Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 990 van 1110

...  978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003  ...
[24] Want de wereld is het, die ijvert en richt en vuur van de hemel roept en zich een masker opzet om op listige manier het te doen voorkomen of ze voor Mijn zaak strijdt; maar Mijn geest en ook Mijn vrede ijvert niet, maar werkt machtig in stilte en geheel onopgemerkt door de wereld en heeft geen ander uiterlijk schild dan de werken der liefde en het kleed van de deemoed. En vanwege de ware liefde en deemoed is volgens Mijn weten sinds Mij n Johannes nog nooit iemand door de wereld berecht.
Hoofdstuk 35: 'Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen' (Joh. 16 : 33) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[3] Daarom waren ze ook met blindheid geslagen en zagen in Hem, die altijd levend is, niets anders dan een alledaags, heel gewoon mens, en ze verwonderden zich hoogstens over een opvallend door Hem verricht wonder, soms ook over een wij s woord, als ze er juist bij waren als dat wonder gedaan of dat woord gesproken werd. En als ze er niet bij waren, dan geloofden ze het niet dat Ik zoiets gedaan of gesproken had en ze probeerden op alle mogelijke manieren de zaak verdacht te maken. Waar het niet toereikend was om het als natuurlijk voor te stellen of het geheel te loochenen, moest Ik volgens hen wel bezeten zijn en door de macht van de duivel werken.
Hoofdstuk 37: 'Maar Ik ken u, dat u de liefde van God niet in uzelf hebt' (Joh.5:42) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[11] (DE BISSCHOP:) 'Beste broeder, wat moet ik doen? Ach, wat een afgrijselijke onzin! Door de afschuwelijke verveling worden voor mij de minuten tot eeuwigheden, maar toch ben ik het die dat lichaam bewoond heeft! Ik weet mij van de honger en gebrek aan licht bijna geen raad en deze dwazen verafgoden mijn vleselijk omhulsel! Heb ik dan als geest niet de kracht om dit wrak te vernietigen en als kaf te verstrooien? O, jullie domme duivels! Wat voor weldaad willen jullie dan wel aan deze stinkende drek bewijzen?!'
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Zie je niet dat ik nog in je bisschopsgewaad voortga? Jullie hebben immers een mening die luidt: De duivel kan zich wel vertonen als een engel des lichts, maar de door de Heilige Geest vervulde gestalte van een bisschop kan hij onmogelijk nabootsen. Als jij die mening niet zelf wilt verwerpen, hoe kun je mij dan voor een duivel houden? (De bisschop zakt bijna door de knieën, maakt een groot kruisteken en zegt:'God sta ons bij!')
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] DE ENGEL zegt: 'Helaas is mij maar al te bekend, hoe het met de leer van Babel staat en hoe zij lijnrecht tegen het evangelie ingaat, daar er uitdrukkelijk staat: 'Verdoem niet, opdat u niet verdoemd wordt; en veroordeel niet, opdat jullie niet veroordeeld worden!' Maar jullie veroordelen en verdoemen altijd iedereen, die zich niet aan jullie scepter van Babel onderwerpt!
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zeg eens: Zijn jullie dan wel goede christenen als jullie niet in het minst Zijn allerzachtmoedigste leer volgen? Ligt in de leer van Christus niet de grootste, meest verheven ordening en logica, evenals in de gehele schepping? Is ieder woord van het evangelie niet vervuld van de Heilige Geest? Zijn jullie niet in woord en werk altijd tegen de Heilige Geest geweest, daar jullie altijd opzettelijk in strijd met de zuivere leer gehandeld hebben die vol is van de Heilige Geest, doordat deze immers de door de Heer tevoren verkondigde leer weer blijvend en voor eeuwig aan de apostelen en volgelingen gaf?
Hoofdstuk 4: Bisschop Martinus' ergernis over de lutherse tempel en het antwoord van de engel - Martinus' bereidwilligheid om als schaapherder te werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Al waren op deze weg ook wel enige duistere plaatsen te vinden – wat natuurlijke gevolgen waren van de nog sterke invloed van Babel (Rome) -, toch was zijn leer volgens het zuivere Woord van de Heer, vergeleken met de oude dwaalleer van Rome, als een middagzon ten opzichte van het zwakke schijnsel van het moeraslicht in een stikdonkere nacht!
