Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 999 van 1037

...  987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012  ...
[4] Om jullie de zaak nog duidelijker te maken zullen we een duidelijk voorbeeld geven. Stel je eens een menselijke vorm voor, die zou zijn samengesteld uit een dun vlies dat met waterstofgas gevuld kon worden en als het gevuld was een menselijke vorm zou hebben en zeker dadelijk in de hogere regionen zou opstijgen. Als echter in deze ballonmens het waterstofgas zich plotseling zou verdichten dan zou zo'n eventueel verdicht waterstofgas, vloeibaar geworden, natuurlijk zwaarder worden en door zijn gewicht naar beneden vallen; daar hij zich echter niet buiten, maar binnen in onze ballonmens bevindt, die door de verdichting van het waterstofgas de nodige expansie heeft verloren, wordt dan ook de ballonmens naar de aarde getrokken. De vorm van de ballonmens is niet veranderd, hij is alleen maar wat ingeschrompeld, als het ware magerder geworden, en kon vanwege het nieuw gevormde zwaartepunt niet meer in hoge luchtregio blijven. Als echter beneden op de materiële grond van de aarde het tot water verdichte gas (* Dit is chemisch gezien natuurlijk niet juist, maar het is hier alleen bedoeld om aanschouwelijk te maken hoe een substantiële ziel, die haar lichaam al heeft afgelegd door materiële wensen en gedachten weer in de materie teruggetrokken wordt en zich met deze verbindt. - Noot van de uitgever) door nieuw toegevoegde warmte weer in gas wordt veranderd, dan zal de ballonmens weer opstijgen.
Hoofdstuk 32: Geesten nemen bezit van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Zeer boos gezinde geesten worden vaak tot stenen verdicht en vallen dan naar beneden; het oplossingsproces zal dan heel veel langer duren dan wanneer deze verdichting alleen maar zichtbaar wordt in de vorm van bovengenoemde meteoren. Velen, die boven hoge gebergten en vooral boven de poolstreken van de aarde ten val worden gebracht, worden zelfs lang in bovengenoemde verschijningsvorm gehouden, maar het moeten dan wel heel kwaadgezinde geesten zijn, waarin veel hoogmoed te vinden is, die natuurlijk al van helse aard is. Wat na zulk een les met de geesten gebeurt, dat zal hierna nog duidelijker uiteengezet worden. Voorlopig is het echter genoeg, dat jullie er een zo duidelijk mogelijk begrip van krijgen hoe en waarom achter de natuurlijke verschijnselen die voor het vleselijke oog zichtbaar zijn, zich altijd iets geestelijks bevindt. Over het hoe en waarom volgen nog enkele beschouwingen.
Hoofdstuk 32: Geesten nemen bezit van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] De regen valt nu eens in grotere, dan weer in kleinere druppels op de aarde; de sneeuw eveneens zo. Dat ziet men ook bij hagel; vaak vallen er alleen maar kleine korreltjes naar beneden, soms ook loodzware hagelstenen, ja in hooggebergten vaak zelfs centenaar zware hagelstenen en dan gewoonlijk in een niet te tellen aantal. Dan kan men vervolgens vragen: als elk regendruppeltje, elk sneeuwvlokje of elke hagelkorrel een geest met zich meetrekt, waar komt dan zo'n overgrote hoeveelheid geesten vandaan? En als het in de tijd van Adam geregend heeft of gesneeuwd of gehageld, waar kwamen dan toén de geesten vandaan, daar er toen nog geen mens op aarde was gestorven? Wie de zaak echter van deze kant zou willen bekijken, zou een geweldige vergissing maken.
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Het zou moeilijk zijn er achter te komen, in welke regendruppel of in welke sneeuwvlok een natuurlijke, of een de natuur al verlaten hebbende geest, naar beneden kwam, want de uiterlijke verschijningsvorm is gelijk, maar grootte en gewicht kunnen wel ongeveer een aanwijzing zijn. In een grote hagelkorrel schuilt niet zelden een verdeemoedigde geest, die zijn aardse baan al heeft doorlopen. De kleinere zijn enkel zogenaamde natuurgeesten. Van hen zijn er natuurlijk heel veel omdat ze niet als hele, maar in oneindig veel geestelijke partikeltjes verdeeld op aarde komen. Eveneens zal ook nooit een hele ziel met al haar geestelijke specifica van de aarde opstijgen, maar altijd in een hoge mate gedeelde toestand. Maar waarom zo verdeeld?
