Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 986 van 1088

...  974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999  ...
[15] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, je opmerking is volstrekt juist en goed - ik heb immers zelf ook nog wel enkele merktekens in me, die me soms nog heel erg pijn doen! Maar ik zeg jullie ook wat waar is: de Heer Jezus heeft daaraan niet de minste schuld, doch altijd alleen degene die het aangaat. En dikwijls ook wel de hemelse ambtenaren van de Heer, die niet zelden naar willekeur handelen, waarvan jullie nog helemaal geen begrip hebben!
Hoofdstuk 57: Het beklagenswaardige gezelschap wordt gesterkt - Dank en klachten over hun lotgevallen - De toespraak van de geredden en het antwoord van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zoals gezegd, jij bent na werkelijke of alleen maar naar ons gevoel triljoenen van aardse jaren - wat om het even is - het eerste menselijke wezen dat we in deze eindeloze woestijn ontmoeten. Is dat niet afschuwelijk - een dergelijk loon voor ons martelaarschap op aarde? Ach, wat zijn de mensen op aarde toch grote ezels! Maar wij waren dan toch nog de allergrootste!
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'O, nu weet ik opeens meer dan ik wilde weten. Maar dat geeft niet; wij blijven daarom even goede vrienden. Breng nu echter ook de kloosterzusters naar mij toe, zodat ik ook van hen kan vernemen, hoe zij bij jullie en hoe ze hier terecht zijn gekomen!'
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] De woordvoerder gaat nu meteen terug naar de deur van het huis waar de zusters zijn, roept ze en brengt ze dan bij bisschop Martinus.
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En als dat drie keer achter elkaar nog geen resultaat had opgeleverd, dan liepen wij de kerk binnen. Als dat ook niet hielp, dan kastijdden wij ons zelf dikwijls tot bloedens toe en bekleedden ons met het allerscherpste cilicium* (* boetegordel van ijzerdraad met punten naar binnen ) op het blote lijf; en als dat dan nog niet het gewenste resultaat had, dan moest de biechtvader soms met duivel uitdrijvende middelen te hulp komen, die echter helaas alleen bij de jongere zusters met goed resultaat konden worden aangewend. Bij ons ouderen moesten dan ijskoude baden in plaats van duiveluitdrijving worden aangewend, soms ook nog een aderlating.
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Toen ik van de aarde hier aankwam, zag ik hoe een heel slecht mens, niet anders dan een hoer, door stralende engelen werd afgehaald en naar de hemel werd geleid - zo'n canaille. Bij mij kwam er nog geen kat, laat staan een beter schepsel uit de hemel! Ik vraagje, is dat soms gerechtigheid? Ach, wat een ellende, wat een ellende!
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Hierop komen MEERDERE JONGE ZUSTERS VAN LIEFDE naar voren en roepen: 'Ja, ja, jij oud loeder, jij oud beest bent van alles de schuld! Heb jij soms niet de tong uit je mond gepraat om ons over te halen, in jouw miserabele liefdadigheidsorde te treden? Toen wij weigerden om professie* (* gelofte afleggen) te doen - omdat wij in de wereld toch betere vooruitzichten hadden, dan wij die in jouw hoereninrichting hebben leren kennen - riep je toen niet dood en duivel te hulp, om ons van uittreding af te brengen?
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Wij eisen nu van jou de beloofde hemel, en dat met meer recht dan jij de jouwe. Waar is die hemel? Breng ons er naar toe, of wij vergrijpen ons voor eeuwig aan je!'
