Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 998 van 1166

...  986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011  ...
[25] Ik zeg: 'Wees jij maar verliefd zoveel je wilt, dat is Mij goed! Maar al zou je nog zo verliefd op Mij zijn, Mijn liefde voor jou is toch altijd nog veel sterker. Maar ook dat doet er niet toe. Want als God moet Ik nu eenmaal sterker kunnen liefhebben dan jij, omdat Ik immers voor het overige ook sterker ben dan jij, Mijn liefste Helena!'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Nu komt Mierl naar voren en zegt tot Emma: 'Mevrouw, ik vraag u duizend keer om vergeving, omdat ik iets met uw man heb gehad. Ik ben verder altijd een goed en braaf meisje geweest. Maar buiten bij de Sperl heb ik op een dag uw man leren kennen en die heeft me daar heel erg het hof gemaakt, en me bij hoog en bij laag beloofd met me te zullen trouwen; en toen heb ik echt gedacht, dat dat best mogelijk zou kunnen zijn! Maar dat schijnheilige varken heeft me van jaar tot jaar aan het lijntje gehouden en van trouwen was geen sprake meer. Ik heb echter niet geweten, dat hij getrouwd was! Ziet u, dat heb ik pas hier gehoord. Maar verheugt u zich maar, want ik zal die losbol wel eens mijn mening zeggen! Nou, zijn bedrogen Annemierl zal hem heugen!'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Boos zegt de patheticus: 'Men zal toch ook hier wel het recht hebben om dergelijke aanmatigingen te verbieden! Heeft mijn fraaie echtgenote soms ook niet iedere zaterdag feesten gegeven? Of ze daarbij beschouwingen à la Ignatius van Loyola heeft gehouden, weet ik werkelijk niet! Overigens heeft niemand mij hier wat te gebieden, want ik denk dat ik geen voogd meer nodig heb. Ik verzoek u dringend mij verder niet meer met zulke onfrisse opmerkingen lastig te vallen, want ik zal zelf wel weten wat me te doen staat! Verder hoeft u me er helemaal niet op te wijzen, dat ik te min zou zijn voor uw hoogadellijk gezelschap. Want ik zelf dank nu God, dat ik op deze manier van zulk gespuis bevrijd ben! Gelukkig zie ik daar op de achtergrond enkele goede bekenden; door hen zal ik zeker achtenswaardiger worden behandeld dan door jullie ingebeeld hoogadellijk gespuis!'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Jellinek zegt: 'Ja, ja, iets heel gewichtigs. Ik zeg je: wee alle hoogmoedigen, heerszuchtigen, alle moordenaars en mensenslachters, en wee degenen die op de tronen zitten! Ik heb voorheen een enorme menigte toornige engelen met vlammende zwaarden op de aarde zien neerkomen. En een stem galmde hun donderend achterna: 'Mijn geduld is ten einde! Daarom, geen toegeeflijkheid meer! Want de groten zoeken geen hulp bij God, maar bij hun vele wapens. En de kleinen huilen en knarsetanden en keren ook niet om tot God, van wie alle hulp komt. Daarom geen pardon meer!' En kijk, daarover zal nu worden beraadslaagd, omdat alle hemelmachten nu in beweging worden gebracht. Daarom moet je dus extra rustig zijn.'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Daarop wend Ik Mij tot het gezelschap met de vraag: 'Mijn kinderen, Mijn vrienden! Ik, jullie aller ware Vader, God en Heer en Schepper van de oneindigheid, vraag jullie: hoe bevalt jullie allen nu de aarde? Wat willen jullie, dat Ik met haar zal doen?'
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Daarop zegt Noach: 'Heer, tot U heb ik altijd gebeden en trouw het geloof en de liefde bewaard. Toen zo'n vierduizend jaar geleden mijn broeder Mahal het verlangen kreeg om zijn blik van de heilige hoogten op het laagland te richten en een reis naar Hanoch te maken, waar Drohuit en Funghar Hellan zo vreselijk huishielden, en toen een dochter van Mahal koningin werd in het laagland... zie, toen riep U mij en toonde mij, hoe ik een geweldige ark moest bouwen voor de redding van mijn kleine familie en vele dieren die door Uw macht vanuit alle windstreken der aarde in de ruimte van de ark werden gedreven.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik deed zoals U, o Heer, het wilde. En de gebeurtenissen die erop volgden, leerden mij en mijn gezin hoe goed het was, dat ik U onvoorwaardelijk gehoorzaamd heb. Toentertijd was de mensheid slecht en boosaardig en richtte kwaad op kwaad aan op de bodem der aarde en het ontwijdde op een afschuwelijke manier het werk van Uw handen. Maar toch gebeurde toen alles wat er plaats vond binnen een bepaalde, scherp begrensde orde. En leugen, hoogmoed en duivelse heerszucht vervulden niet bijna iedere sterveling zoals het tegenwoordig op aarde het geval is.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Helena zegt: 'O, mijn God en mijn Heer! Ja werkelijk, als U me maar toegenegen wilt blijven, kan ik eigenlijk niet bang zijn. Maar als mij dan weer Uw heilige Godheid, die geen zondaar naderen mag, in gedachten komt, dan schijnt het mij toch toe dat U mensen als wij, gemakkelijk zou kunnen verdoemen, vooral wanneer U een beetje toornig zou worden. Vroeger was ik trouwens niet zo bang, omdat ik toen nog niet wist wie U eigenlijk bent. Ik hield U enkel voor een of andere oude heilige en daardoor ook voor een intieme vriend van God, die bij God een nuttige voorspraak voor mij zou kunnen doen. Maar nu, wat een verschrikkelijke ontgoocheling, bent U God de Almachtige! 0 wee, 0 wee, wie zou er dan niet bang zijn? En nu gaat U ook nog een beraadslaging houden, waarschijnlijk voor de dag van het laatste oordeel. En dan zou ik, zo'n grote zondares voor U, niet bang zijn?'