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Zulk een verzoek wordt hun toegestaan, maar gewoonlijk houden ze hun woord niet, want deze geesten worden door afschuw en haat tegen de materie boosaardig of wraakzuchtig, of ze scholen met miljoenen samen en willen naar buiten in de wijde oneindigheid ontvluchten. De boosaardigen en wraakzuchtigen worden weer gevangen genomen en onder bovengenoemde meteorische verschijnselen naar de aarde afgevoerd, waar hun de plantengebieden worden aangewezen om in te werken. Maar hebben ze daar geen zin in, dan worden ze in de verschijningsvormen van water in beken, rivieren, meren en zeeën gedreven, waar ze dan ook, wat jullie al bekend is, vaak lelijk te keer gaan. Maar zijn ze erg boosaardig geworden en hebben ze zich daar met de harde, ongenaakbare geest van de zee verenigd, dan kan het wel gebeuren en gebeurt het ook vaak, dat zulke kwaadaardige lieden weer worden terugdreven naar het binnenste van de aarde, wat een erg beklagenswaardig lot is. Maar als deze geesten vlijtig bezig zijn met de plantengroei, dan kunnen ze óf de weg van het vlees inslaan, of ze kunnen na een afgelegde dienstperiode, die op zijn hoogst twee honderd jaar of iets langer duurt, weer in hun vorige vrije toestand terugkomen, zodat ze dan in vrijheid de lucht, de bergen, het aardrijk, de bossen, vaak ook meren en rivieren kunnen bewonen.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Als dan mensen uit de lagere streken, zoals die uit de grotere dorpen, markten en steden naar deze wijze mensen uit de bergen toekwamen, dan moest hen veel opvallen, wat voor hen griezelig en geheimzinnig was en vooral als kwaadwilligen met zo'n bergbewoner over iets gingen twisten; want zo' n twister beleefde dan zeker één of andere voor hem onbegrijpelijke afstraffing, waarvan hij niets anders kon denken, dan dat dit hem door de levende satan of tenminste door zijn handlangers was aangedaan.
Hoofdstuk 35: Heksen en heksenprocessen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Wat was dan het gevolg? De op deze manier door schade en schande wijs geworden dorpeling of stedeling ging dadelijk naar zijn parochiegeestelijke die in dié tijd gewoonlijk óf nog dommer óf tenminste nog boosaardiger was dan de aanklager. Er werden dan missen, processies en duiveluitdrijvingen georganiseerd, natuurlijk alleen voor contant geld. Dat was altijd een flinke som, als het al niet het hele vermogen benevens huis en hof uitmaakte van de in dit geval behekste of zelfs door de duivel bezeten aanklager.
Hoofdstuk 35: Heksen en heksenprocessen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Had de aanklager zijn geestelijke op deze manier voldaan, dan werd het geval voor de wereldse rechtbank gebracht. Deze ging dan met allerlei door de geestelijke voorgeschreven gewijde en antiheks - en anti duivelapparaten naar het huis waar de aanklager volgens zijn idee behekst of door de duivel gegrepen was. Dit wereldse gerecht nam dan gewoonlijk alle bewoners op een afschuwelijke manier gevangen en voerde hen vaak zonder verder verhoor naar de brandstapel en nam alle schatten benevens huis en grond in beslag, maar wel nadat daar van te voren zeven maal de duivel uitgedreven en alles gewijd was; voor deze wijding moest natuurlijk weer flink betaald worden.
