Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 995 van 1088

...  983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008  ...
[12] Ach, en de kop, o God, o God, dat is afschuwelijk! Ik zeg je, de kop, de kop! Die maakt sprongen tot aan het zichtbare firmament en grijnst wel in zo'n onbeschrijflijke boze woede naar de twaalf geesten, dat deze groten bijna beginnen te huiveren voor de vreselijke aanblik.
Hoofdstuk 85: Het naderen van de catastrofe - De oude slang, de twaalf engelen van het oordeel en de afgrond - Heerlijke overwinning en kostelijke beloning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar nu wordt de kop door de ene met de staf naar de rand van het gat gedreven en ook - Goddank - er in geduwd. Wat levert dat een rook, gloed en vlammen op! O, o, dat knettert en spettert nu, dat het afgrijselijk is.
Hoofdstuk 85: Het naderen van de catastrofe - De oude slang, de twaalf engelen van het oordeel en de afgrond - Heerlijke overwinning en kostelijke beloning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Nu zegt deze ene tegen de twaalf: 'Broeders, til de kelk op en draag hem naar de poort van de hel! Zet daar het voetstuk boven deze poort, opdat het opstijgen van het kwaad eindelijk eens een grens gesteld zal worden, zodat het niet gemakkelijk weer de macht zal krijgen om deze arme mensen tot verderf te brengen. Voor het weer tot leven brengen van hen waren alle machten der hemelen in Mij nodig. Doe dit dus!
Hoofdstuk 85: Het naderen van de catastrofe - De oude slang, de twaalf engelen van het oordeel en de afgrond - Heerlijke overwinning en kostelijke beloning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Nu tillen de twaalf de kelk op en dragen hem er heel behoedzaam naar toe. Ze zetten het voetstuk precies boven het nog stevig dampende en rokende gat, dat nu dus geen rook meer naar boven kan drijven, omdat het met het voetstuk van de kelk goed hermetisch afgesloten is. Ach, nu ziet het er in deze omgeving al heel wat lieflijker uit. Wat ik nu nog zie, is dat het hele badgezelschap zich weer begint te bewegen in het water van de kelk. Nou, nou, God zij dank, dat deze toch weer tot leven komen!
Hoofdstuk 85: Het naderen van de catastrofe - De oude slang, de twaalf engelen van het oordeel en de afgrond - Heerlijke overwinning en kostelijke beloning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Maar kijk nog een klein poosje naar de voor ons liggende scène, opdat je de volledige verlossing van deze uiterst verwarde kluwen gewaar wordt en de eindeloze liefde en genade van de Heer zult zien. Want aan Hem is niemand gelijk, noch in alle hemelen noch op de planeten en onder deze in de hele oneindigheid. '
Hoofdstuk 86: De eeuwige, grote held - De heerlijke verlossing - De gelijkenis van zaaien, groeien en oogsten - De grote oogst - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (BOREM:) 'Nu echter iets anders. Daar onder het bord met opschriften van de Heer in je huis zie je een kist die van zuiver goud lijkt. Ga er naar toe en open deze; je zult daarin een gewaad en een stralende hoed vinden. Dit kleed trek je aan en je zet de hoed op je hoofd, opdat je in echt hemels bruiloftsgewaad onze nu spoedig terugkerende gasten in naam van de Heer, die deze als teruggevondenen Zelf hier naar toe zal brengen, waardig kunt ontvangen. Ga dat nu doen; het is de wil van de Heer.'
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Beste broeder, alles wat je me nu hebt gezegd was heerlijk en waar als het woord van God Zelf. Maar dit laatste riekt naar een hemelse ijdelheid, waar ik niet naar verlang! Daarom moet je het mij wel ten goede houden, als ik je wat dit betreft, niet gehoorzaam!
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Kijk naar de onbeschrijflijke pracht en grootte van deze zaal, die toch maar een enkel vertrek van je huis is. Wie anders dan juist alleen de Heer is de maker en enige schepper van zulk een onuitsprekelijke grootheid en majesteit?
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Jij hebt meteen bij de eerste stap in dit aan jou door de Heer gegeven huis door de twaalf deuren naar buiten gekeken en zag amper twaalf druppels uit de oneindige zee van de scheppingen van de Heer. En je gruwde bijna door de al te grote pracht en majesteit, die je daar slechts vluchtig zag. Wat zou je dan wel zeggen, als je werkelijk een engel in al zijn hemelse glorie te zien zou hebben gekregen? Echt, je zou niet hebben kunnen leven en hem daarbij ook tegelijk hebben kunnen aanschouwen - zo oneindig groot is zijn schoonheid, glorie, pracht en majesteit!
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Je ziet nu uit wat er gezegd is en uit duizenden andere dingen, dat de echte pracht en heerlijkheid evenals al het andere zijn oorsprong vindt in de orde van de Heer. En zo denk ik, dat het ook voor jou niet misplaatst zal zijn, als je je in alles voegt naar de orde van de Heer!
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Weet je wat de Heer tegen Petrus heeft gezegd, toen deze ook vanuit zuivere deemoed zich door Hem niet de voeten wilde laten wassen? Zie, hetzelfde zou de Heer ook tegen jou kunnen zeggen, als je hardnekkig aan je deemoedige eigenzinnigheid zou willen vasthouden! Ga daarom maar daarheen, waar ik je naar toe stuurde. Doe, wat ik je vanuit de Heer heb aanbevolen, dan zal hier in je huis alles meteen een ander aangezicht krijgen. Maar voor je je met het nieuwe gewaad bekleedt, moet je dit oude tot op de laatste draad afleggen, en uit een kom die ook voor je klaar staat het water nemen en daarmee je voeten wassen. Heb je dat gedaan, open dan pas de gouden kist, neem de kleren er uit en kleed je daarmee aan!'
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Op het moment echter, dat bisschop Martinus zo is gekleed, wordt ook zijn huis van binnen zo geweldig groot, dat het hem nu honderd keer groter voorkomt dan voorheen. Meteen gaan ook de toegangen naar de galerijen open, die tot nu toe niet konden worden ontdekt.
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Bisschop Martinus treedt nu met Borem van achter het scherm, dat aanzienlijk groter is geworden, naar voren en ongeveer 1500 mensen komen hem jubelend tegemoet. Ze begroeten hem en bedanken hem voor de eerste verzorging die hij hun ten deel heeft laten vallen en voor de wijze lessen die hij hun op de doorstane beproevingsreis had meegegeven.
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] BISSCHOP MARTINUS gaat nu naar de kist en kijkt 'n paar keer om zich heen, of niemand hem zal zien. Als hij zich echter achter een sierlijk scherm bevindt, waarachter hij door de vele gasten in zijn huis niet gezien kan worden, kleedt hij zich haastig uit. Hij legt de oude kleren op een hoop voor zich neer, waarop deze meteen verdwijnen. Daarna schept hij met zijn hand water uit genoemd bekken en wast zijn voeten. Als deze gewassen zijn, springt de gouden kist meteen vanzelf open en de goede Martinus is ook al gekleed in een purperen gewaad, dat geheel omzoomd is met de mooiste sterren. En op zijn hoofd heeft hij een hoed, die veel machtiger straalt dan de zon!
Hoofdstuk 87: Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Toen het gezelschap deze goede toespraak van hun huisheer had aangehoord, leek het alsof ze verheerlijkt waren en ze loofden in hem de Heer, die de mensen zulk een grote macht en wijsheid gegeven heeft. En daarop gingen alle eersten van het gezelschap naar hem toe en vroegen hem, of zij als zijn nederigste dienaren bij hem mochten blijven.
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  983 - 984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008  ...