Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 992 van 1037

...  980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005  ...
[11] Dat weten we nu. - En hoe gebeurt het opklimmen? Het opklimmen door de inwendige zonnen heen is meer een geestelijke en derhalve voor het grootste deel ook onmerkbare opklimming. Er zijn dus ook geen gewelddadige uitbarstingen mee verbonden. - Het opklimmen vanaf de laatste inwendige zon naar het eigenlijke oppervlak van de zon uit zich echter altijd op buitengewoon gewelddadige wijze.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Daarmee zijn we dan ook klaar met de materiële zon; de volgende keer zullen we ons dus naar de geestelijke of liever de hemels geaarde zon begeveni. - En dus is het weer genoeg geweest voor vandaag!
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Een zeer passende vergelijking, waarmee de Heer wil aangeven hoe onoverbrugbaar de barrières zijn. In de tijd van Lorber kon immers aan een reis naar de maan zelfs nog niet gedacht worden.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[48] Opmerking: Deze vermelding, die schijnbaar vorige mededelingen over de manen van Miron tegenspreekt, was voor de schrijfknecht van de Heer, Jakob Lorber, aanleiding tot de volgende bede: ‘O mijn zeer geliefde Heer en heilige Vader in Jezus! Ik arme, waardeloze zondaar en trage, onoplettende knecht vraag U uit de grond van mijn hart of U mij weer uit een verlegenheid wilt helpen! - Kijk, zoals U bekend is en altijd geweest is, heeft zich in het dictaat over de zon een kleine tegenstrijdigheid in getallen voorgedaan, en wel bij de laatste planeet waarover aanvankelijk in de inleiding gezegd is dat die slechts drie manen heeft; nu, bij de specifieke behandeling van dit hemellichaam wordt er echter gezegd, dat het tien manen heeft! - Hoe moet dat opgevat worden? - Hier sta ik, Heer en Vader, voor U en belijd vanuit mijn diepste innerlijk dat een dergelijke tegenstrijdigheid van getallen mij nog nooit van de wijs heeft gebracht; want ik weet maar al te goed en zeker, dat in U alles uiteindelijk opgelost wordt en tot de mooiste evenwichtige harmonie komt; maar zo is het niet bij iemand anders, die U, o Heer en Vader, heel goed kent. - Deze persoon heeft de scherpe schoolse punten van zijn verstand nog niet door een deemoedig en aan U overgegeven geloof stomp gemaakt, en één gesproken woord is al voldoende om zijn geloof te doen wankelen en mij, arme knecht, van bedrog te verdenken! - Geef, o Heer, vanwege deze man mij dus nu al de oplossing van deze getalstegenstrijdigheid, of leid mij er veilig vandaan, aangezien ik constant het gevaar loop om van bedrog in Uw naam verdacht gemaakt te worden, en geef deze genade aan iemand anders, maar laat mij Uw enige liefde en erbarmen! Want op deze manier ben ik niet veilig voor de strikken van de wereld. - help mij dus op de ene of andere manier. - Als ik voor dit heilige ambt van Uw grote genade te zwak ben, sterk mij dan in alles of zet iemand anders op mijn plaats. Want werkelijk, deze taak is mij al tot een grote last geworden, aangezien die een waarlijk groot en zwaar kruis is! