Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 994 van 1037

...  982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007  ...
[3] Om het belang van zo'n haardvuur en wat eigenlijk zo'n haardvuur is met een voorbeeld uit jullie tijd goed duidelijk en aanschouwelijk te maken, zullen we eens naar de tegenwoordig bestaande zogenaamde locomotieven kijken.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Soortgelijke, weliswaar oneindig kunstiger locomotieven, zijn de dierlijke lichamen; maar hun hele mechanisme, dat uit talloos vele delen en organen bestaat, zou tot niets dienen als de vuurhaard zou ontbreken. Pas deze zet al de tot zich genomen voedselbestanddelen om en drijft ze door zijn eigen kracht in de vaten verder, waar ze in bloed overgaan en dan eerst naar het hart worden gevoerd en hiervandaan naar hun eigenlijke bestemming.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Deze stookplaats in het dierlijk lichaam, milt genoemd, bestaat daarom uit een luchtige massa en kan in haar in alle richtingen lopend celweefsel het elektromagnetische vuur opwekken en onderhouden. Dit opwekken heeft plaats doordat ze door een voortdurende wrijving van haar celweefsels een elektromagnetisch vuur doet ontstaan en dat in talrijke buidelvormige vaten als in kleine elektrische flessen opslaat en als het ware aldoor ermee verzadigd is, om daarvan elk ogenblik het negatieve deel naar de maag en het positieve deel naar het hart te voeren.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Kijk eens naar de vuurspuwende bergen op de aarde! Ze zijn weliswaar slechts onbelangrijke uitlopers van deze voornaamste stookplaats, maar hun aanblik kan ons toch wel een overtuigend beeld geven hoe het er in de 'hoofdvuurkeuken' van het aardelichaam uitziet. Dat is dus één werking, die aan de oppervlakte van de aarde zichtbaar wordt.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Wanneer het als eiwit uitziende sap vanuit de maag in de milt overgaat, dan blijft het een bepaalde tijd in de parelsnoerachtige bloedadertjes zitten en verplaatst zich met elke polsslag een parel verder. Tegelijkertijd wordt met elke polsslag een wrijving van de miltkamers opgewekt. Daardoor vullen deze kamertjes zich met elektrisch vuur, dat bij de maagstreek een positieve en bij de hartstreek een negatieve pool vormt. Vandaar dat de kamertjes in de streek van de maag meer scherpe kanten hebben, terwijl ze naar de streek van het hart meer eivormig worden.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Wie dit niet helemaal kan begrijpen, die stelle zich een badkuip met water voor, zoals Ik jullie ook al bij een andere gelegenheid heb laten zien. Hang boven het bad, op een afstand van ongeveer tien meter een behoorlijk grote kogel, die bovendien van magnetisch ijzer is. Breng deze kogel boven het bad in een draaiende beweging en kijk naar het water of dat soms in beweging komt. Je kunt er van verzekerd zijn, dat het water in volledige rust zal blijven. Laat nu iemand in het bad gaan liggen en gewoon ademhalen. Iedere waarnemer zal zich ervan kunnen overtuigen, dat bij elke inademing het water in het bad iets zal stijgen en bij het uitademen weer iets zal dalen. Wat we hier in het klein kunnen zien, gebeurt met het aardelichaam in het groot:
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Nu weten we hoe het ademen van de aarde plaats vindt en waar de long is. Maar waar ademt ze in en waar uit? Dat doet de aarde op dezelfde manier als het dier; het dier ademt namelijk door neus en mond evenals de mens; op de zelfde manier ademt dus de aarde, door dezelfde hoofdmond waardoor ze haar voedsel opneemt. Maar halverwege deze hoofdingang is een zijgang, die zich evenals bij het dier naar believen openen en sluiten kan. Deze grote zijmonding voert naar de grote long. Elke zes uur wordt één keer ingeademd en dan na zes uur weer uitgeademd. Tijdens het inademen sluit zich de slokdarm naar de maag. Is de vereiste lucht eenmaal ingeademd, dan sluit zich als bij een strottenhoofd de luchtpijp en de slokdarm wordt weer geopend. Wordt de lucht weer de long uitgestoten, dan sluit de slokdarm zich opnieuw. Dit alles is zo ingericht, dat de aarde door de long in bovenvermelde perioden wel voortdurend wordt gevoed, maar door de eigenlijke slokdarm naar de maag maar elke twaalf uur. In de tijd waarin de long de ingezogen lucht in zekere zin chemisch ontbindt en de levensstof verwerkt, neemt de maag het voedsel tot zich; en zo kan men aannemen dat de aarde in 24 uur tweemaal in - en tweemaal uitademt en daarbij maar twee keer voedsel in de maag opneemt.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Laten we dan verder kijken naar de wolken en nevels en ook naar de winden die deze wolken en nevels bewegen. Dat alles is een uitwerking van de aardemilt, want haar centrale hoofdvuur dringt door talloze organen van de aarde heen en verwarmt die overal voldoende. Als men slechts enkele kilometers in de aarde zou doordringen, zou men zich kunnen overtuigen hoe machtig reeds hier dit innerlijk verwarmingsorgaan van de aarde werkt. Als er nu water in deze diepten doordringt, wordt dat weldra in dampen omgezet. Deze blazen de aardehuid omhoog en dringen dan langzamerhand als gas door de poriën, kloven en andere spleten van de aardkorst, vullen op die manier de lucht en verstoren haar evenwicht, waardoor dan de winden ontstaan. Als deze in het binnenste van de aarde gevormde waterdamp en gassen - vaak ten gevolge van de te grote druk - met geweld een uitweg zoeken, dan wordt daardoor een grote of kleine aardbeving veroorzaakt en in de nabijheid van de uitbarsting treden vernielende orkanen, wervelwinden en soms ook vuurhozen op. Hier hebben we dan weer een derde aanschouwelijk verschijnsel aan de aardoppervlakte, dat door dit orgaan wordt veroorzaakt.