Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 989 van 1112

...  977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002  ...
[10] Nu weet je ook de oorzaak van dit je met recht merkwaardig voorkomende verschijnsel, dat je pas volledig duidelijk wordt door de uitwerking daarvan. Kijk nu verder naar het tafereel, dat zich voor je afspeelt; je zult er heel veel van leren!'
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Bisschop Martinus spant zijn blik weer in en ziet de kikvorsen reeds ver in de donkere avond de oever van een reusachtige zee bereiken en tegelijk stoppen. Bij deze oever beginnen ze erbarmelijk te kwaken en willen niet het water in gaan. De twee mannen dwingen ze echter niet, doch laten hun de vrije keus.
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] BISSCHOP MARTINUS kijkt heel opmerkzaam naar deze scène en zegt na een poosje: 'Ah, ach, kijk nu eens, dat is toch hoogst merkwaardig! Nu blazen de kikkers aan de oever zich op, dat het werkelijk gruwelijk is om te zien. Als reusachtige olifanten staan ze daar nu voor de twee mannen en voor de steeds angstiger wordende schare van oude mensen. Ze zwellen nog steeds op, alsof ze met een blaasbalg worden opgeblazen. Oh drommel, drommel! Nu hebben ze al zo'n volume, dat men ze regelrecht voor kleine bergen zou kunnen houden!
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] De oude mensen zijn verbijsterd en trekken zich de haren uit het hoofd en roepen: 'Maar om Godswil! Jezus, Maria, Jozef, sta ons bij! Hoe is dat nu mogelijk? Ze hebben immers een heel zuiver leven geleid en hebben toch niet anders gedaan dan hun door hun biechtvader was toegestaan en wat hun strenge kloosterregel hun voorschreef. En nu moeten wij ze in deze verschrikkelijke toestand hier aantreffen! O Jezus, Maria, Jozef! Wat is er hier nu van hen geworden?'
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Nu beginnen de oude mensen te huilen over het ongeluk van hun dochters, waarvan zij dachten dat zij zalig zouden zijn; dezen echter blazen zich nu nog meer op.'
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Een zeer bejaard uitziende vader van een van de H. Hart Dames gaat nu voor de twee mannen staan en zegt op huilerige toon: 'O jullie machtige boden van God, hoe kan dat nu toch, dat ook mijn dochter zich onder deze ongelukkigen bevindt! Zover mij bekend is, leefde mijn dochter streng en uiterst gewetensvol volgens de regels van haar orde en dus ook geheel in de geest van de alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk, welke geest toch duidelijk de Heilige Geest moet zijn?
Hoofdstuk 78: Een duister Jezuïetenverhaal: De bedrogen vader - De geestelijke kant van de gebeurtenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] 'O, jij ellendige worm in het stof! Omdat je niet gelooft, zul je zolang met een zware ziekte worden geplaagd, tot het lieve meisje zich in het klooster van de dames van het H. Hart van Jezus bevindt, als bruid van mijn Zoon. Als bewijs van de waarheid zullen drie dagen achter elkaar' s nachts om 12 uur alle klokken van Rome een uur lang uit zich zelf gaan luiden!'
Hoofdstuk 78: Een duister Jezuïetenverhaal: De bedrogen vader - De geestelijke kant van de gebeurtenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] O, jullie beide machtige boden van de Heer, zeg mij, arme ongelukkige vader: Wat om Godswil heeft mijn dochter dan misdaan, dat zij zich nu ook onder deze ongelukkige, echte duivelse gedaanten bevindt? Had zij dan geheime zonden? Of was ze een pure huichelares? Of is de roomse kerk bedrog? Zeg mij toch, waarom overkwam mijn dochter dit onuitsprekelijk ongeluk!'
Hoofdstuk 78: Een duister Jezuïetenverhaal: De bedrogen vader - De geestelijke kant van de gebeurtenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] De oude man zet nu zeer grote ogen op en meerdere anderen met hem, en hij wil nu beginnen Rome op een verschrikkelijke manier te vervloeken. Maar de twee verbieden hem ten strengste dat te doen en laten hem zien, dat het oordeel alleen aan de Heer is, doch dat alle mensen de vergeving toekomt, als ze ook vergeving willen ontvangen. Dat stelt onze oude man gerust. En ik zie nu, dat één kikker kleiner begint te worden; dat zal zeker de genoemde 'bruid van Christus' zijn. Broeder, de zaak ontwikkelt zich!'
Hoofdstuk 78: Een duister Jezuïetenverhaal: De bedrogen vader - De geestelijke kant van de gebeurtenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (BISSCHOP MARTINUS:) 'De oude man richt zich nu weer tot de ene en vraagt hem: 'Ik zie nu alles in, wat je tegen me hebt gezegd en wat je me hebt aangetoond; want het is zeker zo en niet anders. Maar als het helaas zo is, zoals jij het mij nu hebt getoond, zou ik ook willen weten, hoe de Heer Rome nog kan laten bestaan?! Want dan is Rome immers alleen maar een plek van gruwelen en in eeuwigheid nooit een kerk van de Heer!
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Waar is dan wel Petrus, de steenrots die door de poorten van de hel nooit zal worden overweldigd? Rome beweert dit van zich zelf en de huidige paus, waarvan men beweert dat hij de plaatsbekleder van Christus op aarde is, zit op deze rots onder voortdurende invloed van de Heilige Geest! Een dergelijke bewering kan toch alleen maar een grote gruwel voor God zijn! O leg mij uit, hoe het dan komt, dat de Heer zoiets kan dulden? Hij zou toch wel duizend middelen hebben om dit kwaad te sturen!'
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] En zie, tegen een dergelijke, onmenselijk strenge vader zouden de kinderen zich zelfs te weer kunnen stellen en de onderdanen zouden tegen een dergelijke tiran met grote macht in opstand kunnen komen en hem kwaadwillig doden!
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zie, de Heer weet heel goed, dat Rome een gruwelijke hoer is, zoals Hij ook wist dat de echtbreekster een lichtekooi was, Magdalena een grote hoer en de Samaritaanse aan de put van Jakob een zeer wulpse vrouw was. Maar zoals de Heer Zich tegenover die drie vrouwen heeft betoond en zoals Hij de verloren zoon opnam, zo handelt hij ook tegenover de hoer van Rome en Hij neemt iedere berouwvolle verloren zoon uit haar schoot op, ook als deze nog zo erg en veelvuldig met deze hoer gehoereerd zou hebben! Maar natuurlijk - zonder rouw en boete gebeurt er net zo lang niets, tot de hoereerder rouwen echte boete heeft getoond!
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Over de rots van Petrus en waar deze zich bevindt, zodat de poorten der hel hem niet kunnen overweldigen, spreekt de Heer in vele teksten en verzen van Zijn heilig evangelie!
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] De oude man buigt zich nu tot op de grond voor deze bode van de Heer en ook de andere oude mensen doen dat. Maar de kikvorsen zijn nog kikvorsen gebleven, alleen komen ze me niet meer zo erg opgeblazen voor. De ene kikvors is nu heel klein geworden en nadert de twee. Hoe meer hij dichterbij komt, des te kleiner wordt hij; dat lijkt mij een goed teken te zijn!
Hoofdstuk 79: De ergernis van de oude man over Rome en over de lankmoedigheid van God - Gelijkenissen over het geduld van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002  ...