Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1001 van 1088

...  989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014  ...
[7] Kijk eens naar Gella hier naast je en kijk ook naar Martinus, Borem en Chorel: Deze kennen Mij al geruime tijd en zijn eveneens vol liefde tot Mij. Maar ze verdragen Mij en kunnen daarom alles doen en genieten, wat Ik hun gebied en geef. Zouden ze echter reageren zoals jij, dan zouden zij ook niets kunnen doen en genieten, zoals jij nu ook niets kunt doen en niets hogers zou kunnen genieten, omdat je te grote liefde al je krachten te zeer opeist.
Hoofdstuk 121: Chanchah' s buitengewoon grote geluk en liefde voor de herkende Lama - Liefde en wijsheid - De Heer als Vader en Broeder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Maar wat denk jij toch, mijn hart - jij bent immers ook in de grootste en zichtbare nabijheid van Diegene, die heilig is en meer dan heilig. Wees daarom stil, mijn hart; de Heer geeft immers ieder naar de rechtvaardigste maat van Zijn liefde en wijsheid. Denk daarom niet aan de hoogste mate van zaligheid, die nu deze edele Chinese ten deel valt, maar denk er aan hoe oneindig gelukkig jijzelf nu bent!'
Hoofdstuk 122: Een hemelse liefdesverklaring - De overwinning van de liefde - Gella's vreugde over Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Ook dat zal Chanchah jullie niet onthouden. Ga daarom weer terug naar jullie plaats en wacht daar in alle vreugde op de uitleg van dit alles. Zo zij het!'
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Ook enkele monniken komen nu naar voren en stellen Mij ook dergelijke vragen. Ook hun wordt aangeraden om nog maar een poosje te rusten, opdat ze voldoende worden gesterkt voor de volgende verklaring. Daarop gaan ze terug en wachten met alle geduld en vreugde.
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Doch ENKELE NONNETJES vormen een clubje en fluisteren elkaar toe: 'Wij hadden door enkele wenken van onze zuster, die nu Gella heet, al bijna geloofd dat deze Chinezenvriend, die de draak met zijn aanhang zo krachtig tegemoet kon treden, o de aartsengel Michaël of zelfs Jezus, de Heer Zelf, zou zijn. Maar te oordelen naar hoe hij met de Chinese, die inderdaad veel mooier is dan wij, omgaat en hoe hij haar aan zijn hart drukt en liefkoost, is dat nu wel helemaal uitgesloten en kan het toch onmogelijk Michaël en nog veel minder de Heer Jezus zijn!
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Ik weet al, ik weet al, wat jullie dwars zit. Ga nu weer heel rustig naar jullie plaatsen terug, want naar dergelijke klachten luister ik niet! Alleen moeten jullie heel goed onthouden: Wie liefde wil, moet eerst liefhebben! Want liefde is door niets anders dan alleen door liefde te verkrijgen. Hebben jullie daarom ook net als die twee de Heer lief, dan zullen jullie ook aan Zijn borst terecht komen. Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] MARTINUS zegt heel gelaten: 'Ja, ja - in bad met jullie! Baden maar, baden! Daar achter die witte wand zwemmen nu wel duizend hele vreemde vissen rond om zich te baden; daar is voor jullie ook nog plaats. Gaan jullie daarom nu maar heel goedmoedig daar naar toe en maak kennis met die badgasten, anders -!'
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] De nonnetjes schreeuwen van kwaadheid en gaan terug naar hun oude plaatsen.
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Maar Martinus gaat met Borem en Chorel naar de Heer, d.w.z. naar Mij. Hij wil me laten zien, dat het beter gaat met de duizend aanhangers van de draak die nu baden en dat ze - omdat het hun nu beter gaat - allerlei gedaanten aannemen en heel weerbarstig worden, zodat ook Borem niet meer weet wat er verder met hun moet gebeuren.
Hoofdstuk 124: Wenken tot genezing van de ziel - Geestelijke natuurgeneesmethode - Crisis bij de Chinese geesten - Over het wezen van jaloezie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Maar daar staan meer dan driehonderd vrouwen. Die worden door een grote jaloezie beheerst en hun hart lijdt daar erg onder, zodat Ik medelijden met hen heb. Ga er naar toe en onderricht ze goed; maar met het bad mag je ze nooit meer dreigen broeder Martinus, als je deze arme zielen tot Mij wilt brengen!
Hoofdstuk 124: Wenken tot genezing van de ziel - Geestelijke natuurgeneesmethode - Crisis bij de Chinese geesten - Over het wezen van jaloezie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zo is het ook hier en wel in het bijzonder met deze vrouwen het geval. Ze hebben heel veel liefde, zoals een edele vruchtboom heel veel edel sap bevat. Probeer echter de slechte woekering uit hun hart te verwijderen door liefde en jullie zullen bij hen wonderen van de meest vruchtbare liefde oogsten. Ga er daarom naar toe en doe, zoals ik jullie nu heb aangeraden, dan zullen jullie voor Mijn hart een goed werk tot stand brengen.'
Hoofdstuk 124: Wenken tot genezing van de ziel - Geestelijke natuurgeneesmethode - Crisis bij de Chinese geesten - Over het wezen van jaloezie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Het drietal gaat nu met een vriendelijk gezicht naar de arme vrouwen. Als ze bij hen komen neemt Borem het woord en zegt:
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] (BOREM:) 'Lieve zusters, luister eens geduldig naar mij! Ik wil jullie allen geven, waar jullie recht op hebben, want ik weet dat jullie hart lijdt. En ik weet dat deze broeder jullie hard terecht heeft gewezen, toen jullie bij hem recht zochten. Ik kon toen, omdat ik zelf gast in dit huis ben, de huiseigenaar niet in de rede vallen, want iedereen is de eerste rechter van zijn huis.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] De vrouwen zeggen allemaal als uit één mond: 'O ja, lieve, goede vriend! Werkelijk, jij bent vast een echte vriend van God; van jou willen we graag alles aannemen. Jij meent het goed en redelijk met ons en herkent de pijn van ons hart. Maar met deze Martinus willen we niets meer te maken hebben. Want in plaats van onze nood te zien, ons te troosten en te onderrichten en ons de waarheid te tonen, als we misschien toch op een dwaalweg zouden zijn, heeft hij ons naar de hel gestuurd in het bad van de duivels. Dat was zeer onhemels van hem, die toch een voorname hemelburger is, of tenminste wil zijn. Daarom zouden wij liever hebben dat hij verdween, zodat wij ons niet ergeren aan zijn verschijning. '
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Wij hadden met deze nog heel slechte gasten, die nu in het bad zijn, heel wat te stellen en ergerden ons daarbij behoorlijk. Toen we bijna genoeg hadden van deze voor ons te grote inspanning en naar die machtige vriend gingen om raad te vragen, kwamen jullie juist op een zeer ongunstig moment op ons af. En de toch al gemakkelijk ontvlambare Martinus heeft jullie toen inderdaad wat te hard en te onvriendelijk ontvangen, wat, zoals gezegd, ons allemaal wel te vergeven is.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  989 - 990 - 991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014  ...