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen’. De knecht kreeg het volgende, voor menig verstandelijk criticus betekenisvolle antwoord: ‘Schrijf dan, Zoon van Adam, die nog vuur van de hemel roept, wanneer je bekritiseerd wordt, om welke reden jij op oude gronden een ware Jakob bent! Kijk naar Mij: wat hebben de mensen al allemaal niet van Mij gemaakt! Hoe vaak ben Ik niet een bedrieger, een volksopruier, een Israëlitische leegloper, vagebond, zonderling, dwaas, een tovenaar, ja zelfs een dienaar van Beëlzebub genoemd!? - Ja, zelfs in deze tijd vergaat het Mij op aarde geen haar beter; men hoont en bespot Mij allerwegen, lacht Mij uit, of men loochent Mij helemaal en vernietigt daardoor tevens zeker tot de laatste letter Mijn woord en derhalve ook al Mijn genade en erbarmen. Waar Ik eventueel nog voor de schijn gediend wordt, hoef Ik je niet nader te beschrijven hoe zo’n dienst op zichzelf merendeels in elkaar zit; want dat weet je voor het grootste deel al! - En zie, toch laat Ik geen zwavel en vuur uit de hemel regenen! Wees ook jij dus zachtmoedig en bescheiden, en wees altijd vol liefde, zachtmoedigheid en geduld tegenover jouw broeders en zusters, dan zul je meer bij hen bereiken dan door zwavel en vuur uit de hemel! Als A.H.W. hier en daar tegen sommige dingen bezwaar maakt, hoeven we daarom nog niet boos op hem te worden; hij doet het immers niet om jou verdacht te maken, maar alleen ter wille van het licht. Daarom, Mijn Jakob, nog geen vuur uit de hemel dus! Ook is het niet nodig dat jij Mij daarom het ambt van genade wilt teruggeven, maar ga maar gewoon door; het juiste licht over iedere uiterlijk schijnbare tegenstrijdigheid zal op de juiste tijd en de juiste plaats wel doorbreken. Want als dat eerste onberispelijk geweest zou zijn, zou er geen ruimte voor iets anders gezocht worden! - Dat moet je goed begrijpen - en ook er ook acht op slaan waarom het Oude Testament bekritiseerd en er een Nieuw voor in de plaats werd gezet! - Zo is het hier dus ook. Drie korrels worden er in de aarde gelegd, die tienvoudige vrucht opleveren. Waarom niet drievoudig? Waarom moeten de drie gegeven korrels eerst in de aarde uitgebreid bekritiseerd worden, ja waarom te gronde gaan, om de nieuwe tien kinderen een vrije groei te schenken? Bij jullie spreken drie en tien elkaar weliswaar tegen, vanwege jullie hardheid, maar zo is het niet bij Mij; want in Mijn rijk zijn duizend als één en één gelijk aan een aantal van oneindig velen! - Wacht ook jij dus maar geduldig af, en vertrouw Mij, dat Ik echt allerhoogst wijs ben, dan zal op de juiste plaats wel blijken waarom er in het eerste bericht drie en in dat vandaag, als het ware het nieuwe bericht, tien manen staan! - Maar om te zorgen dat jij niet weer onnodig vurig wordt, zeg Ik je nu al dat er bij de onthulling en over de zon nog enkele tegenstrijdigheden over de gesteldheid voorkomen en zelfs nóg enkele zullen voorkomen. Maar als de zon af zal zijn, zullen alle tegenstrijdigheden opgelost worden! Daarom moet jij niet vurig en A.H.W. niet angstig worden. Want wat jij ontvangt is Mijn zaak, en Ik zal er wel in alle opzichten voor weten te zorgen dat die wordt zoals ze moet zijn; maar jij doet genoeg als je Mijn wil vervult! - Laat iedereen met zijn wereldse verstand maar lekker ver van Mijn gave blijven - anders lijkt hij op zaad, dat uit de hand van de zaaier op doornen en distels viel. Want in het verstand wonen allerlei zorgen. - Wie dus Mijn woord met zijn verstand in plaats van met zijn hart afmeet, zal de vruchten van Mijn zaad waarschijnlijk nooit oogsten. -Bij Matteüs (28: 1-7) komen er twee vrouwen naar het graf; er vindt een aardbeving plaats, er verschijnt een engel die de steen van het graf wentelt, erop gaat zitten en de twee vrouwen over Mij informeert. - Bij Markus (16: 1-7) komen er drie vrouwen, die zich zorgen maken vanwege de steen; deze wordt door een onzichtbare macht weggehaald, daarna gaan ze het graf binnen, zien daar een jongeman met een wit kleed aan de rechterkant zitten, die hen troost en