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Op gelijke wijze zijn de bewegingen van de zee (geen eb en vloed, maar alleen de golvende en stormachtige bewegingen) zoals ook alle zeestromingen afkomstig van dit ingewandsorgaan. Het zout van de zee kan ook alleen maar in het zeewater komen, als bepaalde stoffen van tevoren door het vuur opgelost en ter verzilting van de zee door talrijke organen naar boven worden gedreven. Ook alle meteorologische verschijnselen, die in de dampkring rondom de aarde optreden, zijn uit deze ingewanden afkomstig en niet in het minst ook alle vegetatieve kracht op aarde. Naast deze zijn er nog talloos vele verschijnselen in en op de aarde, die alle uit dit ingewandsorgaan afkomstig zijn; doch honderd schrijvers zouden aan honderd jaar niet genoeg hebben om dit alles op te sommen! Daarom zou het ook een zinloos en belachelijk werk zijn om al deze verschijnselen apart op te noemen en te bespreken en ook des te ondoelmatiger, omdat al deze verschijnselen uit de latere beschouwing van het geestelijke deel toch al veel gemakkelijker kunnen worden begrepen. Daarom is het genoeg dat we dit hier in het algemeen aangeven, hoewel het anderzijds toch ook niemand onverschillig mag zijn, zich vooraf over dit zeer belangrijke punt een wat diepgaandere kennis te verwerven; zonder deze kennis zal hij het geestelijke namelijk niet zo grondig kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Kijk naar de grijsbruine wanden, hoe elk ogenblik ontelbare bliksemflitsen er doorheen schieten. Men hoort hier ook voortdurend een miljoenen voudig gedonder. En kijk, uit de kamers lopen brede kanalen, waardoor zich een geweldige vloed stort. De aanhoudende elektrische vlammen lossen die vloed op in sterk onder druk staande dampen. Met voor jullie niet te meten geweld, dringen deze dampen door andere kanalen verder onder verschrikkelijk geraas. Nieuwe vloedgolven storten weer de kamers binnen; weer is er een zieden, bruisen en sissen als er op de oppervlakte van de aarde nog nooit werd gehoord. Ga uit de kamer naar buiten en bekijk de bloedvaten, die zich op de eerder beschreven manier tussen de rijen kamers uitstrekken. Hoor hoe de geweldige vloedgolven door hen heen stormen, hoe hier en daar deze kanalen op de plaats waar ze nauwer worden, zich als grote reuzeslangen uit de oertijd huiveringwekkend samentrekken en dan weer uitzetten, om de in haar woedende, geweldige vloedgolven verder te stuwen. Zie hoe hier in het groot hetzelfde gebeurt en gebeuren moet als in de dierenmilt in het klein.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Op deze manier hebben we dit orgaan, zo precies als het in het kort maar mogelijk is, leren kennen en zullen ons hierna naar een ander orgaan van de aarde begeven.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Mens en dier eten spijzen die evenveel dodelijk gif bevatten als leven verwekkende voedingsstoffen. Dientengevolge zou elk mens evenals elk dier na de genoten maaltijd sterven, als zich in het lichaam geen orgaan bevond, dat al deze giftige stoffen, hoofdzakelijk koolstof en blauwzuur, begerig naar zich toetrok, ze gedeeltelijk in een speciaal reservoir verzamelde en deels door de urineleider afvoerde. Dit nuttige orgaan is nu juist de lever. Haar bouw lijkt veel op die van de milt wat betreft de innerlijke constructie, maar de vorm lijkt meer op die van de longen.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Een deel van deze vaten komt uit het hart en voert rijkelijk veel bloed naar de lever, opdat dit bloed hier met de benodigde hoeveelheid koolstof evenals met een naar verhouding kleine dosis blauwzuur wordt verzadigd. Dan pas is het voldoende geschikt om het verteringsproces in de spijsverteringsorganen te voltrekken en vandaar verder naar buiten ook de opperhuid te vormen. Want voor inwendig gebruik is zulk bloed onbruikbaar geworden. Daardoor zijn leverziekten dan ook vooral gemakkelijk te herkennen aan de opperhuid. Dit is één soort van doorlopende vaten.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Een tweede soort vaten loopt van de maag naar de lever. Dit soort vaten neemt alle waterachtige bestanddelen op, waarin het zeer verdunde blauwzuur wordt weggeleid en dan in de lever door kleine verbindingsvaten in een juiste verhouding aan het bloed wordt afgegeven. Wat overblijft wordt uit de lever door de nieren afgevoerd naar de urineblaas, die het dan als onbruikbaar materiaal van zich afstoot en door de urineleiders helemaal uit het lichaam verwijdert. Dit is het tweede soort vaten dat door dit orgaan van de ingewanden loopt.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] De nier heeft in de eerste plaats de taak, het uit de lever afgescheiden water, dat voor het organisme niet meer bruikbaar is, op te nemen; wat uit het water nog voor het leven bruikbaar is wordt daar geabsorbeerd en de helemáál ondeugdelijke bestanddelen van het water worden naar de blaas afgevoerd.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  982 - 983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007  ...