Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 987 van 1088

...  975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000  ...
[1] EEN JEZUlET stapt naar voren en zegt: 'Jij lijkt niet bepaald een groot vriend van kunsten en wetenschappen te zijn, daar je zo weinig gesteld lijkt op deze toch heel eerbiedwaardige dames van het H. Hart van Jezus. En toch zijn zij om zo maar eens te zeggen, de enige vrouwelijke orde die zich van de vroege morgen tot de late avond met de grootste ijver op wetenschappen en kunst toelegt en daardoor ons - Broeders van de Sociëteit van Jezus - het naast staat! Ach, broeder en vriend, je zou deze dames toch met wat meer respect en liefde moeten behandelen!'
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] BISSCHOP MARTINUS zegt heel ironisch en laconiek: 'Ach, ach, dan heeft de Heer jullie beslist veel onrecht gedaan! Want jullie hebben immers precies naar het evangelie geleefd. Ja, dat moet ik zeggen, in dit geval is de Heer Jehova Jezus heel onrechtvaardig, als Hij op die echt evangelische regels van jullie orde de hemel heeft beloofd - en hem jullie vervolgens niet wil geven! Dat zou men van Hem zelfs impertinent en tres mal honnête* (* niet erg fatsoenlijk) kunnen noemen. Zulke tere en toch zulke buitengewoon geleerde hartjes de hemel onthouden - ah, dat is toch alles wat men hiervan kan zeggen? Of het zou moeten zijn, dat jullie misschien in het geheim onder elkaar sodomitische ontucht hebben bedreven? Of hebben jullie misschien naast jullie duizend geleerde orderegels de beste christelijke regel van de naastenliefde helemaal veronachtzaamd?'
Hoofdstuk 61: Toespraak van de dames van het H. Hart van Jezus - Hun verkeerde opvattingen wat betreft hun lichaam en hun geestelijke dwaasheid - Martinus' poging om inzicht te geven in de omstandigheden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Dat was dan wel een heel dom geloof; even dom als te veronderstellen, dat jullie allen voor jullie grenzeloze domheid van God de hemel zouden kunnen verwachten! Denken jullie dan, dat de Heer de hemel voor zulke domme ganzen heeft gemaakt? 0, dan hebben jullie het wel heel erg mis! Ik zeg jullie dat de ezels en ossen hier eerder binnen komen dan jullie; knoop dat goed in je oren! Ga daar naar de verste hoek en leer eerst deemoedigheid! Kom daarna terug en vraag dan of er voor jullie een of ander plaatsje als vee hoedster in de onderste hemel te krijgen is - waarover ik ook nog grote twijfels heb. Ga daar naar toe, zoals ik jullie heb gezegd!'
Hoofdstuk 61: Toespraak van de dames van het H. Hart van Jezus - Hun verkeerde opvattingen wat betreft hun lichaam en hun geestelijke dwaasheid - Martinus' poging om inzicht te geven in de omstandigheden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zie, zoals ik ze nu bekijk, zie ik toorn en hoogmoed in hun ogen vlammen! Zij willen zich wel heel graag anders voordoen, maar dat lukt hier niet in het rijk van de geesten. Want hier doorziet men juist zulke geesten in één oogopslag en men ziet al spoedig en met gemak, hoe zij er eigenlijk van binnen uitzien. Omdat ik deze ganzen nu echter nog beter doorzie en ze mij vanwege hun grote dwaasheid heel erg tegenstaan, moet ik ze immers minstens naar gindse hoek sturen, opdat ik mij niet erger bij hun aanblik.
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Denk je dan dat de Heer Jezus er een behagen in schept en geëerd wordt, wanneer je meisjes zwanger hebt gemaakt en ze dan ook ad maiorem dei gloriam in een kerkelijke grafkelder levend hebt laten inmetselen? Of wanneer je tot grotere eer van God het vermogen van talloze weduwen en wezen door allerlei helse bedreigingen naar je toe hebt getrokken en geen medelijden had, toen je later velen in de grootste ellende zag wegkwijnen?
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Alleen EEN ZUSTER VAN LIEFDE gaat nu heel bang op bisschop Martinus toe en zegt: 'O jij oordelende engel in naam van God. Vervloek ons niet tot in de hel; wij zullen allemaal graag naar het vagevuur gaan in Gods naam! - Ooh, het is toch verschrikkelijk, wat jij voor een strenge rechter bent! O, o - heb toch een beetje medelijden met ons arme zondaars en zondaressen!'
