Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 987 van 1037

...  975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000  ...
[2] We kunnen ons dus gevoeglijk direct naar de planeet wenden. - Maar om een houvast te hebben waar hij in de reeks planeten zijn plaats heeft, zal het nodig zijn hem eerst een naam te geven. Aangezien deze planeet tot nu toe van jullie geen naam gekregen heeft, is het dus de vraag, welke we hem moeten geven. - Jullie zouden zeggen: Dat is toch onbelangrijk, als hij maar een naam heeft, hoe die ook luidt; men zal zich onder die naam toch altijd hetzelfde voorstellen.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Het bewoonbare land lijkt zelf op een gordel en is zowel aan de zuid- als aan de noordzijde door vrijwel onbeklimbare bergen omsloten, waarover niemand gemakkelijk naar de zeegebieden kan komen, waar het voortdurend ongeveer even koud is als bij jullie in Noord Siberië. Op de zee drijft voortdurend het zogeheten drijfijs; daarom zou het ook niet erg raadzaam zijn om zich er met schepen op te wagen.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Heeft deze planeet ook manen? - Deze planeet heeft tien manen43, die er op verschillende afstanden omheen cirkelen en door hun verschillende posities de nachttijd van deze planeet tamelijk goed verlichten. - Ze staan tamelijk ver van de planeet af, zodat de eerste al meer dan zestigduizend mijl er vanaf staat en de laatste zich op een afstand van meer dan een miljoen mijl bevindt. - Naar de omlooptijd van deze laatste maan, die bijna dertien van jullie maanden in beslag neemt, worden daar ook de jaren geteld. ]De zonnejaren worden daar echter niet geteld, omdat ze ten eerste geen merkbare verschillen op de planeet teweeg brengen maar ten tweede ook te lang zouden zijn, en ten derde kunnen ze als gevolg van de niet zo lange levensduur van een mens ook moeilijk geteld worden, omdat zo’n zonnejaar al minstens vijf tot zes generaties mensen omvat.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Op onze planeet Miron echter is vanwege de grote afstand en ook vanwege de grote rijkdom aan lucht precies het tegenovergestelde het geval. - De kleur groen is op deze grote afstand van het stralende lichaam, dat de zon is, noodzakelijkerwijze minder in intensiteit geworden; want jullie kunnen aannemen, dat op de hele planeet Miron niet zoveel zonnestralen vallen als alleen al op het Afrika van jullie aarde. Als deze weinige zonnestralen nu op het uitgestrekte oppervlak van de luchtregio van Miron vallen, worden deze, aangezien het weldadigste zijn, onmiddellijk opgenomen. Alleen de blauwe straal, die veel minder levenwekkend is, wordt door de zuivere lucht doorgelaten en valt op de planten - om welke reden, zoals reeds opgemerkt, de planten zich - met uitzondering van de bloemen - dan ook voor het overgrote deel in de mooiste blauwe kleuring vertonen. Maar dergelijke gedetailleerde beschouwingen zijn voor ons doel niet nodig; bovendien is er voor iedere denkende geest toch al buitengewoon veel gezegd. Daarom zullen wij ons direct naar de eigenlijke plantenwereld van deze planeet wenden!
Hoofdstuk 54: Wonderbaarlijke plantengroei op de planeet Miron (Neptunus). Veranderlijkheid van de levensvormen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Deze takken zijn even stevig en onbeweeglijk als de boom zelf; ze bestaan enkel uit een tamelijk ronde, sterke steel, die loodrecht op de stam staat. Aan beide zijden in horizontale richting heeft zo’n tak van een soort rooster, dat wil zeggen, hij ziet eruit alsof men aan beide zijden relatief lange sporten in de tak had gestoken. Deze sporten worden naar het einde van de tak natuurlijk korter en zwakker. - Dat zijn dus de twijgen van de tak.