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik antwoord haar eveneens zachtjes: 'Mijn lieve, Ik zal zelf beginnen te spreken, zo gauw de gemoederen van alle aanwezigen geheel tot de noodzakelijke rust zijn gekomen. De man die naast jou zit, is vader Adam, zoals hij ongeveer zesduizend jaar geleden op aarde als eerste geschapen mens, heeft geleefd. Naast hem zie je Noach en daarnaast vader Abraham, dan Isaak en Jakob. Dan zie je er nog twee: de eerste is Mozes en de andere David. De ernstig uitziende mannen die op deze zeven volgen, zijn de jou welbekende twaalf apostelen (Met inbegrip van de volgens Handelingen 1, 26 erbij gekozen Matthias..) Achter hen staan nog twee apostelen: de voorste is Paulus en die daar wat achter hem staat is Judas, die Mij verraden heeft. De anderen ken je zonder meer. En nu weet je dus in wat voor een beslist zeer merkwaardig gezelschap je je bevindt.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] En Lot luisterde naar mijn woorden, nam ze ter harte en sprak: 'Broeder, ik heb voor mij het westen uitgekozen; daarheen wil ik trekken. Het staat jou echter vrij om te blijven of te vertrekken naar het noorden, het zuiden of het oosten. Waarheen je ook mag trekken, vergeet Lot daar dan niet!' En we zegenden elkaar en vertrokken; hij in westelijke richting en ik in oostelijke richting.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Daarop verheft Isaak zich en zegt: 'O Heer, ik ben het eerste blad, dat te voorschijn kwam aan de grote levensboom van Uw belofte, die U mijn vader Abraham hebt gedaan. Al zeer oud en bijna geheel verdord stond tezelfder tijd de levensboom van Uw kinderen in de tuin van de liefde, terwijl de slang met haar gebroed alle streken van de aarde weelderig vulde! Maar gij, o Heer, aanschouwde de geheel verdorde levensboom van Uw kinderen en schonk hem weer leven van de wortel tot in de kruin en U gaf hem een nieuwe, heilige groeikracht. En zie, ik was het eerste levende blad aan de twijgen van deze heilige boom.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Toen ik in het land Kanaän met mijn broeder streed over de verdeling van de grond, zag U mijn hart aan en vond het bereid tot inschikkelijkheid. En zie, U raakte mijn ziel aan en ze sprak tot Lot: 'Broeder, vrij zul jij kiezen. Zie hoe groot de bodem van de aarde is. Waarom zullen we dus twisten over het vergankelijke bezit ervan? Je mag wegtrekken of blijven! Trek jij naar het westen, dan trek ik naar het oosten, zodat er vrede en eendracht moge heersen tussen ons en tussen al degenen die ons zullen volgen. Als jij echter wilt blijven, zwaai dan met je staf naar die streek waarheen je wilt dat ik zal gaan, en ik zal handelen naar jouw wil. Maar we kunnen hier nooit samen wonen, als jij niet de weg van de vrede wilt bewandelen!'
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Maar in zijn rijke gewesten verhief het volk van Lot zich spoedig tot grote welstand, bouwde Sodom en Gomorra en begon steeds doldriester te worden. Ik stuurde afgezanten naar Lot, maar zonder resultaat. Verscheidene werden gedood en de weinigen die terugkwamen, brachten steeds slechte berichten mee. En zie, in die tijd hebt U wederom mijn hart beproefd, en het werd door U rechtvaardig bevonden. En U zond boodschappers vanuit de hoogte tot mij en deze deelden me mee wat Uw plannen zouden zijn met Sodom en Gomorra. Ik schrok daar echter van, smeekte U om verschoning en hield U de eventueel rechtvaardigen voor ogen. Maar Uw oog vond er geen, behalve Lot. En zie, o Heer, hem hebt U gered! Maar Sodom en Gomorra liet U verwoesten door vuur van boven.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] Daarop zegt Jakob: 'O Heer, U streed met mij en liet me niet verder trekken. En toen ik U vastgreep, gaf U mij een stoot in mijn heup, zodat ik daarna mijn leven lang mank liep! Maar die stoot deed mij geen pijn, want ik streed uit liefde met U. Maar desondanks ondervonden alle nakomende kinderen de gevolgen van deze stoot en zij voelden de pijn wel. En zie, dit alles heeft nu de hoogste graad bereikt. O, bevrijdt U nu toch eindelijk de kinderen van deze stoot en van haar pijn!
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Veertien jaren diende ik omwille van de hemelse Rachel, maar U gaf me de aartslelijke Lea. Ik nam haar en morde niet! En ik moest nog eens veertien jaar dienen en vervolging lijden omwille van de hemelse Rachel. Toen gaf U haar wel aan mij, maar ze moest onvruchtbaar zijn, zodat ik een andere schoot in haar schoot moest leggen om mijn zaad leven te geven. 0 Heer, dat was een harde beschikking van U!
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011  ...