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] De zusters van Liefde trekken zich nu geheel gekalmeerd terug. Bisschop Martinus roept hierna de schoolzusters naar voren, die elkaar tijdens dit onderricht in een hoekje juist de ogen wilden uitkrabben en vraagt ook aan hen, hoe en op welke manier ze in deze ellende terecht zijn gekomen en waar ze op aarde eigenlijk hebben gewoond.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] De overige tijd wijdden wij aan vrome beschouwingen en het onderricht aan jonge meisjes. Daarbij streefden wij er vooral naar, dat er in de jonge harten al vroegtijdig de drang zou ontwaken - als dat uit financiƫle overwegingen mogelijk zou zijn -, om zo vroeg mogelijk in onze voetstappen te treden en al hun aardse erfgoed aan de voeten van God te leggen, om zo een reine en waardige bruid van Jezus Christus te worden.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Daarbij kwamen ook nog de geestelijke straffen, dikwijls nog erger dan die, welke de lieve eerwaarde moeder ons gaf. Zo moesten wij ook' s nachts uit de diepste slaap opstaan en naar het koorgebed gaan, wat vooral in de winter bitter koud was. Als we ziek werden door de vele inspanningen en martelingen, dan mochten wij nooit een goede gezondheid, doch altijd alleen de ergste dood wensen ter boetedoening van onze dagelijkse zonden, en meer van dergelijke afschuwelijke zelfverloocheningen. - Nu begrijp je uit mijn weliswaar korte, maar heel waarheidsgetrouwe schildering ons zeer zware aardse leven.
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Wij hebben dus voor Christus veel en meestal geduldig geleden en hebben ons zonder te morren gewillig gevoegd naar de harde regels van onze strenge orde. Wij hebben ons hele vermogen aan deze orde vermaakt voor de heilzame uitbreiding daarvan, ter ere van de allerzaligste maagd Maria en tot steeds grotere eer van God! Dus geloofden wij aan God geen onbillijke eis te hebben gesteld, om na de bittere dood van ons lichaam meteen in de eeuwige gelukzaligheid te worden opgenomen. Maar het is niet alleen zo, dat wij al onze gerechtvaardigde hoop hier als een illusie zagen vervliegen, doch luister verder:
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Maar - O, wie had dat ooit kunnen dromen! In plaats van duivels kwamen er engelen uit de hemel naar beneden en bekleedden deze slechte, zondige zielen meteen met echte hemelse klederen. Ze gaven hun schitterende palmen en droegen hen regelrecht de hemel binnen; maar ons keurde geen engel ook maar een blik waardig! Wij riepen, wij baden, ja wij bezwoeren Maria en God bij al Zijn heiligen en uitverkorenen, - maar al ons zeker miljoenen jaren lang geschrei was tot nu toe vruchteloos. Zeg nu, is dat niet te erg! Zijn wij niet bedrogen zowel tijdelijk als eeuwig? Kun je dat wel rechtvaardigheid Gods noemen?'
Hoofdstuk 60: Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] De schoolzusters trekken zich nu een beetje mopperend terug. De DAMES VAN HET H. HART VAN JEZUS komen naar voren en beginnen meteen op de volgende wijze te spreken: 'Eerwaarde heer! Wij zijn de dames van de allerbelangrijkste vrouwenorde ter wereld, een orde waarin alleen meisjes van hele rijke, aanzienlijke en adellijke huize worden opgenomen en waar zij alles kunnen leren, wat er in de wereld maar te leren is!'
Hoofdstuk 61: Toespraak van de dames van het H. Hart van Jezus - Hun verkeerde opvattingen wat betreft hun lichaam en hun geestelijke dwaasheid - Martinus' poging om inzicht te geven in de omstandigheden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] (DE H. HART DAMES:) 'In plaats dat men ons de welverdiende hemel geeft, kregen wij, toen wij bij de poort aanklopten waarboven geschreven stond 'Deur naar de hemel', van een ruwe en onontwikkelde doodgewone boerenpummel te horen: 'Weg met jullie, domme en dwaze maagden! Waarom hebben jullie je lampen niet eerst met olie gevuld!'
Hoofdstuk 61: Toespraak van de dames van het H. Hart van Jezus - Hun verkeerde opvattingen wat betreft hun lichaam en hun geestelijke dwaasheid - Martinus' poging om inzicht te geven in de omstandigheden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999  ...