Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 989 van 1490

...  977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002  ...
[2] Stel je een woonhuis voor. Waarvan wordt dit eigenlijk gebouwd? Zoals jullie weten, gewoonlijk uit heel ruwe, vormloze brokken materie. Deze materie komt in deze, als het ware zelfzuchtig op zichzelf staande, toestand overal voor. Het is de klei waarvan de bakstenen gemaakt worden, alsmede een bepaald soort steen waaruit kalk wordt gebrand, vervolgens zand en nog onbewerkt hout. We brengen nu dit ruwe materiaal op het een of ander terrein bij elkaar. Hier ligt een hoopje klei, daar een hoopje kalksteen, verder een chaotische hoeveelheid bomen, die echter nog niet bewerkt zijn, en nog een flinke hoop zand. Wat verderop bevindt zich een kleinere hoop ruw ijzererts, weer wat verderop een hoop kiezelstenen en niet ver daarvandaan een flinke plas water. Kijk, daar hebben we het ruwe materiaal voor een huis volop hij elkaar. Maar zeg eens, wie van jullie is zo scherpziend dat hij in al deze ruwe hopen materie een goedgeordend statig huis ziet? Dit alles lijkt toch evenmin op een huis als een vlieg op een olifant of als een vuist op een mensenoog. En toch is dit allemaal bestemd voor de bouw van een statig huis.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk hoe het bijna oneindig veelvoudige zich daar verenigt en aldus één geworden doorwerkt tot in bijna eindeloze verten in de ruimte. Het is niet nodig de talloze weldadige uitwerkingen van het zonlicht aan te tonen, want elke dag op jullie kleine aardbol beschrijft en bezingt deze reeds veelvoudig. Zou de zon zonder deze haar omgevende lichtbundeling met al haar talloze delen ook zulke wonderbaarlijke uitwerkingen hebben? O, zeker niet! Vraag het maar eens aan een echt donkere nacht en ze zal jullie letterlijk zeggen en tonen, waartoe een zon zonder licht zou dienen. Maar we hoeven niet alleen met dit nog steeds wat krasse voorbeeld genoegen te nemen, want er zijn nog een heleboel betere.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Nu hebben we het ruwe materiaal in de omgeving al gecultiveerd. Daar komt ook al de bouwmeester en zet zijn bouwplan uit. De grond wordt uitgegraven, de metselaars met hun handlangers zijn druk in de weer en wij zien hoe de ruwe materie onder de handen van de bouwlieden de vorm aanneemt van een geordende bouw. Langzamerhand groeit het statige huis boven de grond uit en bereikt de vooraf bepaalde hoogte. Nu gaan de timmerlieden aan de slag en in korte tijd is het gebouw volledig van dakbedekking voorzien. Bij deze gelegenheid zijn onze eerdere hopen ruw materiaal ook totaal verdwenen. We zien enkel nog een deel van het zand en een deel van de gebluste kalk, maar er wordt net begonnen met het zogenaamde pleisterwerk en het afwerken van het huis. Hierbij verdwijnen ook nog de twee laatste resten van het materiaal. Kijk, het huis is nu helemaal afgewerkt, zowel van buiten als van binnen. Nu komt er nog een aantal ambachtslieden voor het kleinere werk: een timmerman, een slotenmaker, dan nog een schilder, een ovenbouwer en nog iemand die de vloeren lakt. Deze ambachtslieden zijn nog een tijd flink bezig en dan staat het huis er en dwingt als het ware eerbied af.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Hebben we het binnenwerk goed bekeken, dan kunnen we de uiterlijke vorm in ogenschouw nemen. Wat zien we daar? Een vlakke wijzerplaat met daarop een paar heel eenvoudige wijzers. Wat doen deze wijzers op die eenvoudige wijzerplaat? Zoals jullie weten, geven ze de uren van de dag en de nacht aan en meten zodoende de tijd. De tijd die door deze wijzers wordt gemeten is toch zeker iets alomvattends en is ook iets allesdoordringends en is ook het centrum van alles, waarheen jullie ook maar willen kijken. Niemand kan zeggen: ik ben aan het einde van de tijd, of: de tijd heeft met mij niets van doen, of: de tijd omgeeft mij niet. Want zo vaak iemand iets doet, doet hij dat midden in de tijd. Waarom dan? Omdat hij door de tijd altijd doordrongen en overal in gelijke mate omgeven wordt. Dat laat ons