Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 991 van 1037

...  979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004  ...
[19] Hiermee zijn we klaar met het beschrijven van de religie van de mensen van deze gordel; de volgende keer zullen we alleen nog iets over hun voortplanting, geboorte, huwelijk en sterven zeggen en ons daarna naar de innerlijke zon begeven, waar wij in het algemeen en zo snel mogelijk doorheen zullen gaan. - En daarmee is het weer genoeg voor vandaag!
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Als dat allemaal voorbij is, begeeft het hele gezelschap zich op die berg en brengt God eenstemmig lof en dank. Daarna gaan ze weer naar huis en zijn blij en opgewekt vanwege de grote genade, die God een broeder van hen heeft geschonken. - Deze handeling van het sterven is hetzelfde op de hele gordel, zowel op de eilanden als op het grote vasteland.
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Dat hetgeen tot nu toe gezegd is op beide gordels hetzelfde is, hoeft nauwelijks gezegd te worden. - En aangezien we derhalve klaar zijn met het gehele bewoonbare oppervlak van de zon, zullen we de volgende keer naar het inwendige van de zon begeven. - Genoeg dus voor vandaag!
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Er is ook al gezegd, dat deze binnen-zonnen ook bewoond zijn. Nu is de vraag: wat voor mensen wonen er dan? - Zijn deze bewoners werkelijk lichamelijke mensen, of lijken ze enkel op jullie aardmannetjes en de zogeheten lucht-, vuur-, water- en aardegeesten? Of is het misschien zelfs een bijzonder soort wezens, die nergens anders dan alleen op de zon voorkomen? - Dat zijn dus drie mogelijkheden, waarvan noch de ene noch de andere verworpen en ook niet helemaal bevestigend beantwoord kan worden. Naar de uiterlijke vorm te oordelen vertonen ze wel overeenkomst met datgene, wat hierboven genoemd is, maar in werkelijkheid en qua innerlijke betekenis bestaat er geen overeenkomst.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Om dit verschil nog duidelijker te maken, moeten jullie je de kwestie zo voorstellen: Als jullie de materie en de daaruit gevormde producten van bewoners van de een of andere planeet voor je zien, bewonderen jullie die; en als jullie ze scherpzinnig bekijken, zal iedereen beslist vragen: Hoe ontstaat of ontstond dit of dat? Wat is daar de oorzaak van? - Door dergelijke vragen en eventueel daarop gegeven antwoorden verdiepen jullie je er steeds meer in. En als jullie volgens de juiste regels onderzoeken en zoeken, zullen jullie uiteindelijk noodzakelijkerwijze bij het geestelijke uitkomen, dus bij een zelfstandig leven, doordat jullie de bewegingloze, dode materie tenslotte toeroepen: Ik kan mijzelf toch onmogelijk zelf gevormd en nog minder tot leven gebracht hebben! - Met andere woorden: daarmee gaan jullie de antisolaire weg - vanuit het materiële over naar het geestelijke.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Om jullie dit duidelijker te maken, zal Ik jullie slechts een klein voorbeeld geven.: Kijk maar eens naar een oude boom! Vooropgesteld dat die helemaal gezond is, zouden jullie hem het best kunnen bekijken door zijn stam dwars door te zagen en daarna vanuit zijn kern met scherpe blik alle steeds wanordelijker wordende jaarringen rond de kern te bekijken - tot jullie bij zijn buitenste, grove bast zouden komen. Als jullie dan zouden zien hoe de kern en de directe omgeving ervan volkomen ordelijk gevormd is, valt toch wel te voorzien dat jullie door een grote bewondering over zo’n grote orde aangegrepen zouden worden. Maar als jullie dan gaan kijken naar de steeds verder van de kern verwijderde jaarringen, zullen jullie wanordelijke ringen tegenkomen, en dan zullen jullie zeker vragen: Waar komt die wanorde vandaan? Die is immers duidelijk in tegenspraak met de volmaakt ronde kern. Want wij ontdekken daar uit- en inbochtingen van niet zelden een tot drie duim, en toch is de kern rond! Wat heeft deze jaarring hier eigenlijk naar binnen gedrukt en daar weer naar buiten geduwd? - En als jullie dan tenslotte bij de buitenste bast komen - zeg Mij: waaruit zullen jullie de ruwe groeven in de boom verklaren? - Jullie zullen ongetwijfeld moeten zeggen: Hoe meer wij dit in het licht bekijken, des te grotere tegenstrijdigheid vinden wij tussen de kern en het uiterlijke omhulsel van de boom. - Kijk, dat leert één enkele doorsnede van een boom jullie al!
