Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 996 van 1166

...  984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009  ...
[3] Emma wist daar niets meer tegenin te brengen, maar leek ongeduldig te wachten op haar kamerdienaar. Eindelijk kwam deze met een zwaar pakket naar haar toe. Zij snauwde hem meteen toe het op tafel te leggen. Toen keek ze mij met een spotlachje aan en zei: 'Ik moet toch eerst de jou aangedane belediging weer goed maken, voordat je me weer goedgezind kunt worden.' Waarop ik antwoordde: 'Lieve Emma, ik houd zo veel van je, dat ik niet de minste wrok tegen je zou kunnen hebben. Ook heb niet ik, maar mijn vader in een vergeeflijke opwelling deze eis aan jou gesteld. Neem daarom jouw papieren maar weer in bewaring en word weer helemaal dezelfde Emma, die mij enkele jaren geleden naar Engeland is gevolgd en voor wie ik mijn leven aan duizend gevaren heb blootgesteld.'
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De baron zegt: 'Ik dank u hiervoor heel hartelijk. Een of andere hulp hebben Emma en ik hard nodig. Want zo' n twintig jaar, die er hier wel tweeduizend leken, smacht ik al in de grootste eenzaamheid! Geen hulp, geen troost, geen licht kreeg ik tot nu toe. U bent de eerste, die begonnen is mij uit mijn lange droom te helpen. Ach vriend, voltooi nu ook wat u begonnen bent, dan zullen mijn hart en mijn leven u als beloning zijn toegewijd!'
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Maar mijn beste vriend en broeder, Ik heb steeds gewacht of je voor jezelf ook iets zou willen vragen, maar iets dergelijks kwam niet te voorschijn. Wil jij dan ook niet wat gelukkiger worden dan je nu bent?'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De baron zegt: 'Och vriend, kijk, daar vlak achter Emma staan nog een paar vrouwelijke wezens; het zijn mijn twee oudste dochters. En achter hen staan hun echtgenoten en naast hen nog een paar trouwe bedienden... misschien worden zij ook aangenomen, als ze met ons mee zouden gaan.' Max Olaf zegt: 'Laat ze maar hier komen! Wie met ons mee gaat, wordt aangenomen, want ik heb daarvoor zijn goddelijk woord. Maar we moeten er nog meer zien te vinden.'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Max Olaf zegt: 'Van dwingen is er in geen geval sprake. Maar we moeten hun wel uitleggen, waarom we dit voor hun eigen bestwil van hen verlangen. Een dergelijke uitleg zal toch hopelijk geen dwang zijn?' De patheticus zegt: 'Al naargelang men de zaak aanpakt. Een te summiere uitleg zal niet veel effect hebben, maar een goed gemotiveerde is evengoed een vorm van dwang als iedere andere macht. De wil van zo'n door overreding bepraat iemand is dan geen vrije meer!'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Max Olaf keert met zijn vangst meteen terug naar de zijnen en zegt vol vreugde: 'Kijk eens, vrienden, mijn visvangst is best goed uitgevallen! Nu gaan we dan ook meteen naar Hem, die ons alleen kan en wil helpen. Want daarvoor heb ik Zijn goddelijk woord!'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Emma keek hierbij even raar op en zei na een poosje met werkelijk onverstoorbare kalmte: 'Als je al van me houdt, doe me dan een plezier en neem deze papieren in bewaring, want je weet toch dat een vrouw niet met geld weet om te gaan!' Waarop ik zei: 'Dat is wat anders. Ik wil met het grootste genoegen je verzoek inwilligen. Maar nu moet je me ook je hand reiken ten teken dat je niet meer boos op me bent, en me ook een reeds lang ontbeerde kus niet onthouden! Kom Emmaatje, maak me weer gelukkig!' Zij zegt: 'Dat heeft geen haast, mijn heer gemaal! Een vrouw moet met het beste dat ze heeft niet te vrijgevig zijn, als ze het aanzien van de liefde hoog wil houden! Dan moet ik je nog op iets anders attent maken: ik heb je al enkele keren gezegd dat ik niet Emma, maar volgens mijn eerste doopnaam Kunigunde heet. Waarom noem je me dan steeds Emma en niet Kunigunde, een echt oud-adellijke naam, waaronder mijn moeder en grootmoeder al zijn gedoopt? Als je werkelijk van me houdt, noem me dan in het vervolg ook bij mijn waardige, echte naam.
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Op deze wat laconiek liefkozende vraag stampte ze zo kwaad met haar voet op de vloer, dat de glazen in de kast rinkelden. En daarop volgde een bits 'nee!', vergezeld van enige tranen. Op dit betekenisvolle 'nee' volgde een met woede geladen stilte, daarop een hele litanie van scheldnamen aan mijn adres, die werkelijk de grofste marktvrouw niet zouden hebben misstaan. Tenslotte snauwde ze me nog toe: 'We zijn quitte. Ik wil niets meer van je horen of zien. Ik heb je betaald en dus zijn we voor altijd quitte! Mij nog treiteren ook! Dat laat ik me niet welgevallen van zo'n lummel, die door een of andere boerenkoe werd geworpen! Je kunt duizend keer door de keizer zelf tot vorst verheven zijn, voor mij, als barones uit een oeroud geslacht, ben je toch niets, begrijp je? Maak dat je zo snel mogelijk uit mijn ogen verdwijnt!
