Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1003 van 1110

...  991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016  ...
[27] Jullie zien nu, dat van allen vooreerst alleen maar de goede wil wordt verlangd en dan pas het werk!
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Doch wee ieder van jullie, die in het geheim in zichzelf arglistig en van kwade wil zou zijn en alleen maar uiterlijk doet, alsof hij van goede wil is. Ik zeg jullie uit de kracht van de Heer, die nu door mij heen waait als een machtige orkaan door het bos: zo iemand zou plotseling de hel in worden gedreven en in de poel van het eeuwige verderf worden geworpen - zoals een steen valt vanuit de hemel in de afgrond van de zee, waaruit hij ook niet meer zal worden teruggehaald, doch blijft liggen in de poel en het slijk van het oordeel!
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[30] Jullie weten nu wat je te doen staat om als ware kinderen van de Heer in Zijn Rijk te komen. Handel allen daarnaar, dan zullen jullie leven!
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] Ik en deze eerste vriend van jullie zullen echter - alhoewel niet altijd zichtbaar - achter jullie staan en zullen jullie helpen opstaan, als iemand in zijn zwakheid zou vallen. Maar diegene die zal vallen in zijn slechtheid zal niet worden geholpen, behalve dan dat het gelijke met het gelijke wordt vergolden. Vraag echter niet, waar de plaats van een dergelijke beproeving voor jullie zal zijn. Ik zeg jullie: dan hier, dan daar en wanneer jullie er juist het minste aan denken, opdat jullie vrijheid niet wordt gehinderd! De Heer zij met jullie en met ons! Amen.'
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] O jullie gemeen rapaille! Nee maar, ik vraag je broeder, kijk daar nu eens! Daar zie ik nu juist de schurk die in China wegens verraad tussen twee platen steen werd verbrand, hoe hij nu juist de mooie Chinese op een ontzettende manier mishandelt! Zie, zie, hoe hij nu als een aasgier het arme kind verscheurt! Ach, dat is toch iets om razend te worden! Bij God, dat kunnen we toch niet zo door laten gaan!'
Hoofdstuk 69: Een nieuw wonder voor bisschop Martinus: beproevingsscène van de Minderbroeders en Jezuïeten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] BISSCHOP MARTINUS kijkt er nu een poosje naar, deinst dan als het ware terug en zegt heel aangedaan: 'Ach, ach, dat is toch verschrikkelijk, ja, verschrikkelijk, dat is ontzettend, ontzettend! Kijk, die Chinese kwam meteen als een gloeiende furie voor onze Jezuïet staan. En voor zover ik uit haar helse gebaren kon opmaken, zei ze: 'Ken je mij, ellendeling?' De Jezuïet trok een kwaad, bokkig gezicht en zei: 'Ja, ellendige! Mijn vervloeking zal je eeuwig treffen!' Hij gebood daarop zijn collega's, om deze ellendige nog eens te grijpen en haar in stukken te scheuren. Maar op dat ogenblik schreeuwt ze: 'Achteruit, jullie vervloekte misleiders van de hele wereld! Jullie maat is vol! Nu komt mijn wraak over jullie!' Op dat ogenblik stort een heel legioen van grote, afschuwelijke monsters zich op onze Jezuïeten, grijpen ze vast en scheuren ze in stukken. De Chinese neemt nu het hoofd van onze Jezuïet, die haar daarvoor had verscheurd en slingert het in een afgrond, waaruit nu heldere vlammen omhoog slaan en slingert ook nog de overige resten in dezelfde afgrond. Ach, als dat niet erger is dan de hel, dan weet ik werkelijk niet onder welke nog afschuwelijker beelden ik mij die dan moet voorstellen! Luister, moeten wij daar soms ook nog niet tussenbeide komen?'
Hoofdstuk 69: Een nieuw wonder voor bisschop Martinus: beproevingsscène van de Minderbroeders en Jezuïeten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] 'O jullie gemene Godmoordenaars, die je zo misdadig aan het heiligdom Gods hebt vergrepen! Jullie zijn regelrecht in handen gevallen van de rechtvaardige wraak! Die Jezuïeten die jullie zo schandelijk hebt beroofd en over wie jullie de wraak Gods wilt afsmeken, zijn wij! God heeft ons vast en zeker hier naar toe gestuurd, opdat wij jullie wegens deze onuitsprekelijk grote misdaad meteen ter plekke aan de diepste en vreselijkste hel kunnen uitleveren. Naar beneden jullie, verschrikkelijke duivels, naar de allerergste duivels!