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Kijk, dat is wat voor jullie zo buitengewoon noodzakelijk is om goed te begrijpen, als jullie door de letterlijke betekenis heen voordeel willen hebben van iedere uiterlijke, vormelijke geestelijke openbaring. Want het geestelijke is een in zichzelf bepaalde kracht en is in zichzelf in de grootste orde. Wanneer deze kracht echter naar buiten treedt en zich wil uiten, dan moet zij zich toch - aangezien zij zelf de grootste orde is - wel realiseren welke mogelijkheden ze heeft om zich tegenover de uiterlijke omstandigheden te uiten, om in de eerste plaats haar oorspronkelijke, eigen gesteldheid niet uit het oog te verliezen, maar voor het overige zodanig te werken, dat zij ook met de uiterlijke omstandigheden in harmonie verkeert.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Kijk, daaruit zal toch wel enigszins duidelijk worden dat Ik, die de oerkracht Zelf ben, wanneer Ik Mij vanuit de allerzuiverste geestelijke, eeuwige orde tegenover de uiterlijke wereld wil uiten, ook steeds deze twee regels uiterst nauwkeurig in acht neem, aangezien Ik ze zelf ingesteld heb; en dat doe Ik, doordat er bij een openbaring aan het eigenlijke Goddelijk-Heilige in Zijn volheid geen afbreuk wordt gedaan, maar Het overal in zijn allerhoogste volmaakte gesteldheid innerlijk aanwezig moet zijn. Wat echter het in een vorm uitdrukken naar buiten toe betreft, dat moet zich op zijn beurt toch voegen naar de uiterlijke omstandigheden en dus noodzakelijkerwijze in de uiterlijke verschijningsvormen in allerlei opzichten tegenstrijdig naar voren treden, terwijl het in zichzelf toch de allerhoogste harmonie overeenkomstig de orde bezit - evenals de eikenbomen als zodanig qua bouw dus toch steeds hetzelfde zijn en, te oordelen naar hun voortbrengselen, steeds op dezelfde fundamentele orde stoelen, ook al schijnen ze qua uiterlijke vorm nog zo tegenstrijdig met elkaar te zijn.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Zo zou Ik bijvoorbeeld tegen jullie kunnen zeggen: De afstand van jullie woonplaats tot de volgende stad, bijvoorbeeld in jullie bergland, bedraagt zeven mijl; vervolgens zou Ik tegen jullie willen zeggen: De afstand tot dezelfde stad bedraagt tien mijl; en dan wil Ik weer zeggen: Die afstand bedraagt twintig mijl, en wel langs een en dezelfde weg; ja, Ik zou jullie nog allerlei afstanden kunnen opgeven. Als jullie dit aan de buitenkant beschouwen, kunnen jullie er niet omheen om naar eer en geweten te beweren: Dat is toch klinkklare onzin! - Want een blinde moet toch nog inzien, dat een bepaalde afgemeten afstand van zeven mijl niet vergroot of verkleind kan worden, vooropgesteld dat de maat, waarmee de weg gemeten wordt, steeds hetzelfde blijft. - Uiterlijk bezien is deze tegenwerping gegrond en kunnen zeven, tien en twintig mijl derhalve niet hetzelfde zijn. - Maar wat voor gezicht krijgt deze bewering, wanneer die van binnenuit onderzocht wordt? - Dat is een heel andere kwestie.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Want bij de zon moeten jullie steeds voor ogen houden, dat daarop alleen maar wezen van primitieve of solaire aard bestaan - terwijl die op de planeten van secundaire of antisolaire aard zijn. Als jullie naar de vorm kijken, dan drukt deze zich natuurlijk wel op dezelfde wijze uit als op de planeten; maar wat de innerlijke gesteldheid en de grondslag ervan betreft, staan deze in scherpe tegenstelling tot alles, wat zich van deze aard op de planeten bevindt.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Als zij van hun toestand van zelfstandigheid en volle vrijheid een juist gebruik maken, worden ze mettertijd steviger en duurzamer in hun hele wezen en kunnen dan direct via de weg van verwekking en geboorte naar het oppervlak van de zon overgaan. En van daar af ligt voor hen dan de verdere geestelijke reis tot uiteindelijke voleinding open, zoals die reeds besproken is53.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Het ergst of het scherpst komen deze verschillen naar voren op de laatste inwendige zon, die het eerste na de eigenlijke, zichtbare zon komt. Want in de nog verder naar binnen gelegen zonnen zijn de verschillen lang niet zo opvallend, dat wil zeggen: de bewoners zijn tenminste schijnbaar nog meer gelijk van aard dan op de laatste inwendige zon.