inlichtingen over Mij geeft! - Bij Lukas (24: 1-7) komen er verscheidene niet genoemde vrouwen, met specerijen zelfs, die steen reeds afgewenteld vinden, direct het graf binnengaan, maar daar nog niemand vinden; na een poosje, waarin ze zich al zorgen zijn gaan maken, komen er twee mannen in glanzende kleren op hen toe die hun inlichtingen over Mij geven! - Bij Johannes (20: 1-14) komt er maar één vrouw, namelijk Magdalena, die het graf open aantreft, maar niemand erin; daarom loopt ze naar Petrus, en Petrus komt met de andere leerling haastig naar het graf en vinden daar behalve de opgestepelde linnen doeken niets, gaan vervolgens weer naar huis, en pas hierna kijkt de huilende Magdalena in het graf en ziet aan hoofd- en voeteneinde twee engelen in witte kleren, die alleen maar vragen: ‘Vrouw, waarom huil je?’ En nadat ze de vraag beantwoord heeft, sta Ik ook al achter haar! - Wat moet iemand, die hierbij uiterlijk, puur werelds en historisch volgens zijn verstand oordeelt, bij deze vier zeer verschillende mededelingen noodzakelijkerwijze wel vinden, als hij echt spitsvondig en kritisch te werk wil gaan? - Ik zeg je: ofwel de dood van zijn verstand, ofwel de dood van zijn geloof. De dood van zijn verstand, als hij daar een goddelijk mysterie vermoedt en dat aan Mijn wijsheid en almacht overlaat. De dood van zijn geloof echter, als hij zegt: Als het feit authentiek zou zijn, zouden daarin niet slechts vier, maar honderd geschiedschrijvers qua aantal, de wijze waarop, de woorden en in feite in alles overeen moeten stemmen - maar ieder van de vier evangelisten zegt iets heel anders! Wie heeft er gelijk? - Geen van hen! - En dus geloof ik ook niets! Maar kijk, noch het verstand, noch het geloof moet gedood worden. Hoe kan dat? Ik zeg je: alleen door liefde, deemoed, zachtmoedigheid en geduld! Als deze vier zaken één worden in de mens, zal er ook een grote hoeveelheid levend licht komen in zijn hart, waarin alle tegenstrijdigheden opgelost zullen worden! Neem dat in acht, dan zal het jullie ook duidelijk worden. Als jullie echter met je verstand Mijn schatgravers willen zijn, waarlijk, dan zullen jullie enkel afval vinden! - Wie echter zijn hart door zijn verstand wil wekken, zij ervan verzekerd dat het alleen maar doodt; want er is geen zwakkere liefde dan die van het verstand! - Wie echter het leven wil ontvangen, moet zacht en geduldig liefhebben en geloven en niet als een slechte rentmeester een voorbarige verantwoording van Mij verlangen, want ware kinderen hebben de Vader lief en twisten niet met Hem! - Begrijp dat goed! - Amen’.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Als je een lichaam, van welke vorm dan ook, met een onderzoekende blik bekijkt, zul je al gauw merken dat er drie dingen aan dit voorwerp kunnen worden beschouwd. Ten eerste zijn buitenkant, dat is o.a. de vorm met alle natuurlijke kenmerken zoals omvang, oppervlakte en kleur van het oppervlak. Verder heeft het een bepaald volume dat naar lengte, breedte en hoogte meetbaar is, welk volume al naar gelang van de aard van het lichaam duidelijk een gewicht of zwaarte in een bepaalde richting laat zien.
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Waarom ligt het kiemhulsje bij een zaadkorrel niet in het midden daarvan, maar meestal slechts in een bepaald deel van de zaadkorrel, zodat het middelpunt van die korrel en de tegenovergestelde pool ten opzichte van het kiemhulsje zich meestal één, respectievelijk drie kwart deel van de gehele inhoud van het zaadlichaam, gerekend vanaf het kiemhulsje, verder naar binnen - en buitenwaarts bevinden?