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Mijn Emma, die uit woede bij een raam wat verderop in de kamer was gaan staan, loopt daarop verbeten op mijn kamerdienaar af en steekt haar lieve handje uit om hem een stevige oorvijg te geven. Maar de kamerdienaar weert haar af en zegt: 'Hoho! Zulk voer kan ik me zelf wel buiten bij een marktvrouw halen! Mijn gezicht is niet zo nobel, dat het zich voor het scheren door zo'n hoogadellijk handje zou moeten laten inzepen! Blijf minstens drie stappen van mijn eerlijke sergeant-majoorslijf af, anders zou ik op het idee kunnen komen om met mevrouw de barones een hoogst merkwaardige dans uit te voeren, begrepen!?' Emma ploft bijna uit elkaar van woede en schreeuwt: 'Verdwijn uit mijn ogen, gemeen volk; ga uit mijn ogen, beesten! Jij gemene schoft, hoe durf je mij zulke dwaasheden naar het hoofd te slingeren; mij, een barones van de oudste adel! Scheer je ogenblikkelijk weg hier, anders laat ik je door de politie ophalen!'
Hoofdstuk 73: Vervolg van het huwelijksverhaal. Emma's zenuwcrisis en ommekeer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Nauwelijks was ik uitgesproken of Emma springt op me af en roept: 'Nee, nee! Heb ik dat aan jou verdiend, dat je me nu werkelijk wilt verlaten en me bovendien prijs geeft aan het gespot van je brutale bedienden? Begrijp toch, dat ik in een slecht humeur was geraakt; hoe en waarom, dat weet God alleen. Om kort te gaan, ik werd weer ziek en ben je in mijn lijden beslist ruwen verbitterd tegemoet getreden. Maar nu is het, alsof me de schellen van de ogen vallen. Ik heb zo' n vaag gevoel, dat ik jou en ook de generaal flink beledigd moet hebben. En jij hebt niet ingezien dat dit alleen je arme, zieke Emma heeft gedaan die niet meer meester was over haar gezonde verstand. O, liefste echtgenoot! Doe met me wat je wilt; bestraf me, als ik het verdiend heb, maar verlaat me alsjeblieft niet!'
Hoofdstuk 73: Vervolg van het huwelijksverhaal. Emma's zenuwcrisis en ommekeer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Max Olaf zegt: 'Ja, ik zeg het je zonder schroom: of Hij, of anders niemand! Zijn aan mij gerichte, diepzinnige woorden vielen bij mij niet op zand, maar in de diepte van mijn hart. En dit zegt me nu steeds: 'Hij, en in eeuwigheid niemand anders! Begrijp je deze kracht,' vraagt mijn hart me. En mijn geest antwoordt: 'Ja, mijn hart, Degene die je liefhebt, die is het, en behalve Hem is er geen ander meer!' Maar nu genoeg hierover, laten we op weg gaan naar Hem toe. Heil diegene, die mij volgt!'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Zo'n twintigtal begeeft zich met Max Olaf naar mij toe. De aanvoerder buigt diep voor Mij en zegt: 'Mijn Heer en hoogste Vriend, op Uw aanraden heb ik, wals U ziet, een kleine mij door mijn hart ingegeven werving gehouden en dit gezelschap hier bij U gebracht.
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Overigens zijn dat slechts mijn ideeën, waarmee ik op de Uwe, O Heer, niet in het minst wil vooruitlopen. Want tegenover U zeg ik slechts: O Heer, O Vriend, wat U wilt, dat geschiede!'
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Ik zie al dat je standvastig en onwrikbaar bij je beweringen blijft. En daarom moet Ik voorlopig dat hoge, waar jij Mij voor houdt, maar laten gelden. Slechts de tijd zal je over datgene, waarover je nu nog twijfels zou kunnen hebben, volledige duidelijkheid verschaffen. Wees overigens voor eeuwig verzekerd van Mijn liefde en vriendschap!
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Max Olaf zegt: 'Vriend, ik heb heel sterk de indruk dat we ons bijna uitsluitend aan die man daar zullen moeten houden, willen we een beter vervolg van ons levensdrama kunnen verwachten. Want kijk, er is mij als stille toeschouwer niets ontgaan van datgene, wat zich hier in dit vertrek tijdens jouw verhaal aan belangrijke dingen voor mijn ogen heeft afgespeeld. De Lerchenfeldse heeft nieuwe kleren gekregen en ziet er nu uit als een zuivere engel. En hoe meer ze deze buitengewone man in liefde toegedaan is, des te mooier en wijzer wordt ze ook! Maar niet alleen zij is zo gelukkig. Ik zie al velen, die er voorheen net zo ellendig bij stonden als wij. Maar naargelang ze dichter tot deze man waren genaderd, kregen ze meteen een beter aanzien en hun kleding veranderde bijna even sterk als hun gemoed.
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  984 - 985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009  ...