ook het uurwerk zien. In het centrum van de wijzerplaat zijn de wijzers aangebracht en zij beschrijven met hun uiteinden nauwkeurig een cirkel. Daar ze zich echter vanuit het centrum tot aan de omschreven buitenste cirkel ononderbroken als tastbare materie uitstrekken, beschrijven ze vanuit het centrum een talloze hoeveelheid steeds groter wordende cirkels. Daarom is het ook duidelijk en begrijpelijk dat deze cirkelgang uitgaat van het centrum van het stiftje waaraan de wijzers bevestigd zijn en bijgevolg de hele wijzerplaat beslaat, en tenslotte door de tijd die ze meet als het ware omvat wordt in een eindeloos grote cirkel.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Willen wij op de grote wijzerplaat uitkomen, dan moeten we weten waar deze drie wielen mee corresponderen. Waarmee correspondeert dan het veercapsulewiel? Het ligt voor de hand dat dit overeenstemt met de liefde, dat de veer de liefde voorstelt doordat ze ligt opgesloten en in zekere zin van binnenuit het leven in het hele mechanisme tot stand brengt. Zo ligt dus in de liefde reeds geheel en al de hoofdbestemming van het mechanisme besloten.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Nu hebben we met ons voorbeeld ons doel volkomen bereikt. We bevinden ons daarom ook al op de geestelijke zon, zonder dat jullie nog vermoeden of inzien hoe en op welke manier. Maar Ik zeg jullie: ga maar eens vluchtig de gegeven voorbeelden na en jullie zullen, te beginnen bij het bewerken van de bomen tot en met het uurwerk, gemakkelijk ontdekken dat we juist met deze voorbeelden als het ware incognito heel monter rondlopen op de geestelijke zon, terwijl jullie nog steeds wachten om erop te komen. We zijn al op de wijzerplaat en hoeven dus niet meer langs de spil omhoog te klimmen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Jullie vragen: hoe dan? Het klinkt allemaal als een raadsel. Maar Ik zeg: waar de betekenis van de dingen, al is het ook neer in het algemeen dan in het bijzonder, wordt getoond, waar aangetoond wordt hoe tenslotte alles aankomt op de eenwording, waar zelfs deze eenwording door allerlei aanschouwelijke voorbeelden wordt uitgebeeld, daar schijnt niet meer de natuurlijke, maar de geestelijke zon. Wat nu volgt zal alles in een helder licht plaatsen en dan zullen we daaruit heel duidelijk kunnen opmaken dat we ons reeds op de geestelijke zon bevinden.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] En zo zullen we dan deze heel gemakkelijke poging wagen om de pit van onze fakkel met het vuur van de zon in contact te brengen. Kijk toch eens hoe gemakkelijk dat is!
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De fakkel brandt nu en kijk, voor de geest baden onafzienbare landstreken in het licht van een eeuwig morgenrood, dat van deze fakkel afkomstig is.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer we echter verder kijken in het uurwerk, dan zien we de radertjes op verschillende manieren bewegen; allereerst een monter slingertje, dan het dichtstbijzijnde radertje. Het slingertje is nog erg ver van de eindbestemming af want het kan nog geen volledige cirkel beschrijven, maar wordt steeds heen en weer gedreven hoewel het de snelste beweging maakt in liet hele mechanisme komt het toch niet verder. liet eerstvolgende radertje, dat klaarblijkelijk door het drukdoende slingertje beheerst wordt, bespiedt de vrolijke sprongen van het slingertje en glipt bij elke sprong een treetje verder in zijn cirkelgang en maakt daardoor wel een tamelijk snelle, maar toch voortdurende cirkelbeweging. Men merkt bij deze beweging nog wel het springen van het slingertje op, maar dat doet geen afbreuk aan het geheel. De cirkelvormige beweging is toch bereikt. Het volgende radertje beweegt zich al veel regelmatiger, beschrijft een rustige cirkel en is al veel dichter bij de eindbestemming. Het hierop volgende rad beweegt zich nog langzamer, regelmatiger en rustiger en is daardoor nog veel dichter bij het hoofddoel, ja, het houdt er al helemaal verband mee. Met het laatste rad is het einddoel bereikt; het geeft daarvan mechanisch gezien al