Hoofdstuk 70: Tweede scène van de beproeving der Jezuïeten en de verklaring ervan door Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Maar de Jezuïeten duwen ze zonder mededogen terug en schreeuwen nu nog harder, terwijl ze gloeien van toorn en gramschap. 'Weg met jullie, hier is geen medelijden en in eeuwigheid geen vergeving meer voor! De verschrikkelijkste, eeuwige kwelling in een altijd durende vergeefse, brandende wroeging zal jullie lot en loon zijn voor jullie werk! Grijp ze, jullie drie grootste en ergste duivels en vergeld hun eeuwig, wat ze ons tijdelijk hebben aangedaan!'
Hoofdstuk 70: Tweede scène van de beproeving der Jezuïeten en de verklaring ervan door Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] De duivels roepen echter terug: 'Jullie begeren te veel! Zo heeft God nog nooit geoordeeld. Welnu, we zullen het doen zoals jullie willen, maar voor jullie rekening, als jullie wens niet van God afkomstig is.'
Hoofdstuk 70: Tweede scène van de beproeving der Jezuïeten en de verklaring ervan door Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] (EEN JEZUÏET:) 'Broeders, het is ons wel gelukt om de overwinning te behalen. Maar als ik de zaak grondig bekijk, dan komt het mij voor alsof wij heel onrechtvaardig en totaal onbevoegd met de nu in de hel brandende karavaan zijn omgegaan. Alhoewel ze ons heel erg heeft belasterd, hebben wij volgens het evangelie toch geen recht om haar te veroordelen en te verdoemen.
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Bovendien komt mij nu de leer opnieuw in het geheugen, die de afgezant van de hemel ons allen heeft gegeven, voordat wij in deze hele vrije toestand van ons bestaan zijn gekomen. Volgens zijn wijze leer moeten wij alle verlokkingen alleen maar met liefde, zachtmoedigheid en deemoed tegemoet treden. Hier echter is geen van deze drie deugden aan te pas gekomen, doch hebben, zoals figura miserabillissima* (*...het meest erbarmelijke voorbeeld.) heeft laten zien, ons de drie allerergste duivels in zachtmoedigheid en rechtvaardigheid letterlijk overtroffen en ons daardoor bewezen, dat wij nog veel erger zijn dan zij!
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Broeders, hoe zien jullie deze kwestie? Ik moet bekennen dat die mij wel verdraaid merkwaardig begint voor te komen! Trouwens alles in deze geestenwereld lijkt mij zo bedenkelijk! Ons eigenmachtige handelen, waartoe we van de gezant Gods geen opdracht hebben, lijkt mij al helemaal tegen elke orde in te druisen in deze hoogst mysterieuze wereld. Het komt mij ook voor, alsof iemand mij heel in het geheim toefluistert: 'Deze meer dan gruwelijke daad van jullie, zul je eeuwig te berouwen hebben!' - Ach, ach, was ik bij deze gebeurtenis toch maar niet aanwezig geweest!'
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] DE ENE JEZUÏET zegt weer: 'Ga je gang maar! Ik blijf bij mijn voornemen God sterke mij daarbij! Jullie kunt nu doen wat je wilt! Over het Laatste Oordeel maak ik mij geen zorgen, maar wel over het zeker verkrijgen van de eeuwige verdoemenis in jullie gezelschap! Ignatius dit, Ignatius dat, ik volg van nu af aan de woorden van de afgezant van God op. Ignatius en jullie allemaal kunnen mij - bijna zou ik wat gezegd hebben! - evenals ook de hele orde, welbegrepen!
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Zoals ik het nu zie heeft de Heer meer op met wat voor een ellendeling ook dan met onze hele lamlendige orde inclusief haar verheven stichter! Begrepen? Alle luthersen, calvinisten en alle oud-katholieken zijn engelen, terwijl wij volgens onze regels en instellingen duivels in optima forma zijn.
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Doe maar met mij wat jullie willen, ik zal nooit wraak nemen! Het spijt mij heel erg, dat ik me zo verschrikkelijk aan die arme Chinese heb vergrepen; daarvoor ben ik samen met jullie, God zij dank, toch behoorlijk gestraft! Maar de tweede keer, het deelnemen aan de verdoeming van de arme karavaan, brandt nu in me als de hel. Wat zou er dan wel van mij worden als ik nog langer jullie medeplichtige bleef? Daarom vaarwel, ik verlaat jullie!'
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  991 - 992 - 993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016  ...