Hoofdstuk 55: De trouwboom, het levende riet en de vliegende broodboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Een tweede gewas van bijna dezelfde soort is het zogenaamde ‘levende riet’. Dit groeit eveneens op tot een tamelijk hoge stam, soms met een hoogte van honderd klafter, en ziet er bijna net zo uit als wanneer jullie honderd trechters in elkaar zouden steken, wat er natuurlijk uitziet alsof jullie tamelijk grote ringen aan een stang hadden gedaan. Tussen deze ringen of trechters komt eveneens druppelsgewijs een zoet, kleverig sap naar buiten, dat met name bij de insecten erg geliefd is. Als de insecten zich echter vol gegeten hebben aan het sap, gaan ze aan hun maaltijd te gronde. Op deze wijze raken de ringvormige galerijen vol lijken van insecten. En heel spoedig vindt daar dan een overgangstafereel plaats en ziet men uit deze ringen allerlei kruiden opgroeien, waardoor deze in feite dierlijke boomstam dan een volkomen plantaardig uiterlijk krijgt. Hij ziet er bijna net zo uit als in jullie tuinen op aarde geknotte populieren die, zoals jullie al dikwijls gezien zullen hebben, het uiterlijk van groene zuilen hebben. - Als de eventuele vruchten van deze gemetamorfoseerde beplanting eetbaar zijn, worden die zonder meer door de bewoners in ontvangst genomen. Als de vruchten echter niet eetbaar zijn, dan worden ze natuurlijk onaangeroerd en onbeschadigd gelaten. - Deze rietboom op zichzelf is dus, enkel als stam beschouwd, eveneens onveranderlijk; maar door de metamorfose verandert zijn uiterlijk natuurlijk, doordat uit de planten, die op de hiervoor beschreven wijze uit zijn ringen ontstaan, nu eens dieren en dan weer planten kunnen ontstaan. - Kijk, dat is dus weer een gedenkwaardig gewas.
Hoofdstuk 55: De trouwboom, het levende riet en de vliegende broodboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Eén van de opmerkelijkste bomen van deze soort is echter wat daar het ‘vliegende brood’ heet. Hoe is het mogelijk om een vliegende plant, ja zelfs een vliegende boom te zien? - Dit verbaast jullie in eerste instantie wel enigszins; maar het navolgende zal de kwestie begrijpelijk voor jullie maken. - In meer moerassige gebieden groeit een soort boom, die sterk op de zogenaamde koraal- of ook wel hertshoornzwammen bij jullie lijkt. Deze boom wordt niet zelden vijftig klafter hoog en heeft van onderen aan de relatief zeer korte stam een omtrek van zestig klafter. - De boom bestaat in wezen uit louter cellen en buisjes, die door hun eigen aantrekkingskracht heel stevig tegen elkaar hangen en zo een geheel vormen, ongeveer zoals de zojuist genoemde zwam bij jullie; alleen met dit verschil, dat de cellen en buisjes van jullie zwam heel teer en breekbaar zijn, terwijl ze bij deze boom van onze planeet taai en elastisch van aard zijn. - Wanneer deze boom eenmaal zijn juiste grootte en de leeftijd van ongeveer tien jaar heeft bereikt, sluiten zich van onderen de inzuigkanaaltjes (want wortels heeft deze boom niet, omdat hij ook daar tot het rijk der zwammen behoort). Als deze inzuigkanaaltjes zich gesloten hebben, dan verdroogt het sap in de cellen en buisjes. Door het opdrogen van dit sap ontwikkelt zich dan in iedere cel en ieder buisje een bepaald gas, dat als gevolg van de elastische taaiheid van de buisjes niet kan ontsnappen. Omdat dit gas veel fijner en lichter is dan de zware atmosferische lucht van deze planeet. Gebeurt het dat de licht geworden materie van de boom door zijn eigen gas in zekere zin van de aardbodem wordt losgerukt; en vervolgens stijgt de boom als een luchtballon bij jullie de lucht in en blijft soms verscheidene dagen in de lucht vliegen. - Als mettertijd het lichte gas uit de cellen en buisjes door de natuurlijk heel nauwe poriën ontsnapt is, begint de boom weer naar de aardbodem te zakken. Als de bewoners van deze planeet zo’n tamelijk laag in de lucht hangende boom ontdekken, geven ze zich alle denkbare moeite om zich met haken en stokken van deze boom meester te maken. Als ze hem te pakken hebben, wordt hij direct in stukken gesneden en in de stralen van de zon nog verder gedroogd. Als hij naar hun inzichten droog genoeg is, wordt hij onmiddellijk als een goed smakend brood met huis en haar opgegeten - dat wil zeggen: niet in één keer, maar geleidelijk, al naargelang de behoefte.
