Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 100 van 278

...  88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113  ...
[5] Zoals echter het onkruid op de tarweakker wordt toegelaten, zo wordt ook dat toegelaten, echter niet zonder een altijd vroeger of later volgende straf. Kijk, dat is dus niet volledig te verhinderen!
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] De waarheid is de beste bliksem tegen zulke valse leraren en profeten! Jullie kunnen eerder alle zeeën der aarde droogleggen dan ooit een dam opwerpen tegen de stroom der waarheid. Met Mij zullen jullie alles kunnen, zonder Mij kan echter niemand iets; want Ik ben de waarheid, het licht en het leven! - Begrijpen jullie dat goed?'
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Kijk, in later tijden, als de mensen meer en meer in allerlei wetenschappen en kunsten bedreven zullen zijn dan ze nu zijn, dan zal Ik maar heel zelden zichtbaar bij hen verschijnen, maar des te intenser werken door Mijn geest. En Ik zeg jullie: Deze mensen zullen des te zaliger worden, omdat zij dat wat jullie nu zien, niet zien, maar toch zonder te twijfelen geloven en daarnaar zullen leven! Jullie hebben Mij lief omdat je Mij ziet; de mensen in de toekomende tijden echter, zullen Mij liefhebben zonder Mij ooit gezien te hebben. Hoezeer zullen zij Mij dan liefhebben als zij Mij in Mijn rijk zullen zien! Daarom heb Ik jullie al eens een beeld gegeven waarin gezegd werd: En zo zullen gemakkelijk de eersten de laatsten worden, en de laatsten de eersten! Want heus, er is meer voor nodig om niets te zien en toch te geloven en te leven volgens het geloof, dan alles te zien en dan pas te geloven en daarnaar te leven! Zijn jullie allen dat ook niet van mening?'
Hoofdstuk 236: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] En dat is nu de tweede schepping, die Ik reeds van eeuwigheid voorzien heb, zonder welke nooit een mens van deze of een andere aarde volmaakt zalig had kunnen worden; want voor deze komst van Mij op aarde was Ik eeuwig een onzichtbare God, zoals het ook in Mozes staat dat niemand God kan zien en in leven kan blijven. Van nu af aan ben Ik voor iedereen een zichtbare God, en iedereen die Mij ziet, leeft en zal eeuwig leven.
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Want zoals voorheen, moet ook nu en in het vervolg iedere ziel in het lichaam haar wils en kennis vrijheidsproef doormaken, en die kan zonder toegelaten prikkels tot het goede en het kwade nooit .of te nimmer plaatsvinden. Maar nu hebben de mensen door Mij hulp bij de hand en ze kunnen de hel die zich in hen uit wil breiden altijd met glans overwinnen, wat nu juist het gevolg van Mijn verlossing is. Die dat echter niet zullen doen, zullen nog dienstbaarder aan de nieuwe hel zijn dan de ouden dat tot op deze tijd waren.'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] LAZARUS zei vol blijdschap: 'Heer, wij danken U heel innig voor deze mededeling; want wie niet met zevenvoudige duisternis van zijn ziel en zijn hele gemoed geslagen is, moet toch wel zonder meer merken wat U daanI1ee aangeduid hebt. Ik in ieder geval heb U heel duidelijk begrepen, en dat zal wel bij velen het geval zijn.'
Hoofdstuk 242: Drie gelijkenissen over de baanhartigheid van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Voor jou kan dat wel erg eerlijk zijn, maar voor Mij is dat erg krom! Als jij gelooft, dat hetzij de hel of de hemel als beweegredenen moeten dienen om de mensen van het kwade af te houden en naar het goede toe te brengen, dan ga je toch wel uit van een heel foute gedachte; want de volkomen slechte mens lacht om jouw hel en om jouw hemel, en de volkomen goede is ook goed zonder jouw hel en zonder jouw hemel. Want op de manier waarop jij de zaak voorstelt zijn de hel en de hemel pas helemaal geschikt om ieder mens zo slecht mogelijk te maken.
Hoofdstuk 243: De gevolgen van de verkeerde voorstelling van het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop kwam DE ROMEIN naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, dat U alles in de hele oneindigheid van het grootste tot het kleinste bekend is, daar ben ik volkomen van overtuigd, en niemand kan mij deze zalige overtuiging meer ontnemen! Maar nu is er al meerdere malen sprake geweest van de hel, en ik moet eerlijk bekennen dat ik nog steeds niet in het minst weet, wat ik daar eigenlijk van denken moet. Is het een bepaald erg duister en treurig oord, waar de kwaaddoeners voor hun zonden eeuwig gepijnigd of zonder onderbreking gemarteld worden, of zijn al die grote martelingen uiteindelijk, te oordelen naar Uw eeuwige liefde en goedheid, toch slechts de uiterste middelen om tenslotte zelfs de meest slechte geesten na een ondenkbaar lange tijd terug te brengen tot het juiste besef? Waar is dat onzalige oord, en hoe ziet het er uit?'