Hoofdstuk 35: Heksen en heksenprocessen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Als zulke natuurgeesten op den duur het rondkijken moe worden, dan keren ze gewoonlijk toch weer naar de aarde terug en laten zich dan de moeilijke incarnatie welgevallen zonder welke nooit aan een kindschap van God te denken valt, want iedereen die een kind van God wil worden moet ook van a tot z de weg van God gaan: dat is de reden dat geesten van talrijke andere hemellichamen naar de aarde verlangen om daar de incarnatie van de Mensenzoon door te maken. Want zoals er ook maar één God, één waarheid en één leven is, zo is er ook maar één weg daarheen; maar het is niet noodzakelijk dat daarom álle bewoners van de andere hemellichamen deze zouden moeten gaan om op hun manier zalig te zijn; evenals er in het menselijk lichaam talloze andere gezonde zenuwen en spiervezels kunnen zijn, zonder dat deze noodzakelijk tot de zenuwen van het hart behoren.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Zo staat de 'Grimmig' ook in dezelfde kwade roep. Maar bijzonder verdacht was het naar alle kanten zich uitstrekkende 'Tragelgebergte', dat de grens vormt tussen Stiermarken, Oostenrijk en Salzburg; dit Tragelgebergte was in zekere zin de hogeschool voor alle tovenaars en heksenmeesters van heel Stiermarken, Oostenrijk en Salzburg. Zelfs tegenwoordig is de naam nog erg verdacht en er is nog geen inwoner van Altaussee of van Ramsau gemakkelijk ertoe te bewegen deze berg te beklimmen, vooral die mensen niet, die meer tot het zogenaamde lagere volk horen. Alleen de stropers, die wijselijk niet meer in heksen geloven, maar des te meer in de vette gemzen, die op deze uitgestrekte bergmassieven eigenlijk helemaal thuishoren, bestijgen deze berg.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Boven deze Zauberplatz verheft zich meer naar het zuiden nog een ronde rotsachtige bergtop die de naam 'Ruhdnik' draagt; dat was de plaats waar nieuwe toverleerlingen zich konden ontspannen. Onder de Ruhdnik, meer zuidwaarts, lag een groot, vrij terrein, dat de naam 'Gerlize' draagt. Het woord , Gerlize' betekende in de toenmalige domme tovertaal zoveel als: een plaats van de meest uitgelaten vreugde en tegelijkertijd ook een plaats voor tovenarij; want nog heden ten dage bevinden zich in de rotswanden van de Hohen Stadl verschillende bronnen die precies om half twaalf een waterstraal naar buiten stoten; van deze bronnen is er nu nog maar één over, die de 'Halbzwölfbrunndl' heet.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] In de streek Karintië, niet ver van de Drau, bevindt zich een berg met de naam 'Hohe Staff. Deze berg overziet met zijn top het Drauwdal bijna vanaf de grens van Tirol tot aan Klagenfurt toe, dat wil zeggen tot in de nabijheid van deze stad; aan zijn voet ligt aan de zuidelijke kant de zogenaamde 'Weise See'. Hij is 8000 voet hoog en vanaf de top kan iedereen die hem heeft bestegen van het meest betoverende uitzicht genieten. Hij was eens berucht, omdat hij volgens de sage de voornaamste verzamelplaats van heksenmeesters was - natuurlijk volgens de verhalen van de nog levende landlieden, die deze berg aan alle kanten bewonen. Zijn uitlopers hebben de naam van hun vroegere roem als toverberg behouden. Zo heet een noordwaarts gerichte uitloper de 'Goldeck', een noord-west gerichte de 'Siflitz', een naar het westen gerichte 'Barenbuck' en een naar het zuiden gekeerde het 'Silberne Grab'. De loodrechte rots vanaf de hoge top noemt men de 'Hohe Freiung' en een enigszins onder deze liggende wand de 'Unterfreiung', terwijl het zadel tussen de hoge en de lage Staff vaak 'Hexen' - en vaak ook 'Teufelsritt' heet. Zo loopt ook vanaf dit zadel een kale stenen kloof, die de 'Rutschbrett des Teufels' wordt genoemd. Nog een andere kloof die naar het westen loopt, heet het 'Wilde G'jad'. Deze en nog meerdere dergelijke benamingen, die zich hierbij aansluiten, zoals een 'Hexensprung', 'Teufelsritt', 'Wehrwolfsnest' en nog meer andere, laten heel duidelijk zien, welke roep deze berg eens heeft gehad. Maar afgezien van deze namen van de verschillende kanten van de berg, is de naam 'Staff alleen al voldoende om te begrijpen dat het een belangrijke toverberg was.