Hoofdstuk 55: De trouwboom, het levende riet en de vliegende broodboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Nu is de vraag: Waarom wordt deze boom de ‘bellenboom) genoemd? - Kijk, bij de bekende uitmondingen van de takken druppelt een kleverig soort sap door de buisjes naar buiten, en wel gedurende een bepaalde tijd; daarna droogt het sap in het inwendige van deze zwamboom op en lost op in een soort gas, waarbij dit oplossen ook hier teweeggebracht wordt door de grote activiteit van de ruimschoots aanwezige elektriciteit. - Omdat het sap zich in de trechtervormige uitmondingen van de takken heeft opgehoopt en zich meer elastisch verdicht heeft, kan het niet opgelost worden, maar verhindert zodoende dat het in het inwendige van de boom ontwikkelde gas vrij naar buiten stroomt.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Nu zullen jullie vragen: Zijn deze bomen dan echt plantaardig? Nee, dat zijn ze niet, maar ze zijn, zoals jullie in jullie kunsttaal plegen te zeggen, helemaal ‘elektroplastisch’. Wanneer zich namelijk in het genoemde gebied door grote minerale bronnen of door vuurspuwende bergen een buitengewoon grote hoeveelheid elektriciteit ontwikkelt, waarbij jullie op jullie aarde geen idee kunnen hebben van de rijkdom ervan, trekt de in de lucht hangende elektriciteit de aan haar verwante minerale atoomdeeltjes uit de grond en uit de lucht samen; door deze activiteit ontstaan er heel snel zichtbare bolletjes en ook haakjes, die aan elkaar gaan hangen en dan op het gedeelte van de bodem vallen, waar ze het meest naartoe worden getrokken. Door zulke elektriciteit ontstaan er weldra hele stammen boven de grond met op diverse manieren gevormde, knoestige takken. Deze takken trekken dan nog meer elektriciteit naar zich toe en laten het overschot van wat ze kunnen bevatten weldra weer bliksemend en knallend weer gaan.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Nu zullen jullie zeggen: Waarom zijn er bij ons niet dergelijke verschijnselen? - Ik zeg jullie: Ten eerste is jullie aarde bij lange na niet zo rijk aan elektriciteit als de planeet Miron, en ten tweede kennen jullie de verschijnselen van jullie aardbodem en evenzo de werkingen van de elektriciteit nog veel te weinig om op goede gronden te kunnen zeggen: Waarom komen dergelijke verschijnselen op onze planeet niet voor? - Laat iemand maar eens naar de Midden-Afrikaanse streken gaan, of nog andere streken onder de evenaar, dan zal hij weldra op de meest uitzonderlijke, op hersenschimmen lijkende elektroplastische voorwerpen stoten. Maar toch is er verschil tussen de elektroplastiek van jullie aarde en die van deze planeet. Want wat bij jullie slechts op kleine schaal gebeurt, gebeurt daar in een zodanig reusachtige omvang, dat de verhouding ongeveer één op een- à tweeduizend is.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Hiermee zijn we dus ook met deze opmerkelijke boom klaar, en we zullen nog slechts één gewas noemen. Dit gewas wordt daar de ‘bellenboom’ genoemd. Deze boom groeit gewoonlijk heel groot langs de oevers van de meren, die zoals jullie weten niet al te uitgestrekt zijn. De boom heeft de volgende gedaante: Aan een dertig klafter hoge en drie klafter dikke stam met een tamelijk gladde bast bevinden zich ongeveer drie enigszins naar boven toe lopende, maar overigens rechte rijen takken; bovenaan schieten er een groot aantal van zulke rechte takken in alle richtingen uit de stam. Aan het eind van iedere tak is een soort trechter gevormd, waar zich een uitmonding bevindt van een klein kanaaltje, dat door de hele tak en ook door de hele boom loopt. Ook deze boom is meer een soort zwam dan een echte boom, omdat hij geen wortels, maar enkel een stompe, kegelvormige steel in de aarde heeft.