Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 100 van 1112

...  88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113  ...
[9] Wij gaan nu meteen de synagoge uit. Jaïrus en Borus sluiten de grafkelder weer achter zich, nadat zij de beide jongemannen gevraagd hadden om de kist terug te zetten in de groeve, wat deze ook in een oogwenk deden.
Hoofdstuk 71: De onsterfelijkheid van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zolang de mensen in paleizen wonen en zich door de paleizen en vanwege de paleizen zullen laten eren en roemen door degenen, die zich geen paleizen kunnen veroorloven, zal men ook naast de paleizen een tempel voor de een of andere god bouwen en hem daarin vereren, en ook al heeft dit niets met waarheid te maken, dan is het toch tot meerdere eer van de paleis en tempelbouwers.
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] En zo zal het gebeuren dat de mensen de eer aan zich zullen trekken, die zij God behoren te geven. Het loon voor hun werken zal echter dan ook zeer nadrukkelijk daaruit bestaan, wat ze zichzelf toegeëigend hebben! In het hiernamaals zal men hen echter niet kennen en zij zullen in de grootste duisternis gestoten worden, waar huilen en tandenknarsen hun lot zal zijn, omdat de grote duisternis een eeuwige ruzie en onenigheid veroorzaakt! Daarom laten wij voorlopig alles zoals het is, want alle knopen zullen pas in het hiernamaals geheel ontward worden!"
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen Ik dit tegen Cyrenius had gezegd, waren we tevens thuis aangekomen, waar al een goed avondmaal op ons wachtte, dat .zoals gewoonlijk bestond uit brood, wijn en veel heerlijk klaargemaakte vissen. De jonge Josoë was erg belust op de vissen en toonde zich verheugd over de goedgevulde tafels.
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De leerlingen vroegen inlichtingen over de jongen, en wisten niet wat ze van hem moesten denken. Nu eens vroegen ze de jongen, dan weer Jaïrus, dan weer de beide jongemannen die ook bij ons aan de hoofdtafel zaten, wat er toch met deze jongen aan de hand was. Daar moest toch wel iets heel bijzonders achter steken, want zij wisten maar al te goed dat de Heer Zich nooit meer dan nodig met heel gewone jongens bemoeide. Maar het vragen van de leerlingen had hier geen resultaat, omdat niemand hen een bevredigend antwoord gaf.
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Na deze wijze vermaning van moeder Maria hielden de leerlingen op met hun vragen over de jongen en spraken alleen onder elkaar nog verder over hem, en Petrus richtte zich tot Mijn geliefde Johannes en vroeg hem wat hij van deze jongen dacht.
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Bedenk eens hoe goed het zou zijn om als een vogel te kunnen vliegen! Ja, zelfs mijn schouders hebben al meermalen gejeukt, en dan dacht ik dat ik mee moest trekken met een groep vrolijk voort zwevende kraanvogels; ik probeerde te huppen en te springen, maar het zware lichaam wilde zich natuurlijk ook maar geen el boven de grond verheffen!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] THOMAS wendt zich tot Mij en zegt: "Heer, ik en wij allen smeken U om verwijdering van dit schurftige schaap! Want in zijn nabijheid is broederlijk samenleven niet denkbaar en zo is het voor ons niet mogelijk om Uw heilige leer toe te passen, want hij is en blijft steeds een opruier en verrader! Waarom moet hij dan hier bij ons zijn, als hij niet alleen niets van Uw heilige leer in praktijk wil brengen, maar altijd meewarig om ons glimlacht wanneer wij ons inspannen om volgens Uw woorden te leven en te handelen?"
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Kijk naar Thomas, die zich door al jouw grofheid niet laat afschrikken om je te vermanen, als je je kwade hart te veel de vrije teugel begint te geven. Luister daarom naar zijn door bezorgdheid voor jou ingegeven vermaningen, dan zal het stukje bij beetje in je hart wel beter worden! Als je echter doorgaat, zoals tot op heden, met je door niemand iets te laten zeggen, dan zul je binnenkort te gronde gaan en, zoals gezegd, ten prooi vallen aan de satan, want dan zal niet Ik, maar de satan in je hart gaan wonen.