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Maar iemand zal zeggen: Dat is allemaal goed en wel, maar als je eerst een boom moet splijten om vervolgens vanuit de kern te boren, dan is dat toch wel een moeizaam werk! - En Ik zeg: Zeer zeker! Want voor het onderzoeken van de waarheid en de altijd bestaande onbedrieglijkheid is beslist meer nodig dan voor het bedenken van een leugen. Maar moet men er daarom voor terugschrikken de zuivere waarheid te zoeken, omdat de weg daarheen moeizamer dan die naar de leugen? - Ik geloof dat niemand dat zal beweren. - Zo is het ook met het splijten van de boom. Het is gemakkelijker om van buiten naar binnen te boren en dan te zeggen dat men het centrum geraakt heeft, dan de boom te splijten en vanuit het centrum naar buiten toe te boren.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] En zo geeft ook hun hele wezen dit grondbeginsel weer. - Ze zijn uiterlijk naakt, omdat ze aan het uiterlijke geen aandacht schenken. Maar des te beter gekleed zijn ze van binnen, omdat hun alles aan de geest gelegen is. - Ze hebben een groot lichaam, als een getuigenis dat zij al het uiterlijke grondig naar binnen leiden om het daar te verenigen. - Ze zijn verschillend van grootte, opdat zij deze uiterlijke verschillen in de geest opheffen en één maken. - Tevens zijn ze verschillend van kleur, wat overeenkomt met de breking van het licht of het uitwendige van de dingen - opdat al deze kleuren in hun geest tot één licht verenigd worden. - Ze bewonen de uiterste gordel van de zon, ten teken dat het uiterlijke naar het innerlijk gebracht en er daar één mee moet worden. - Evenzo leven ze van verschillende vruchten, deels van die, welke de vrij groeiende bomen hun opleveren, deels van de vruchten die hun wil aan de bodem ontlokt, en deels van die voedingsmiddelen, die de lucht als een wonder naar hen toe brengt - ten teken dat de mens de hele uitgestrooide volheid van genade uit de eeuwige liefde in zich moet opnemen.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Kijk, zo is ook hun hele streven erop gericht om in henzelf alles in de liefde voor God te verenigen. Het qua uiterlijk grootste heeft bij hen evenveel waarde als het kleinste. - Omdat ze de bewoners van de hele zon door hun geest wel kennen, zeggen zij: De bewoners van de middengordel, die het meest overstromen van alle uiterlijke pracht, zijn de kleinste mensen van de zon. Als ze naar de uiterlijke maatstaf zouden oordelen, zouden ze beslist nog kleinere vinden, zoals wij die in het verloop van deze openbaringen over de zon hebben gevonden. Maar aangezien zij alle dingen enkel van binnenuit beschouwen, noemen ze die ook zoals zij ze in zichzelf vinden. - Ik wijs jullie er hier op, dat ik het verloop van de beschrijving van de middengordel Zelf gezegd heb, dat de daar wonende mensen de kleinsten zijn; maar die uitspraak wordt in feite pas na deze toelichting duidelijk. Want waar het uitwendige steeds buitengewoon prachtig en veelsoortig ingericht is, daar is het inwendige het kleinst. Maar waar het uiterlijke zonder enige pronk aanwezig is, daar is het innerlijke des te groter.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Als dus een man van misschien honderd jaar (naar jullie tijdrekening) de dochter van een vader zodanig heeft leren kennen, dat hij in haar zijn woord en zijn wil heeft gevonden, dan gaat hij naar de vader toe en zegt tegen hem: ‘Kijk, ik heb in deze jonge vrouw mijn woord en mijn wil gevonden, dus wil de grote God, dat ik haar tot vrouw neem. Ik deel het je mee, opdat jij jouw dochter ondervraagt en daarna haar lichaam naar het mijne brengt, opdat ik haar omarm en in haar een nieuwe vrucht des levens verwek’. Na die woorden roept de vader zijn dochter en zegt tegen haar: ‘Zie, hier voor je staat de man, wiens woord en wil jij draagt overeenkomstig de wil van de almachtige God; word dus de zijne en laat je door je echtgenoot omarmen! Gods zegen zij met jullie en Zijn woord zij jullie leven nu, altijd en eeuwig!’ - Dan brengt hij zijn dochter naar de bruidegom en is het huwelijk gesloten. - Ingeval de vader van de dochter niet meer zou leven, wat evenwel zeer zelden gebeurt, wordt deze huwelijksvoltrekking overgenomen door een oudere broer van de vader, maar bij het ontbreken daarvan ook wel door een ander, aan wie de gestorven vader tijdens zijn leven gehoorzaamheid verschuldigd was. - Hiermee zijn we ook met deze handeling klaar.
