Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 998 van 1088

...  986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011  ...
[10] Het is wel waar en prijzenswaardig, dat deze op aarde in grote onwetendheid gehouden mensen hier nu een mateloze honger en dorst hebben naar de uiteindelijke onthulling van hun talloze geheimen. Maar al deze geheimen, waardoor juist de fantasie en de poëtische gave van deze mensen in hoge mate gevoed werden, bevatten bij hen zulke beelden en ideeën, dat ze een innerlijke schepping zijn geworden en bijna hun hele wezen uitmaken.
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Let nu maar op, de Chinese komt naar je toe. Denk niet over, wat je zou willen zeggen, maar vraag het in je hart meteen aan de Heer en Hij zal je meteen in het hart leggen, wat je dient te zeggen! Nu weet je alles; handel er naar, dan zal alles goed gaan. Je mag je in geen geval beledigd voelen, als je door Chanchah nog enkele keren als een echte ezel wordt begroet!'
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Het geloof en de zeden van mijn land kun je mij niet aanrekenen; ze zijn van dien aard, dat men de naar hun verstand ietwat eenvoudige mensen voor dieren aanziet. Ik geloofde hier iets dergelijks aan jouw verstand te ontdekken en hield je dus ook voor een dier. Ik heb me er daarentegen nu van overtuigd, dat je bij lange na niet bent, waarvoor ik je dwaas genoeg hield.
Hoofdstuk 104: Verzoening tussen de Chinese en Martinus - Over beledigen en vergeven in Chinese geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Maar weet je, liefste vriend, bij jullie hier zijn de wetten mild en liefdevol. Daarom hoef ik, daar ik waarschijnlijk nooit iets meer met de wetten van mijn land te maken zal hebben, mij daar ook zeker nooit meer aan te houden. Ik zal mij daarom naar jullie wetten richten en zal daar zeker nooit in falen. Hoe denk jij hierover?'
Hoofdstuk 104: Verzoening tussen de Chinese en Martinus - Over beledigen en vergeven in Chinese geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] CHANCHAH gaat nu voor bisschop Martinus staan, glimlacht vriendelijk naar hem en zegt met een uitermate vriendelijke en daarbij meisjesachtig zacht bevende stem: 'Liefste vriend, je bent zo straks heel stilzwijgend bij mij weggegaan, toen ik je mijn wel te verontschuldigen vermoeden over je aard en karakter voorhield, omdat je mij geen antwoord gaf op mijn vraag. Ik maak daaruit op, dat mijn veronderstelling je zeker heel erg heeft beledigd? Is dat het geval, vergeef me dan, nadat je mij eerst zoveel als je goeddunkt, hebt gestraft. Maar wees dan weer goed met mij, want ik geef je de heiligste verzekering, dat ik je daarna nergens meer naar zal vragen en je nog minder ooit met een blik of woord zal beledigen.
Hoofdstuk 104: Verzoening tussen de Chinese en Martinus - Over beledigen en vergeven in Chinese geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zie, lieve vriend, deze vragen zijn voor mij van bijzonder belang. Ik verlang even hevig naar een antwoord daarop als een zwerver in een hete zandwoestijn naar een verfrissende waterdronk, als hij door brandende dorst gekweld wordt. Daarom, als je in je hart liefde voor mij voelt, aarzel dan niet om mij trouwhartig te antwoorden op deze belangrijke vragen. Als je dat niet zult doen, dan zal Chanchah zich van je afwenden en je nooit meer ergens naar vragen!'
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Als Ik bij Chanchah terugkeer van haar landgenoten, wil ze meteen naar Mij toe. Ze beklaagt zich over het gedrag van bisschop Martinus en zegt dat ze nu niet meer goed weet, waar ze met hem aan toe is.
