Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 997 van 1110

...  985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010  ...
[1] (DE HEER:) 'Wij zijn nu ook al bij de geopende zevende deur. Ook hier ontdek je een nieuwe hemelwereld, die weliswaar niet zo groot en ook niet zo buitengewoon mooi is als die van zojuist. Maar daarvoor in de plaats zie je hier gebouwen van uiterst zeldzame en daarbij enorm stoutmoedige bouwkunst en een voor jou onoverzienbaar aantal werken, die de volhardende bewoners van deze planeet die jullie Uranus noemen, tot stand brengen. Eveneens zul je een aantal van de meest zeldzame tuinen ontdekken, die zeer overvloedig van de meest buitengewone decoraties zijn voorzien.
Hoofdstuk 44: Het zevende vertrek - Over het wezen en het doel van Uranus en zijn geesten - De schepping in de mens en buiten de mens in hun wederzijdse relatie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Deze mensen houden van muziek en dichtkunst, waardoor zij als geesten ook dienovereenkomstig bij jullie, Mijn kinderen, hart, gemoed en ziel voor de beide bovengenoemde kunsten ontvankelijk maken. Zij hebben hun zetel in de daarvoor geschikte organen in de mens, waar ze dan deze organen activeren en daardoor in de mens het gevoel voor muziek en dichtkunst ontwikkelen en ontvankelijk maken, over het geheel de mens harmonisch stemmen, zijn fantasie bezielen en verheffen. Trouwens alle hooggestemde en zogenaamde romantische gevoelens worden door deze planeet op een wijze die hiermee in overeenstemming is tot leven gewekt.
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Zoals Ik echter de eeuwige, diepste grond en drager van alle wezens ben, zo zijn nu ook Mijn kinderen in Mijzelf de grondstof van alles, wat nu de oneindigheid voor eeuwig geheel en al vult. Zoals echter in Mij het oneindige is, zo is het ook in jullie uit Mij. Want Mijn kinderen zijn de kronen van Mijn eeuwige ideeën en grote gedachten.
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[34] IK zeg: 'Omdat jullie Mijn hart zijn; deze echter zijn Mijn huid! Maar ook Mijn kinderen zien er oneindig mooi uit als ze volmaakt zijn. Als ze echter nog op jou lijken in hun onvolmaaktheid, dan zien ze er inderdaad nog niet al te mooi uit. Doe daarom je best om je te vervolmaken en word volmaakt, dan zal je gedaante ook een meer hemels aanzien krijgen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] O mensen, mensen die de aarde bewonen, haar verduisteren en verpesten, wat zijn jullie en wat ben ik tegenover deze zonnevolkeren? Heer, o Heer, wij zijn niets dan baarlijke duivels en de wereld is de hel zelf in optima forma! Daarom staan de sterren zeker ook zo ver van de aarde vandaan, zodat ze door haar niet verpest kunnen worden!
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] BISSCHOP MARTINUS doet nu, wat Ik hem heb opgedragen. Het paartje ziet Martinus meteen en bewondert zijn grootte. Martinus echter begint meteen het volgende gesprek met de beide maanbewoners: 'Zijn jullie wel de echte bewoners van deze kleine wereld of zijn er nog andere, die groter zijn dan jullie en misschien ook wijzer?'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] ONZE MARTINUS kijkt na deze woorden verbouwereerd en verwonderd en is buitengewoon verbaasd over de hem zeer enorm voorkomende wijsheid van dit maan paartje. Pas na geruime tijd zegt hij: 'Nou, nou - wat ik wel het minst vermoed zou hebben bij jullie maanmensen, is wel zo'n diepe wijsheid! Wie gaf jullie deze grote wijsheid? Want die kan toch niet uit jullie zelf zijn ontstaan?
