze grote drijvende korven tenslotte één ononderbroken lijn over de hele inham heen vormen.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Kijk eens naar de begane grond van dit reusachtige gebouw, hoe daar achterin de grote tunnelachtige gangen vuren laaien, en luister eens hoe het daar knalt en klettert. Kijk, dat is de school van de smeden, waar ze allerlei dingen van metaal leren maken. En zo zullen jullie op iedere galerij iets anders ontdekken.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Kijk, hier verheft zich een nog kolossaler gebouw dan het voorgaande. Het is weliswaar niet zo breed, maar minstens nog eens zo hoog als het voorgaande gebouw. Naar buiten heeft het ook geen ramen, maar in plaats daarvan des te meer naar binnen toe.
Hoofdstuk 49: Het kunstmuseum van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Maar laten we vanaf dit gebouw nu weer naar voren kijken, dan zien we opnieuw een ongeveer drie mijl breed veld voor ons, dat ten eerste rijkelijke beplant is met allerlei vruchtbomen, maar temidden van de vruchtbomen tegelijkertijd ook een groot aantal kleine bouwkundige proeven te zien geeft. Uit alles blijkt, dat hier tevens de school voor de bouwkunst gehuisvest is. Daarom is hier ook een groot aantal kleine woonhuizen voor zowel leerlingen als leraren, die tevens het recht hebben deze boomgaard vrij te gebruiken. - Het volgende gebouw zullen we echter pas de volgende keer in ogenschouw nemen.
Hoofdstuk 49: Het kunstmuseum van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Deze dienaren worden ingedeeld in zeventig klassen, en iedere klasse heeft zijn eigen bezigheden in de tempel. De klasse die op de eerste vier etages van de eerste trede woont, is de laagste en gewoonste. Iedere klassen die op een hogere trede woont staat qua ambtsuitoefening hoger en voert steeds minder vaak handelingen in de tempel uit. De klasse die op de allerbovenste, dus de zeventigste trede woont, komt maar uiterst zelden van hun hoogte naar beneden om in de tempel dienst te doen. Op deze trede wonen dan ook alleen de hoogste en meest diepzinnig wijze priesters van zo’n tempel.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Verder naar binnen, ongeveer een Duitse mijl bij de torens vandaan, verheft zich een groot rond gebouw tot een hoogte van duizend klafter. Dit ronde gebouw heeft geen verdiepingen, maar bestaat enkel uit bogen, waar overheen een meer dan tweeduizend klafter brede weg loopt. Deze weg is zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde omgeven door de prachtigste en mooi versierde balustraden. Overal waar een boogpijler op de grond staat is er boven de weg nog een soort geweldige triomfboog opgericht, die nog eens een hoogte van vijfhonderd klafter boven de weg heeft.- Door iedere pijler kan men via een wenteltrap in het midden ervan op de weg komen. Vanaf de weg leidt er dan weer in de zijmuur van een triomfboog een tweede wenteltrap naar de hoge galerij van de triomfboog zelf, die van boven plat is en ook daar weer omgeven is door stevige, metalen balustraden.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Naast iedere trap, die buitenlangs naar het hoogste punt leidt en aan beide zijden stevige balustraden heeft, loopt met name naar het inwendige van het gebouw een zogeheten glijbaan. Deze dient er evenwel niet voor om mensen daarlangs naar beneden te laten glijden, maar veeleer voor het doel, waar bij jullie de zogeheten afvoerpijpen voor dienen. Deze baan is namelijk een half open buis, en daarin kan van iedere trede alles wat onbruikbaar is alsook al het afval gegooid worden, waarna het dan in deze buis naar beneden glijdt; en als er iets blijft steken of hangen, dan wordt dat weggespoeld met een waterstraal of kan het over de balustraden van de treden naar buiten gegooid worden.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998  ...