Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 992 van 1110

...  980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005  ...
[4] Volgens mijn innerlijk gevoel wil ik graag bij God, mijn Schepper zijn. Maar dan zijn mijn vele zonden een sta in de weg en ik houd dan de verwerkelijking van die wens voor geheel onmogelijk!
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] 'Maar wat gebeurt er nu in de hut?', zullen jullie je afvragen. Heb maar geduld, aanstonds zal door Mij het dienstrooster bekend worden gemaakt, dat de bisschop van nu af aan dient te volgen, nadat hij zich van tevoren een beetje met Mijn levens brood heeft gesterkt. Want jullie begrijpen natUurlijk wel, dat de man erg hongerig moet zijn, daar hij tijdens zijn gehele leven op aarde - evenals in de zeer korte periode van zeven dagen (hoewel ervaren als een ondenkbaar lange tijd) - nog nooit aan deze ware spijstafel heeft gegeten en nog nooit het brood des levens heeft geproefd. Daarom moeten wij hem nu - zoals jullie plegen te zeggen - maar eens flink laten toetasten, om de eerste honger te stillen.
Hoofdstuk 17: In de hut van de loods - Het gezegende ontbijt en Martinus' dank - Martinus' nieuwe werk met de vissers - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Zo, zo; ach wat was dat heerlijk! O die onafzienbare tijd van honger, dorst en mijn ononderbroken nacht! O dank je, dank je en de grootste dank aan God de Heer, omdat Hij heeft toegelaten dat jij mij redde en nu ook te eten gaf, zodat ik mij nu zo verkwikt voel alsof ik pas geboren ben. - En kijk, kijk, het wordt nu ook helemaal licht als op een lentemorgen, wanneer de zon opkomt. O hoe heerlijk is het nu hier!
Hoofdstuk 17: In de hut van de loods - Het gezegende ontbijt en Martinus' dank - Martinus' nieuwe werk met de vissers - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] O liefste vriend, en ook jij mijn oude en eerste gids, laat mij - nu ik helemaal verzadigd ben, een of ander werk doen, opdat ik - ofschoon maar povertjes vergeleken met de aan mij bewezen weldaad - door het werk van mijn handen mijn grote liefde voor jullie kan tonen!'
Hoofdstuk 17: In de hut van de loods - Het gezegende ontbijt en Martinus' dank - Martinus' nieuwe werk met de vissers - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Ben je dan vergeten, wat onze geliefde Meester gezegd heeft? - Kijk, Hij is rustig, laten wij het daarom ook zijn. Maar wanneer er wordt gezegd: 'Volg Mij nu, de handen uit de mouwen!' - ga dan pas aan de slag volgens Zijn aanwijzingen. Want er bestaat geen betere meester in het vissen dan Hij! Maar nu is het oppassen geblazen, het moment van onze actie zal zo dadelijk beginnen!'
Hoofdstuk 18: Op visvangst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] En nu beveelt DE HEER: 'Ga naar de oever en pak dat grote touw, waaraan een zware, scherpe werphaak is bevestigd; ginds bij de hut ligt het reeds klaar! Ik zal intussen met de beide haakstangen de vis dichter bij de oever brengen, waar jullie dan heel vlug de werphaak op de kop van het dier moeten slingeren. Maar vriend Martinus, je mag niet schrikken als de vis daarbij wat heftige bewegingen maakt, die je wel erg afschrikwekkend zullen voorkomen. Wees moedig en standvastig, dan lukt alles! Welnu, geef Mij die beide stangen in handen en gaan jullie vlug aan het werk!'
Hoofdstuk 18: Op visvangst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] IK zeg: 'Ieder van jullie neemt nu snel een zwaard in de hand, want dit is een tienkoppige hydra! Dat monster heeft ons gezien en stevent nu recht op ons af. Jij Petrus, weet wel hoe dergelijke vissen worden gevangen, en jij bisschop Martinus, doe wat je broeder zal doen! Als deze tienkoppige hydra zijn slangenkoppen over het schip zal buigen, maai dan snel alle tien koppen van het lange slangenlijf af; het andere doe Ik dan wel! Het ondier is er al, dus, sla er nu op los!'