Hoofdstuk 5: In het huis van de engel Petrus - Een verklarend woord van de engel over Luther - Martinus' aanstelling als schaapherder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] ONZE MAN, geheel van streek door die bevalligheid en liefde, antwoordt met bevende stem: 'O, jullie hemelse engeltjes, o, o, jullie lieve, lieve engeltjes! - Oh, ohooooh - jullie allerliefste engeltjes van God! - Ik moet jullie herder zijn. Maar lieve, allerliefste engeltjes, jullie zien wel, dat ik daar veel te dom voor ben!'
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Blijf nu hier en handel volgens mijn raad, dan zul je in het vervolg een aangename weg bewandelen in de Naam van de Heer!'
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Als hij mij naar de zaligheid wil leiden, laat hij dan zichtbaar bij mij blijven, anders is zijn leiderschap niets waard. Wacht maar, jij lutherse verdwijngeest van een leider, je zult aan mij zo'n kluif hebben, dat je alle geduld vergaat! Wat kan mij nu nog meer overkomen? Ik ben nu luthers en volgens de leer van Rome volkomen rijp voor de hel - misschien bevind ik me daar al zonder het te weten?!
Hoofdstuk 8: Bisschop Martinus' kritische monoloog en de belijdenis van zijn zonden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Waar blijven die lieve engeltjes toch zo lang? Tot nu toe is er nog nergens een spoor van hen te ontdekken. Ik merk nu ook aan mijzelf dat ik nu veel dapperder en vrijmoediger geworden ben! Daarom kom nu maar lieve engeltjes, jullie zullen nu bij mij de juiste man vinden, geen lafaard meer, maar een held, en wat voor held!
Hoofdstuk 8: Bisschop Martinus' kritische monoloog en de belijdenis van zijn zonden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Wie van jullie vertrouwd is met het kompas van de geest, zal al gauw merken dat onze man in plaats van naar het Zuiden, de richting naar het Westen is ingeslagen. Hij gaat nu heel moedig en behendig voorwaarts; maar hij ontdekt buiten zichzelf niets dan een hier en daar met mos bedekte vlakke bodem en een zeer matte, grijsachtige verlichting van het schijnbare firmament, dat naar mate het meer naar het Westen gaat steeds donkerder wordt.
Hoofdstuk 10: Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Door Mijn genade zijn natuurlijk wel vele dingen mogelijk die in de gewone gang van zaken onmogelijk zouden zijn. Daarom moeten jullie juist bij deze man in de praktijk bekijken hoever hij kan komen met wat er in hem is, en wat tenslotte in het uiterste geval Mijn genade nog kan bewerkstelligen zonder de vrijheid van de geest geweld aan te doen! Die genade zal ook deze man ten deel vallen, daar hij eenmaal heeft gebeden om Mijn helpende hand! Ik kan hem echter niet eerder uitsluitend door de kracht van Mijn genade helpen, dan wanneer hij al zijn fouten en verborgen boosheid uit zich heeft verwijderd, wat door de dichte, duistere toestand die hem omgeeft wordt aangeduid.
Hoofdstuk 10: Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Een ieder van jullie moge echter zijn geheime, domme, wereldse neigingen nauwkeurig onderzoeken, opdat hij na korte of lange tijd niet op dezelfde treurige weg van deze wandelaar zal komen!
Hoofdstuk 10: Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] O mensen, die op de aarde nog de grote genade hebben het lichamelijke leven te bezitten - vooropgesteld dat de aarde nog bestaat - hoe eindeloos gelukkig zijn jullie en hoe enorm rijk vergeleken met mij zijn allen die als bedelaars in schamele lompen goede mensen om een aalmoes moeten vragen! Helaas wacht jullie hier eenzelfde of een nog erger lot!
Hoofdstuk 11: De benauwde toestand van onze wandelaar; zijn verdere monoloog en zijn ergernis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  978 - 979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003  ...