Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 101 van 1490

...  89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114  ...
[6] Maar de meesterknecht zal dan glimlachen en ons ongetwijfeld zo toespreken: 'Beste vrienden, dat kan wel zijn, -maar het is toch niet mogelijk, want de machine houdt rekening met veel belangrijke punten! De opdrachtgever heeft haar naar zijn behoefte besteld; voor deze behoefte is alleen de huidige zichtbare inrichting juist, en iedere toevoeging zou de machine duidelijk benadelen! De machine behoeft slechts een bepaalde kracht te overwinnen en moet daarom geen grotere kracht hebben dan die zij voor het bepaalde doel nodig heeft. Zou men haar krachtiger maken dan zou de wever daarmee met iedere slag zijn draden breken en zo ook maar geen el produkt per dag produceren. Daarom moet de machine voor het doel waarvoor zij gebouwd is, precies de vorm hebben die ze heeft, en alles wat meer of minder is, is fout aan die machine! Ah, als de machine eens door langdurig gebruik versleten zal zijn, dan wordt het pas tijd om haar weer in de oorspronkelijke staat te brengen, zodat zij weer aan haar doel beantwoordt.'
Hoofdstuk 93: De ideeën van Borus over de aard van de mens.(29.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Al is een mens nog zo goed, toch heeft hij meer of minder zelfzucht in zijn hart. Daarmee beoordeelt hij dan ook steeds zijn medemensen, en hij rekent het hen altijd het eerst en het liefst als fout aan, als ze dingen doen waardoor hij denkt benadeeld te worden. Omdat iedere andere mens echter ook wel wat zelfzuchtig is, beoordelen alle mensen elkaar onjuist. Deze misvattingen veroorzaken wederzijdse ontevredenheid, en vervolgens ergernis, nijd, toorn en nog meer van zulke lofwaardigheden.
Hoofdstuk 93: De ideeën van Borus over de aard van de mens.(29.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen de overste glimlachend deze opmerking geplaatst had, brachten een paar burgers uit de stad een zieke, die al vele jaren bezeten was. Omdat hij echter arm was, durfden zijn familieleden niet voor hulp bij een dokter aan te kloppen en zij durfden hem ook niet bij Mij te brengen, omdat bij een aantal burgers het boze gerucht de ronde deed dat wie zich door Mij liet genezen, zijn ziel aan Beëlzebub verkocht! Ook over Borus vertelde men iets dergelijks, want van hem zei men dat hij zijn duivelskunsten van Mij had geleerd!
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Toen BORUS dan ook de hem al bekende bezetene zag en zijn domme vrienden, die hem brachten, zei hij tegen hen: "Nou, nou, wat bezielt jullie om deze zieke bij mij te brengen? Wat heeft hij jullie dan gedaan, dat je hem nu aan de duivel wilt overleveren?"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] BORUS zegt met een glimlach: "Ik begrijp het! Maar wat moet ik nu dan met deze bezetene doen? Want zijn kwaal heeft zich tengevolge van jullie domheid in hem verhard, en nu zal het gezien jullie zwakke geloof moeilijk zijn om deze mens te helpen!"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Toen kwam de OVERSTE naar Borus toe en zei: "Dat zou ik echt niet achter jou gezocht hebben! Dat de naam van Jezus een bijzondere kracht heeft, waarvoor, zoals ik duidelijk heb ondervonden, zelfs de machten der onderwereld heel veel eerbied hebben, heb ik vandaag in de synagoge gezien; maar dat ook lichamelijke ziekten, van welke aard dan ook, zich voor deze naam moeten buigen, dat zagen mijn ogen nu pas hier. Heus, achter deze J ezus moet nog veel meer steken dan alleen maar een op Elia lijkende profeet, want door diens naam is zover ik weet nog nooit een zieke genezen! Over deze naam, beste vrienden, zullen wij met elkaar nog veel te bespreken hebben!"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Na deze woorden ging de overste naar de genezen man en vroeg hem of hij zich nu wel helemaal beter voelde!?
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Na deze woorden staan de drie op, de genezen man en zijn twee helpers, danken Borus en de overste en gaan welgemoed naar huis. Hun gehuurde woning stond een paar honderd passen buiten de stad, net als Mijn huis, dat zoals bekend ook buiten Nazareth stond, maar dan net aan de tegenovergestelde uitgang.
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Ik was dan ook nog geen dag in deze woestenij toen al uit alle steden, markten en dorpen veel volk toestroomde behalve de meer dan achthonderd leerlingen die zich al eerder in de steden en markten bij Mij hadden aangesloten en op de ochtend van de voorgaande dag door Mij naar hun huizen terug waren gestuurd. (Matth. 14:13)
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De verblijfplaats die Ik in de woestenij had uitgekozen was een ruime grot zonder geheime uitgangen. Deze grot lag tamelijk hoog en het geboomte stond er dicht omheen. Voor de grot was ook een heel ruim vrij plateau, waarop voor enige duizenden mensen meer dan genoeg plaats was, en op dit plateau hadden zich dan ook de mensen met hun zieken een plaats gezocht.
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Toen de leerlingen dat deden, zei Ik tegen het volk, dat iedereen op het gras moest gaan zitten, nam vervolgens de vijf broden en de twee vissen, sloeg Mijn ogen op naar de hemel en dankte de Vader, brak toen de broden in stukken en gaf deze aan de leerlingen, en die gaven ze aan het volk. (Matth. 14:19) De beide vissen en wat brood bleven dit keer voor de leerlingen over .
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] En allen, die daar waren, hadden voldoende te eten en werden verzadigd. Omdat men echter alles niet op kon, verzamelde men de overgebleven stukken in korven, zoals het volk die meestal meenam op reis. Deze korven waren gewoonlijk vrij groot, omdat ze met schouderbanden op de rug werden gedragen. En men vulde twaalf van die grote korven met de overgebleven brokken. (Matth. 14:20) En er hadden ongeveer vijfduizend man gegeten, vrouwen en kinderen niet meegerekend. (Matth. 14:21)
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Het is begrijpelijk dat deze spijziging, die een vol uur duurde, bij deze mensen grote verbazing wekte, en ook dat zij daarna meteen besloten om Mij tot hun koning uit te roepen.
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Met het onmiddellijke wegsturen van de leerlingen nam Ik het volk dus het heft uit handen, en toen de leerlingen zich na Mijn opdracht snel inscheepten in de maanlichte nacht, liet het volk weldra zijn plan varen. Na het vertrek van de leerlingen, toen deze reeds enige tientallen meters op zee waren, beval Ik het volk naar huis te gaan, waarop men ook meteen gewillig wegging.
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Het is begrijpelijk dat de leerlingen niet in zo'n heel goede stemming waren; zij gaven veelopmerkingen over Mij ten beste en het commentaar was niet van de lucht, en zelfs PETRUS zei: "Wist Hij dan voor ons voor vannacht niets beters te bedenken dan een zekere dood in de golven? Dat is toch echt een beetje vreemd van Hem! Ik durf haast niet verder te laten roeien, want binnen een tiental meters komen we boven ondieptes, klippen en zandbanken en ik als vergrijsde schipper, sta dan niet voor de goede afloop in! Het is daarom beter dat we zeker tot morgenvroeg hier op deze hoogte blijven!"
Hoofdstuk 96: De leerlingen op de stormachtige zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114  ...