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Beste oom, maakt u zich daarover maar niet ongerust! Hij, Die mij uit de dood heeft opgewekt, zou zeker mijn maag niet zo'n grote eetlust gegeven hebben, als het schadelijk voor de maag zou zijn nu wat meer voedsel tot zich te nemen dan anders bij een regelmatig verzadigde toestand, want het is voor een mens geen grapje om anderhalf jaar dood en zonder voedsel te zijn geweest! Als u dat eens zelf zou ondervinden en mijn nieuw geschapen maag zou hebben, dan zou u mijn eetlust gemakkelijk begrijpen. Maar niet ieder mens kan dit meemaken, en daarom heeft het geen zin om daarover met mij te redetwisten. Behalve Degene, die mij opgewekt heeft, weet ik nu het best hoe het met mij gaat, en maakt u zich maar niet bezorgd of een paar vissen, een stuk brood en een beker wijn mij ook maar in het minst zullen schaden!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] PETRUS zegt: " Ja, ja, je hebt wel gelijk, maar de weetgierigheid is toch ook een groot goed, dat door de Heer Zelf in het hart van de mens is gelegd. Als de mens deze edele drang niet zou hebben, zou hij net als een dier zijn, dat volgens mijn mening beslist geen spoor van dorst naar kennis in zijn botte ziel heeft. Het zuiver goddelijke van de weetgierigheid ligt volgens mij al daarin, dat het lijkt op een droom waarin men dorst heeft, waarbij de dromende ziel vaak enorme vaten vol water of wijn drinkt om die te stillen en daarbij toch steeds dorstig blijft en een onoverwinbare lust krijgt in steeds grotere hoeveelheden dorstlessende dranken. Onze onverzadigbare weetgierigheid maakt ons ook duidelijk dat in God een oneindige overvloed aan wijsheid moet zijn, die geen zoekende geest in der eeuwigheid zal doorgronden! Daarom meen ik, beste broeder, dat mijn huidige dorst naar kennis geen zonde is.
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Kijk, mij en verscheidene van onze broeders vergaat het zoals zo veel snoeplustige kinderen, die geen trek hebben in allerlei lekkernijen zolang ze niets van dergelijke zoetigheden weten of zien. Maar zet ze aan een met allerlei zoete spijzen gevulde tafel en verbied hen daar iets van te gebruiken, dan zul je al gauw tranen in hun ogen en nog meer water in hun mond ontdekken. Maar ondanks dat heb je toch gelijk. Zoals een wijze vader zijn kinderen, als oefening in de belangrijke deugd van de zelfverloochening, zo nu en dan iets lekkers voorzet waarvan ze niet mogen eten, zo schijnt onze hemelse Vader ons ook zo nu en dan geestelijke spijzen voor te zetten, waarvan we niet mogen genieten, voordat we een bepaalde graad van zelfverloochening bereikt hebben. Als we volgens Zijn orde die graad hebben bereikt, die Hij voor onze ziel nodig vond, dan zal Hij ons laten genieten van de spijs, die wij nu zo graag willen hebben. En dus zullen wij voor dit moment, en zolang Hij het wil, helemaal tevreden zijn met hetgeen wij weten en hebben, en Zijn alleen heilige wil geschiede altijd!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Al gauw legde ik mij echter daarbij neer en dacht: Als God gewild zou hebben dat de mensen net als vogels zouden kunnen vliegen, dan zou Hij hen net als de vogels deugdelijke vleugels hebben gegeven. Maar God zag, dat zo'n eigenschap de mens meer schaden dan baten zou, en gaf hem daarom liever een paar goede en sterke voeten, die hem heel goed van de ene plaats naar de andere kunnen dragen. Ook gaf Hij hem behalve de twee sterke voeten een paar zeer bruikbare handen en het boven alle sterren uitreikende verstand, waardoor hij zich in plaats van een deugdelijk paar vleugels, duizend andere gemakken kan verschaffen, die hem duidelijk meer genoegen kunnen schenken dan vleugels aan een vogel, want het is zeer de vraag of de vogels hun vleugels zo weten te waarderen als de mens zijn voeten, zijn handen en zijn verstand!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] JUDAS stapt nu nadenkend achteruit, neemt wel zo half en half een besluit om zich overeenkomstig Mijn woorden te verbeteren, en zegt tegen Thomas: "Nu, broeder, je zult eens zien hoe Iskariot een geheel ander mens, en uiteindelijk nog een voorbeeld voor jullie allemaal wordt! Want Iskariot kan veel als hij wil; nu wil hij het echter en zal daarom ook tot veel in staat zijn!"
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: " Ja, zo is het! Wie van jullie zich de minste acht van zijn broeders, is de hoogste in het rijk van God; ieder zich beter achten zet hem echter in het rijk van God terug op een laatste plaats.
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113  ...