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Kijk, dat alles is een gevolg van dat rechtvaardigheidsgevoel in de ziel van de mensen die altijd net als jij in de scherpste bewoordingen de mensen prediken dat God weliswaar de goeden eeuwig in de hemel beloont, maar tengevolge van zijn onverbiddelijke gerechtigheid de slechten ook eeuwig in de verschrikkelijkste hel onder ongehoorde martelingen eeuwig zonder enige verzachting straft!
Hoofdstuk 243: De gevolgen van de verkeerde voorstelling van het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Dit zonnenheelal gezelschap met een centrale zon zullen we een zonnenal-al noemen. Zulke al-allen zijn er weer in een voor jullie ontelbaar aantal, en alle hebben op een eindeloze diepte weer een ongehoord grote centrale oerzon, waaromheen zij zonder verstoring van hun vele afzonderlijke bewegingen als één lichaam in een alleen voor een engel meetbaar wijde baan doorlopen, en zo'n zonnen en wereldensysteem willen we, om het tot een begrijpelijk begrip te maken, een zonnen en wereldenhulsglobe noemen, omdat alle hiervoor genoemde al-allen naar alle richtingen om de centrale oerzon cirkelend, een onmetelijk grote bol vormen en tengevolge van hun noodzakelijkerwijs vrijwel gedachten snelle beweging en de daardoor veroorzaakte centrifugale kracht op een natuurlijk voor jullie onmeetbare diepte en verte een soort huls vormen, waarvan de dichtheid die van de atmosferische lucht van deze aarde benadert en van binnen naar buiten een doorsnede heeft die gerekend naar de afstanden op aarde zelfs met duizendmaal duizend aeonen nog veel te gering zou zijn.'
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Waarom wordt het lichaam van een ouder geworden mens langzaam maar zeker steeds zwakker? Omdat bepaalde vezels en zenuwen geleidelijk aan afsterven en niet meer werken, - wat het verouderen en zwakker worden van het lichaam veroorzaakt. En toch kan de mens daarbij nog vele jaren door blijven leven zonder dat hij aan geestelijke kracht iets inboet, vooral als hij steeds volgens de wil van God geleefd heeft. En zo zal dat ook eens met de grote wereldmens het geval zijn. Ook al zullen er in hem al aeonen hulsgloben opgelost zijn, dan zal hij daarom toch nog voor jullie begrippen eindeloos lang voort kunnen bestaan, want de hulsgloben in hem zijn dat, wat bij jullie vezels en zenuwen zijn.
Hoofdstuk 246: De verlossing van de wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE FARIZEEËR zei helemaal verbluft: 'Heer, Heer, almachtige, eeuwige God, volgens uw maar al te duidelijke voorstelling is er voor de verdoemden in de hel maar ontzettend weinig hoop op zaligheid; want die eindeloze tijdruimten zonder tal en zonder maat, zijn immers hetzelfde als de eeuwigheid als zodanig! Ach, dat zijn tijden waaraan tot op heden nog geen mens ook maar in de verste verte heeft gedacht! Wat wordt een mens daar oneindig klein bij! O God, waarom bent U dan zo oneindig groot, wijs en machtig en zijn wij mensen zo ontzettend nietig, dom en zwak?! Heer, heus waar, nu overvalt mij een grote angst voor U, omdat U in Uw geest te eeuwig, te eindeloos groot, te wijs en te almachtig bent! En het is voor mij nu het aller onbegrijpelijkste, hoe U in Uw hele goddelijke volheid in het zeer beperkte lichaam van een mens naar ons op deze nietige aarde hebt kunnen komen!'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: ' Maak je daar maar niet ongerust over; want Ik doe in eeuwigheid niets zonder een heel wijze reden. Het spreekt echter vanzelf dat een wijs en ervaren dokter als hij bij een zieke komt er vooral naar kijkt en op let waar in het lichaam de voornaamste bron van de ziekte zetelt. Als hij dat goed onderkend heeft, zal hij meteen met zijn middelen proberen de meest zieke zenuw in de mens ook al is die nog zo klein, te genezen en actief te maken. Als de zenuw weer in gezonde staat is, wordt vlug daarna de hele mens gezond.
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Ik zei: 'Je idee en je wil zijn goed, maar Mijn idee en Mijn wil zullen hier nog beter zijn! Waarom geld uitgeven voor iets wat men geheel rechtmatig ook zonder geld kan krijgen en in bezit kan nemen? Ben je het daar niet mee eens? Zulke mensen nog winst bezorgen, zou betekenen dat je hen in hun kwaad nog aanmoedigt. Maar als zij meer van dit soort ervaringen zullen opdoen, kijken zij wel uit om nog langer hun toevlucht te nemen tot zo'n onmenselijke manier om geld te verdienen.'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na deze plechtige handeling, die ieders hart ontroerde en die geen van alle aanwezigen zonder tranen in de ogen kon aanzien, zei Ik tegen Rafaël: 'Breng hen nu naar boven en verzorg hen eerst; pas later als wij zullen volgen, zal er voor ons worden gezorgd!'
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113  ...