Hoofdstuk 18: Op visvangst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Ik weet dat jullie wijze mannen zijn en zeer beslist zal dit werk een wijs doel dienen. Maar laat mij toch ook een beetje weten, waarom wij dit ogenschijnlijk nutteloze werk verrichten, waarvoor dit eigenlijk goed is of nog zal zijn!'
Hoofdstuk 19: Bisschop Martinus' twijfels over de vergeefse arbeid - Petrus' goede verklaring onder verwijzing naar de ijdele geestloze verrichtingen van een roomse bisschop - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] In je kinderjaren was de ziel, die je in je lichaam gegeven was om je op de wereld als mens te ontwikkelen fysiek wel kompleet. Daar je echter niet volgens de orde van God leefde, maar alleen volgens de dierlijke orde waaruit de ziel oorspronkelijk is samengesteld, verloor je zeer veel van en aan je ziel. En kijk, dit verlorene moeten wij uit de vloed van je zonden halen, om hiermee je ziel ooit weer heel te maken. Als dat gebeurd is, dan kunnen wij pas zorg dragen voor jouw geest en voor de éénwording van je geest met jou. Wees daarom nu vlijtig en geduldig, je zult dan spoedig inzien wat een ware loods hier te doen heeft!
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Gaf je ooit iemand een karige aalmoes, dan moest de gehele omgeving daar notie van nemen. Was dat volgens het evangelie, waarin de rechterhand niet weten mag wat de linker doet?
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[33] Heb je al je gebreken ontdekt, dan pas kunnen de rasp, de vijl, de tangen en uiteindelijk de poets - en polijstborstel gebruikt worden om van jou weer een mens te maken volgens de orde van God. En wel een geheel nieuwe mens; want jouw huidige wezen is, zoals je nu bent, daartoe volkomen onbruikbaar!
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Lieve vrienden, nu moet ik jullie toch openlijk bekennen: de vroegere hut zou mij miljoen maal liever zijn! Ach, wat ligt er nog veel vuil hier binnen. Luister, in deze vuile toestand kan ik - die erg van properheid houd - het bijna niet uithouden!
Hoofdstuk 22: De deemoedige zelfkennis van bisschop Martinus en het ontwaken van zijn liefde - De veranderde omgeving - Het paleis met het vervuilde interieur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Vrienden, beste vrienden, ik smeek jullie, laten we meteen weer de heerlijke buitenlucht ingaan! Want in deze vuile vertrekken zou ik tot geen enkele goede gedachte in staat zijn en zou ik eerder slechter dan beter kunnen worden; want juist van kamervuil heb ik een intense afkeer!'
Hoofdstuk 22: De deemoedige zelfkennis van bisschop Martinus en het ontwaken van zijn liefde - De veranderde omgeving - Het paleis met het vervuilde interieur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Nu komt BISSCHOP MARTINUS bij het treurige gezelschap aan en spreekt op vriendelijke toon tot hen: 'Lieve vrienden, waar willen jullie naar toe? Ik smeek jullie in Godsnaam, keer om en volg mij, anders gaan jullie allemaal te gronde. Want de richting die jullie nu volgen, voert regelrecht naar een afgrond die jullie allen voor eeuwig zal verslinden!
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] BISSCHOP MARTINUS spreekt weer: 'Ja, ja, mijn God ja, je hebt wel gelijk, ik heb jullie lief en waardeer jullie bovenal vanwege jullie wijsheid en daarmee verenigde kracht, liefde, geduld en volharding! Maar als je, mijn lieve vriend, met mij op zo'n manier zou spreken, dat ik niet de hele tijd uit je woorden kan opmaken, dat ik slechts waard ben om vervloekt te worden, dan was ik zonder meer allang letterlijk verliefd op je! Echter juist jouw doordringende, scherpe woorden vervullen mij eerder met een soort heimelijke angst, dan met een liefde voor jou en je vriend Petrus! Spreek daarom minder beschuldigend tegen mij, dan zal ik je met al mijn krachten liefhebben!'
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005  ...