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] De boom zelf wordt daarna eveneens naar huis gebracht en daar als brandbaar materiaal bij uitstek beschouwd; ten eerste omdat het materiaal ervan in gedroogde toestand vrijwel louter hars is; ten tweede omdat zich bij het verbranden van de materie van deze boom een heel aangename geur ontwikkelt, waar de bewoners van deze planeet buitengewoon veel van houden; en ten derde omdat de vlam van de materie van deze boom mooi lichtgroen is en er bij het verbranden bovendien maar heel weinig rook ontwikkeld wordt.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Dit zijn dus de meest bijzondere gewassen van deze planeet, die nergens anders voorkomen. – Ter wille van de beknoptheid zullen we ons de volgende keer dus direct naar het nog wonderbaarlijker dierenrijk wenden.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Van een gedeelte van de dieren is gezegd dat het tot een bepaald niveau onderhevig is aan een voortdurende wisseling van vorm, en wel afwisselend van planten naar dieren en van dieren naar planten. We zullen onze beschouwen dus niet beginnen met dit niveau van de dieren, dat zo sterk aan vormverandering onderhevig is, maar ons direct naar die hogere klasse van dieren wenden, die op dit hemellichaam al een blijvende vorm heeft.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Op geen enkele planeet als op Miron zijn er zoveel tegengestelde dierlijke polariteiten, die elkaar om die reden altijd vijandig bejegenen. En zo gebeurt het dan ook, dat onze grote damper een groot aantal dierlijke vijanden heeft, die hem naar het leven staan. - Maar alle dieren, die dit dier aanvallen, komen er in een gevecht met hem heel slecht vanaf; want hoe groot dit dier ook is, het is toch heel lenig en speciaal met zijn twee slurven pijlsnel. Wanneer er nu vijanden naderbij komen en het dier dit merkt, doet het alsof het hen niet opmerkt en laat het de vijanden zelfs tot bij zijn lichaam komen. Maar dan schiet het plotseling zijn slurven naar zijn vijanden en gooit ze in zijn wijde damptrechter, die heel stevig is, en laat onmiddellijk zijn hete damp op hen los. Als de andere, eveneens naderende vijanden dat schouwspel zien, keren ze gewoonlijk om en maken geen aanstalten meer om deze vijand aan te vallen; ze trekken zich, zoals jullie plegen te zeggen, heel bescheiden terug en bewaren hun vijandige wrok voor een betere gelegenheid, waarbij het echter zowel de een als de ander geen haar beter vergaat dan wij zojuist gehoord hebben. Alleen tegenover mensen, waar dit dier een speciale achting voor heeft, voert het nooit dit soort verdediging, maar als ze hem te sterk prikkelen, jaagt hij hen met zijn hevig zwaaiende slurven weg; maar toch laat hij bij die gelegenheid een zodanige hoeveelheid damp uit zijn trechter opstijgen, dat de mensen daardoor in een dichte wolk worden gehuld en dan niet gemakkelijk kunnen merken waar het dier heen is gegaan. Als de mensen zich nog in deze niet al te aangenaam ruikende dampwolk bevinden, gedragen ze zich net zo lang rustig, tot de wolk weer is verdwenen; is dat gebeurd, dan trekken ze zich gewoonlijk onverrichter zake terug.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000  ...