blijk, maar dat valt als zodanig aan het mechaniek zelf nog niet te herkennen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Waarmee correspondeert dan het tweede wiel dat dezelfde beweging maakt en dat door middel van een ketting met het veerwiel is verbonden? Dit wiel komt overeen met de wijsheid, die uit de liefde haar leven ontvangt en dus ook daarmee in nauwste verbinding staat. Waarmee correspondeert het centrale hoofdspil wiel? Met de eeuwige ordening, die uit de eerder genoemde twee wielen duidelijk naar voren komt en waardoor het hele mechanisme in al zijn delen zo wordt ingericht, dat alles zich tenslotte moet schikken voor het bereiken van het hoofddoel, dat vanuit de liefde en de wijsheid juist in deze ordening tot uiting komt. Kijk, nu hebben we reeds het geheel. Het spilwiel is gevonden en heet ordening. Langs deze spil zullen we dus ook omhoogklimmen en de grote, uiteindelijke bestemming van de dingen aanschouwen, zoals deze tot uiting komt precies in overeenstemming met de eeuwige liefde, wijsheid en de uit beide voortkomende orde.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Als iemand een fakkel in zijn hand houdt, zal hij toch ook wel weten waarvoor de fakkel gemaakt is. Als hij nog in het duister wandelt, wat is dan gemakkelijker dan zich van een fakkel te bedienen? Men hoeft de fakkel maar aan te steken en de duisternis zal bliksemsnel verdwijnen. Wij hebben immers de fakkel in de hand. De gegeven voorbeelden zijn de fakkel. Wat is er verder nog voor nodig om deze fakkel met een klein vonkje liefde aan te steken, zodat hij de grote, betekenisvolle wijzerplaat van de geestelijke zon weldra helder zal verlichten. Daarom zullen we voor de volgende gelegenheid ook niets anders doen dan onze goede fakkel met de scintilla amoris* (Iiefdesvonkje) aansteken en bij dit prachtige licht de grote betekenis van de dingen op de geestelijke zon beschouwen. En zo laten we het voor vandaag hierbij.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen en zeggen: ja, het is wel goed de fakkel met het liefdesvonkje aan te steken, maar waar halen we dit vandaan? Ik kan jullie daarop werkelijk niets anders zeggen dan dat we het juist daar halen, waar het eigenlijk te halen is. Het zou toch belachelijk zijn als we met de hele, zeer vurige zon niet in staat zouden zijn om de pit van de fakkel aan te steken?! Want onder het liefdesvonkje versta ik nu juist de zon, die we nu in heel haar lengte, dikte en breedte in onze handen houden. En als jullie in staat zijn met behulp van een vergrootglas ter grootte van een daalder een stuk zwam met de zonnestralen aan te steken, terwijl deze zon in natuurlijk opzicht toch meer dan zo'n 22 miljoen mijl ver weg staat, dan zal de nu heel dichtbijstaande zon zeker ook in staat zijn de pit van onze fakkel aan te steken.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Maar wij staan erbij als volkomen leken en weten ons geen raad. Waar bevindt zich deze lichte wereld die we nu aanschouwen? Is dit de geestelijke zon? Dat vragen jullie met verbaasde blikken en verbaasde harten.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Maar Ik zei jullie toch dat de geestelijke zon op zichzelf genomen volkomen lijkt op de wijzerplaat van een uurwerk, waarop het hele doel van het kunstig mechanisme tot uitdrukking komt. Jullie zeggen ietwat verbouwereerd: is dat alles van de geestelijke zon? Het is wel heel wonderbaarlijk, verheven en mooi, ook buitengewoon levendig, maar daarbij toch zeer eenvoudig. Op de eigenlijke zon hebben we zo'n onnoemlijke verscheidenheid in grootte, ja, zoveel wonderbaarlijks gezien, maar hier komt het ons voor alsof deze hele eindeloos lijkende vlakte een evenzo grote weg is voor geesten, waarop trouwens geen stof valt te ontdekken. Maar eerlijk gezegd, wat de eenvormigheid en de in zekere zin eeuwig lijkende monotonie van deze buitengewoon lichte wereld betreft, hadden we toch ten gevolge van de geweldige fenomenen die we eerder op de natuurlijke zon hebben gezien, iets heel bijzonders verwacht.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002  ...