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] DE MAANBEWONER zegt: 'Vriend, jij praat en vraagt, zoals jij het begrijpt en ik antwoord je op mijn manier! Naar jou te oordelen, moet de allerhoogste geest Gods jullie wel van buitenaf met een knuppel in de hand hebben onderricht. Want voor innerlijk, geestelijk onderricht lijk jij tot nu toe nog veel te bot te zijn en waarschijnlijk ook het hele menselijke geslacht van jouw planeet!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Op deze manier komen wij tot onze wijsheid, namelijk alleen van binnenuit en niet van buitenaf! Als jullie echter ook nog onderricht van buitenaf nodig hebben, dan moeten jullie zeer verstokte wezens zijn en zeer zinnelijk en daardoor op grove wijze zondig: dus tegenstanders van de goddelijke orde en daardoor ook het anti-leven in jullie zelf. Dan moet A evenals B en C enzovoort zeker wel blind zijn en blijven, als onderricht van buitenaf hem niet wekt!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar wat doen jullie toch, jullie grote mensen, aan wie veel leven is gegeven? Waarom dragen jullie zo weinig zorg voor dit leven? Als het tijd is om vruchten te zaaien, die er toe dienen het aardse leven van de mens in stand te houden en het voedend te verzorgen - dan is de mens zeer aktief en werkt zolang zijn krachten hem dat toestaan, als een worm in een vermolmde boom, zonder ophouden en laat zich door niets van de wijs brengen. Hij verdraagt hitte, strenge kou en regen en andere moeilijke weersomstandigheden. Hij spaart zijn lichaam niet en stelt niet zelden zijn aan een zijden draad hangende korte leven bloot aan het grootste gevaar, om een beetje voedsel te veroveren. Maar voor het zorgdragen, instandhouden en vervolmaken van het eigenlijke innerlijke leven, voor het eigenlijke, eeuwige, heilige, grote Ik, doet hij weinig of niets!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Omdat niet valt te ontkennen, dat jullie ook mensen met dezelfde goddelijke rechten zijn als ons soort mensen, dan moeten ook jullie ooit onderricht, en wel van God Zelf direct of indirect hebben ontvangen, omdat anders jouw wijsheid het allergrootste wonder zou zijn, dat ik tot nu toe heb meegemaakt. Want bij alle oermensen moet God de eerste leraar zijn geweest, omdat anders alle mensen tot aan de huidige tijd wat hun ontwikkeling betreft veel lager zouden staan dan de dieren. Want als A blind zou zijn, wie zou dan aan B het licht hebben kunnen geven? En zou op die wijze noodzakelijkerwijs ook B blind zijn gebleven, van wie zou dan C enzovoort het licht hebben moeten krijgen? Daar jij echter een zeer verlicht mens bent, zeg mij daarom alsjeblieft, hoe het onmiskenbaar licht Gods bij jullie is gekomen en wanneer ongeveer?'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Wat vind je van deze opvatting? Ik weet wel dat elk mens eerst uit de geest wedergeboren moet zijn, voor hij in het eigenlijke, vrije rijk van God kan binnengaan. Maar juist om deze wedergeboorte te bereiken, moet men immers toch van tevoren de eerste weg daartoe door uiterlijk onderricht ontvangen, omdat voor mij tenminste een innerlijk onderricht - vooral bij kinderen helemaal niet denkbaar is. En heb ik ook hierin niet gelijk, zeg me dan hoe jullie maanmensjes jullie kinderen onderwijzen!'
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[28] Jullie maken van je kinderen eerst gevangenen en kunnen ze dan nooit vrij maken. Wij echter voeden onze kinderen op, zoals bij jullie een pottenbakker zijn pot vervaardigt die hij tegelijkertijd van binnen en van buiten op zijn draaischijf begint te vormen, omdat hij anders een zeer eenzijdige pot zou maken! Wil je dus leren hoe mensen opgevoed worden tot eeuwige vrijheid, ga dan naar de werkplaats van een pottenbakker, daar zul je je onbegrepen liefde leren kennen! Begrijp goed, bij een pottenbakker vind je meer wijsheid dan tot nu toe in jou!'
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Na deze uithaal richt BISSCHOP MARTINUS zich weer tot Mij en zegt: 'O Heer, dit waarlijk radicale maanwezen is helemaal niet bij te houden! Want ik kan een zaak nog zo zuiver volgens Uw leer voorstellen, of hij is me warempel al weer zo'n duizend hele jaren voor! Het wonderlijkste van de zaak is, dat hij als maanbewoner de aarde, die hij toch zeker nooit als een ster heeft gezien, beter lijkt te kennen dan ikzelf! Hij gebood me naar een pottenbakker op aarde te gaan, waar ik de wijsheid en in zekere zin het geheim van de liefde moet bestuderen! Dat is toch wel heel grappig!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Laat je daarom niet verblinden door mijn bekoorlijkheden en wandel volgens de orde van die allerhoogste Geest van God, Wiens eeuwige wijsheid jou en mij zo mooi heeft gevormd.
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  985 - 986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010  ...