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Maar opdat jullie de innerlijke overeenstemming van dergelijke beweringen inzien, zal Ik jullie ook in dit geval met een aanschouwelijk beeld te hulp komen. - Hoe stellen jullie je de stad Bruck voor? - Jullie zeggen: Zoals we haar nog altijd hebben gezien. - Ik vraag jullie weer: Hoe kunnen jullie je dat dan voorstellen? - Jullie zullen zeggen: Ten eerste in onszelf, dat wil zeggen door de kracht van ons beeldend vermogen en onze herinnering van het natuurlijke beeld van deze stad. - Goed, zeg Ik. Zijn jullie bij het je voorstellen van de stad op een bepaalde plaats aangewezen, of zijn jullie in de geest genoodzaakt je deze stad alleen maar daar voor te stellen, waar ze zich bevindt? Jullie kunnen deze stad in de geest toch zeker naar iedere willekeurige afstand verplaatsen. - Welnu, intussen hebben we voldoende en zullen we de kwestie verder nagaan. - Als het van binnenuit bezien voor de geest eigenlijk niet van belang is waar hij zich die plaats wil voorstellen, en dit voorstellen hem ook altijd dezelfde moeite kost, vraag jullie geest dan eens, welk verschil hij tussen de opgegeven afstanden merkt? - Zal hij voor een zeven mijl ver gelegen Bruck minder tijd nodig hebben om het zich voor te stellen dan voor een Bruck, dat honderd mijl weg ligt? - Wie ook maar enigszins de grote vaardigheid van de gedachten kent, zal in zichzelf toch al wel de ervaring hebben opgedaan dat hij geen verschil merkt, wanneer hij zich de afstand van een mijl en direct daarna een afstand van verscheidene triljoenen mijlen voorstelt. Maar als dat voor de ‘geest’, ofwel ‘van binnenuit’ volkomen één en hetzelfde is, zal het toch ook duidelijk zijn dat alle dingen - wanneer ze van binnenuit beschouwd worden, hoe ze van één en hetzelfde punt uitgaan - dus ook in een en hetzelfde punt een en hetzelfde zijn.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Deze dingen kunnen jullie al bij het algemene samentrekken van begrippen vinden. - Onder welke naam kunnen jullie je alle geschapen dingen, zonder onderscheid naar hun uiterlijke gesteldheid, eigenschappen en vormen, verstandig voorstellen? - Jullie zeggen: onder de algemene naam ‘wezens’ of ‘schepselen’. - Goed, zeg Ik. Maar zeg Mij: hoeveel verschillen zien jullie bij zulke algemene aanduidingen in de eindeloze veelheid van de meest uiteenlopende wezens? - Hier moeten jullie toch duidelijk bekennen: Bij deze algemene uitdrukkingen is er absoluut geen verschil zichtbaar tussen al het talloos vele geschapene. Want uit deze twee uitdrukkingen spreekt enkel een synonieme veelheid van geschapen dingen. - Dan vraag Ik weer: Waarom? - Als jullie het voorgaande enigszins overzien, kunnen jullie op dit ‘waarom’ geen ander antwoord geven dan te zeggen: Omdat al die eindeloos vele en uiteenlopende dingen in de grondslag van hun ontstaan volkomen één zijn. - Als Ik daar nog aan toevoeg: Hoe en waarin dan?, dan moeten jullie er toch zogezegd met je neus tegenaan lopen en zeggen: Omdat alle dingen uit de goddelijke liefde voortkomen, moeten ze in deze goddelijke liefde dan ook als volkomen één aanwezig zijn, evenals de goddelijke liefde in Zichzelf volkomen één is.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Bezie bijvoorbeeld de boom des levens of het geschreven Woord, zowel van het Oude als het Nieuwe Testament: hoeveel duizenden takken, twijgen en wortels kunnen jullie daar wel niet aan zien? - Niet één wortel, niet één tak, niet één twijg lijkt op de andere. Naar het uiterlijk schijnt alles elkaar tegen te spreken. Leerstellingen over een en hetzelfde luiden verschillend. Profetische voorspellingen over een en dezelfde gebeurtenis zijn door verschillende profeten ook verschillend aangeduid. Zelfs de vier evangeliën vertellen een en dezelfde zaak in andere woorden en verschillen ook in de verschillende aantallen die ze opgeven. Ja, zelfs menige plaats, waar feiten hebben plaatsgevonden, worden dikwijls niet volkomen overeenstemmend aangeduid, en evenzo variëren niet zelden de tijdsaanduidingen. - Wie nu van uiterlijk aanschouwen tot de innerlijke samenhang wil komen, zal de weg toch beslist kwijtraken en het centrum even moeilijk raken als iemand, die van buitenaf in een boom wil boren en wil beweren: zoals hij de boor op de boom heeft gezet, moet die tot de kern doordringen. Maar als hij naderhand de loop van zijn boor onderzoekt, zal toch zeker blijken dat hij met zijn boor de kern met verscheidene duimen gemist heeft. - Maar als hij eerst de boom splijt en dan vanaf de kern naar buitten toe boort, zal hij dan ooit de bast kunnen missen? - En waarom niet? - Omdat in de kern alles in één punt samenkomt. - Maar in het uiterlijke is de kern absoluut niet te vinden. Alleen door een blind toeval, zoals jullie zeggen, zou iemand het centrum kunnen raken. Maar wat zal hem dat baten? Zal hij daarmee nu in staat zijn bij iedere boom, die hij opnieuw aanboort, de kern te raken?
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  979 - 980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004  ...