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Wat echter je laatste drie vragen betreft, daarop kan hij je niet antwoorden, omdat je niet naar de eigenlijke oorzaak van zijn verlegenheid hebt gevraagd en dit ook niet kon doen, omdat je er zelf geen vermoeden van had. Zou hij je daarom welk bevestigend of ontkennend antwoord ook gegeven hebben, hij zou tegen jou hebben moeten liegen. Dat is in dit hemelrijk echter absoluut onmogelijk, want niemand kan hier een onwaarheid spreken, ook al zou hij dat willen. Daarom zweeg vriend Martinus dan ook, die heel veel van je houdt en hij zou zich liever door jou van alles willen laten aandoen, dan jou, zijn geliefde Chanchah, ook maar met één enkel woordje voor te liegen! Was dat niet te prijzen in hem?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Wijze ouders beteugelen hun kinderen daarin op de juiste manier en leiden hen zo natuurlijk en moreel langs een goede weg naar het mooie doel van de mannelijke ontwikkeling. Domme ouders daarentegen, die hun kinderen alles geven wat hun ogen maar zien, maken apen van hen in plaats van mensen. Hun tot overstromens toe gevoede vlees raakt vol zinnelijkheid en hun geest wordt traag en tenslotte helemaal afgestompt voor al het hogere, goede en ware, zoals het je op aarde vooral in jouw land met duizendmaal duizend voorbeelden zeker maar al te duidelijk is gebleken.
Hoofdstuk 108: De gelijkenis van de wijze opvoeding van kinderen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] De honderd Chinezen kijken met gespannen aandacht naar deze activiteit, want ze weten nog niet wat de bedoeling daarvan is. Vooral het plotseling aandragen van de grote tafel, waarvan eerder nergens een spoor te ontdekken was, wekt bevreemding. Want het even plotselinge ontstaan van de vijgeboom verwondert hen niet meer zo heel erg, omdat ze, doordat ze er al een hele tijd naar gekeken hebben, er al meer aan gewend zijn.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Als de tafel klaar is, gaan alle helpers weer terug naar hun zachte rustplaatsen. Martinus en Borem, begeleid door één van de dames van het H. Hart - en wel degene, die zich het eerst als kikker in haar innerlijk in zee stortte - komen echter weer naar Mij toe en laten Mij weten, dat nu alles klaar is.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En IK zeg: 'Het is allemaal goed. Ga nu ook naar buiten naar de omheining van de tuin en kijk of er nog iemand is, die nog aan deze maaltijd kan deelnemen. Gella (dame van het H. Hart) blijft echter intussen hier bij Mij en luistert naar wat Ik nu Mijn liefste Chanchah voor mooie dingen zal zeggen. Zo moge het gebeuren, Mijn broeders!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Beiden gaan meteen naar buiten en zijn heel erg verbaasd, als ze de tuin in de grootste, hemelse weelde aantreffen; deze is daarbij zo groot geworden, dat zij hun ogen bijna niet kunnen geloven, en Martinus die zich over alles erg verwondert, zegt:
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Intussen open IK Mijn mond en zeg tegen Chanchah en ook tegen Gella: 'Mijn lieve hartelijke Chanchah, jij hebt Mij zojuist een paar heerlijke woorden gezegd, die daarom des te heerlijker waren omdat ze uit de grond van je hart kwamen. Ik beloofde je een nog heerlijker antwoord te geven en nu ben Ik voor dit doel hier en zal Mijn belofte vervullen. Luister dus heel geduldig naar Mij. Verwacht vooral niet een of andere lange toespraak, want zie, Ik spreek altijd maar kort en pleeg steeds met weinig woorden veel te zeggen.
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na een tijdje gaat de deur van de zaal open. Martinus zowel als Borem hebben elk een sterke ketting in hun hand en trekken een aan deze twee kettingen stevig vastgemaakt monster naar binnen, dat er zo afschuwelijk uitziet, dat het elke beschrijving tart. Een aantal kleinere monsters volgen hem, die qua gruwelijkheid niet voor het grote onder doen.
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  986 - 987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011  ...