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zie, lezen kan ik dan nog, alhoewel ik naar mijn gevoel in miljoenen jaren geen letter meer heb gezien. Maar zeg mij eens, wat is er dan aan de hand met deze oude, dogmatische spreuken? Wordt alles hier in de geestenwereld dan misschien heel serieus daarnaar geoordeeld? Echt, als dat het geval zou zijn, dan zou het er heel slecht uitzien met ons aller bestaan voor de hele lange eeuwigheid! O vriend, leg ons uit hoe we dit moeten opvatten en begrijpen!'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Er is hier ook licht, dat daar door de mooie, grote vensters voortdurend naar binnen stroomt. Dus is ook dit huis van mij als een schoot van Abraham en die grote, met brood en wijn gevulde kast een echte tafel van Abraham, waaraan jullie samen met mij voor eeuwig gevoed zullen worden tot aan het jongste gericht - en als jullie op deze dag van de toorn niet verdoemd worden, ook daarna voor eeuwig! Wat willen jullie dan nog meer?'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] EEN VAN DE REDEMPTORISTEN zegt: 'Ja, ja, vriend, jij hebt gelijk, dat zal wel zo zijn. Desalniettemin moet ik opmerken, dat naar mijn gevoel de kwestie met het hier zeer langdurend tijdsverloop uitermate onbegrijpelijk en ontzettend eentonig wordt. Denk je eens in, eeuwig hier te zijn in totale ledigheid en nooit iets anders te kunnen verwachten! Wat denk je, vriend, wat een verveling na ongeveer enkele honderden miljoenen aardse jaren. O Heer, geen levend wezen zal toch in staat zijn om zoiets te verdragen!'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, maar wat voor nut hebben deze bedenkingen van je? Heb je dan nooit gelezen, dat er geschreven staat: 'Ieder zal leven naar wat hij gelooft' en 'Zoals de boom valt, zo zal hij blijven liggen'? Waarom geloofden wij dergelijke domheden, terwijl de werkelijkheid daarvan ons hier helemaal niet bevalt?
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Was en is er in de wereld niet een enorm aantal oude ezels, ossen en schaapskoppen, die wel zelf aan één stuk door over licht en verlichting leuteren? Ook al wordt hun een beter licht gegeven en beter voedsel, dan richten zij zich daar toch niet naar, doch keren heel behaaglijk terug in de oude domheid, vreten het oude voer en verkwikken zich aan het spaarzame schemerlicht van hun ezel en ossenstal, als ze maar de oude inhoud van hun maag kunnen herkauwen.
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zie, dergelijke ezels en ossen en schaapskoppen waren wij immers ook maar al te zeer? Daarom moeten wij er ons nu helemaal niet over verwonderen, dat de Heer zo grootmoedig voor onze oude beestennatuur heeft gezorgd. Wie vreugde schepte in domheid, die blijft maar in zijn vreugde! Wie vreugde vond in het slapen, die kan hier slapen naar hartelust! Wie vreugde had in het nietsdoen, die ruste hier voor eeuwig! Wie vreugde vond in eten en drinken, dáár is de tafel van Abraham! Wie zich graag met jonge vrouwen ophield, die heeft daar zusters van Liefde, zusters van onderwijs en dames van het H. Hart van Jezus! Er is zonder meer met alles opperbest voor ons gezorgd; wat hebben wij dan nog te jammeren?'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] ALLEN trekken de schouders op en zeggen: 'Jij hebt weliswaar gelijk, maar de duivel hale die wijsheid! Konden wij nog eens als kikvorsen op aarde worden en naar hartelust kwaken, dan zouden wij zeker beter af zijn! Maar waar niets meer aan te veranderen is, dat moet helaas zo blijven.'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] EEN MINDERBROEDER stapt naar voren en zegt: 'Vrienden, laat mij een woordje zeggen! En als het niet voor iets beters zal deugen - wat ik zeker niet kan bepalen - dan zal het tenminste een gedeelte van de voor ons liggende eeuwige rust veraangenamen!'
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Vraag: Als wij bij al deze, door God toch zeker op zijn minst toegelaten rooms-kerkelijke regels lijnrecht tegen de eigenlijke leer van Jezus in hebben gehandeld, kunnen wij daar dan iets aan doen? Degene die daaraan schuld heeft moet bijgevolg naar menselijk en zeker ook goddelijk recht ter verantwoording worden geroepen. Aan ons allen zou echter bekend moeten worden gemaakt, hoe wij ons voor de eeuwige toekomst hebben te gedragen en hoe wij moeten goedmaken, wat we tenslotte zelf voor slechts hebben gedaan!'
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000  ...