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Van een ziekte is daar nooit sprake. Maar als iemand wat zijn lichaam betreft moet sterven, weet hij dat al geruime tijd van tevoren en bereidt hij in deze tijd, die voor hem de meest verlichte periode van zijn hele leven is, alles op passende wijze en doelmatig voor met het oog op het moment, dat hij naar het zuiver geestelijke zal overgaan. - Wanneer de tijd al dicht nadert, wordt er gewoonlijk een groot dankfeest gegeven, en op dit dankfeest volgt een vriendschappelijke maaltijd. Daarna staat diegene, wiens tijd gekomen is, op en groet al zijn verwanten en vervolgens de hele gemeenschap, die daar in een met bomen omgeven cirkel bij elkaar woont. Dan verlaat hij vlug het gezelschap en begeeft zich heel snel naar een heuvel, die door het hele gezelschap gezien kan worden. Wanneer hij zich daar bevindt, gaat hij met zijn gezicht naar boven gekeerd op de grond liggen; en binnen een tijdsbestek van enkele minuten verdwijnt hij dan zo volkomen, dat er niet het minste spoor van hem achterblijft.
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Hoe groot, vragen jullie, zou dit hart wel mogen zijn? Jullie weten immers, dat bij Mij overal voor die verhouding wordt gezorgd die noodzakelijk is; zo is het ook zeker het geval bij het hart van de aarde. Zo groot als de aarde is, zo moet ook een naar verhouding groot hart of zwaartepunt in de aarde aanwezig zijn, opdat in haar talloos vele kamers die kracht kan worden opgewekt, die sterk genoeg is om al de verschillende levenssappen van de aarde in de uitgestrekte organen naar buiten te drijven en, als de sappen hun dienst verricht hebben, deze dan ter verdere verzadiging weer naar zich toe te trekken.
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Hieruit kan men de gevolgtrekking maken, dat het aarde-hart tamelijk groot moet zijn; toch kan dit niet nauwkeurig met een getal worden aangegeven, om die reden dat dit aarde-hart - al naar gelang van de noodzaak - nu eens aanzienlijk uitzet, dan weer heel sterk inkrimpt. Maar zo gemiddeld kan tenminste de plaats van dit zwaartepunt op honderd mijl in doorsnee worden aangenomen, al kan het zich tot tweehonderd mijl verder uitzetten en tot vijftig mijl inkrimpen.
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Maar zo is het niet gesteld met het zwaartepunt van de aarde. Hiervan kan men niet zeggen dat het zich hier of daar bevindt, want het is nu eens hier en dan weer daar. Zijn ligging kan aan heel belangrijke veranderingen onderhevig zijn. Wel is de innerlijke inrichting van het aardelichaam van dien aard, dat het zwaartepunt hierdoor zowel noordelijker als zuidelijker zijn plaats van werking kan innemen al naar gelang de situatie, maar er moet helemaal niet worden gedacht aan een vaste plaats van deze werkende substantie, die uiteindelijk het zwaartepunt van de aarde bepaalt.
Hoofdstuk 3: Positie en veranderlijkheid van het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Deze geestelijke wezens van de ongeordende soort verzamelen zich, zoals reeds gezegd, met talloos vele triljoenen het meest op een streek bij de evenaar van de laatste inwendige zon. Als ze zich sterk genoeg voelen, verheffen ze zich in grote massa’s en dringen aldus naar boven tot aan het inwendige vlak van de eigenlijke zon en proberen daar op hun gevoel uit te zoeken waar deze het zwakste is. Hebben ze zo’n plek gevonden, die tegelijkertijd ook aan alle kanten aders en kanalen heeft, dan dringen ze daar snel binnen en beginnen steeds meer met grote intensiteit te ontbranden. Daardoor brengen ze tevens geleidelijk het vlak tot gloeien, waar ze zich hebben vastgezet, verbinden zich bovendien nog met de in de materie gebonden geesten en oefenen, steeds sterker ontbrandend, een steeds geweldiger kracht uit, zodat de enkele duizenden mijlen dikke, buitenste korst van de zon voor hen moet wijken, zich op de reeds bekende wijze moet laten opstuwen en tenslotte zelfs moet laten doorbreken.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  980 - 981 - 982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005  ...