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De nieuwe naam was en is nog steeds 'Landschnur'. Hiervan hebben later de Fransen die zich daar ophielden 'Landjour' gemaakt. Het woord 'Staff betekende in deze oude taal uit de bergen als het ware een gericht en 'Hochstaff een hoog gericht en wel daarom, omdat elke onbevoegde, die in de tovermysteriën van deze berg niet was ingewijd, dadelijk op de vreselijkste manier, natuurlijk door de heksenmeester, werd berecht als hij het waagde de berg te bestijgen tot daar waar de bebossing ophield; zo' n mens werd dan door onzichtbare handen beetgepakt en met de snelheid van de bliksem, zoals de sage luidt, op de hoogste bergtop neergezet. Daar werd hij door eveneens onzichtbare krachten vele uren lang op de meest pijnlijke en gruwelijke manier gekweld en met donderende stem werd hem te kennen gegeven, dat hij tot de heksenbond moest toetreden. Wilde hij dat niet, dan werd hij van het hoogste punt, dat daarom de 'Hohe Freiung' heette, op de 'Untere Freiung' geworpen, maar met zo'n magische kracht, dat hij niet werd gedood. Op de Untere Freiung kwamen de betoverende bekoorlijke Sylphiden hem dan met hun verleidelijke gestalten bedwelmen. Had hij zich dan aan hen overgegeven, dan werd hij plotseling weer op de Hohe Freiung gezet en daar in hun mysteriën ingewijd. Maar als hij zich niet door de bekoorlijkheden van deze Sylphiden wilde laten betoveren, dan kwam hij op de duivelsglijbaan en moest dan een afschuwelijke reis naar beneden in het dal maken, waarbij al zijn ledematen, kompleet, zoals men zegt, uit hun voegen gingen. Als hij echter tijdens de bekoringen van Sylphiden had laten zien, dat hij wel enigszins toegankelijk was geweest, dan werd hij op de gouden hoek gezet waar hij werd verblind door de enorme rijkdom die bestond uit massa's blank goud. En was dat dan ook nog niet genoeg, dan werd hij zuidwaarts gevoerd in de streek van het zilveren graf, naar een wondermooi feeëriek gedeelte van deze berg, dat deze nieuwaangekomene zo betoverde, dat het voor hem alleen nog maar mogelijk was zich volkomen bij deze heksenbond aan te sluiten.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Boven deze Dreihexenspitze verheft zich de tamelijk steile bergrug tot aan de Hohe Stadl toe, onder de naam ‘Hexenstieg', die - zoals al werd opgemerkt - zich tot aan de hoogste top uitstrekt, waarop zich de Stadl of de burcht van de heksenkoning bevond. Noordelijk, evenwijdig met de hoogste top, loopt een tien klafter lange en drie klafter brede rotskam. Deze draagt nu de naam 'Hohebrüstung', maar vroeger heette hij 'Hexentrui'. 'Trui' betekent zoveel als 'Trieb', drift; daar worden ze naar buiten gedreven de vrije lucht in en ze moesten de nevels, die uit de top opstegen, beetgrijpen. Die top heette 'Deuwwand' (in modern Duits vertaald 'Teufelswand').
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Overal is er een bepaald centrum gegeven voor de complete vereniging van alle geestelijke specifica. Dit centrum is de eigenlijke stevig gevangen genomen oergeest of de liefdesvonk uit Mij. Deze trekt krachtig al datgene naar zich toe wat tot zijn wezen behoort; en al is dat nog zo verstrooid, dan zal het zich toch bij dat geestelijk centrum voegen waar het bij hoort en zal, al is het van een gelijke hoedanigheid, toch bij elk centrum andere eigenschappen verkrijgen.
Hoofdstuk 38: De eerste, onderste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  987 - 988 - 989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012  ...