Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1005 van 1088

...  993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018  ...
[2] MARTINUS, hierdoor helemaal verrast, zegt: 'In mijn huis is nog voor vele duizenden plaats; dus ook voor jullie. Want groter dan jullie wereld is mijn huis, dat de Heer, mijn eeuwig heilige Vader, voor eeuwig voor mij heeft gebouwd. Ontdoe jullie daarom - als jullie naar mijn huis verlangen - van je wijsheidsprijs, neem die van mij van de liefde en volg mij! Maar als dat mogelijk is, bedek dan jullie al te grote bekoorlijkheid wat meer. Want deze is voor mij machtiger dan jullie woorden, daar ik leef in de liefde en niet alleen in de wijsheid!'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] MARTINUS zegt: 'Nu maar niet al te heetgebakerd, mijn mooie, lieve vrienden! Kijk naar mij - onder al deze vele broeders en zusters die mij hier begeleiden en die mijn huisgenoten zijn, ben ik zeker de zwakste. Maar ten opzichte van jullie heb ik toch zo veel kracht, dat ik jullie alleen al met mijn zwakste gedachte zo zou kunnen verslaan, zoals een grote storm het stof doet wegwaaien. Houd daarom op met belachelijke dreigingen, anders sla ik tenslotte zelf de hand aan jullie en jullie hoogst wijze geesten, die almachtig zouden zijn! Jullie zullen dadelijk zo'n ernst van mij zien uitgaan, dat het je allen onrustig te moede zal worden. Keer daarom maar goedschiks om, anders zal ik dadelijk met jullie heel anders beginnen te praten!'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Na deze woorden van Martinus verwijderen de drie zich en trekken over de glanzende velden op naar een kleine verhoging van het dal, waar zich een grote tempel bevindt, die deze zonnemensen als woning dient. Hier omheen staan iets lager liggende, kleinere gebouwen, waar de kinderen worden opgevoed.
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Wij gaan nu ook weer verder. De vele vrouwen die door Borem en Chorel worden geleid en ook de monniken aan hun zijde beginnen nu ook naar voren te dringen, om de ongekende schoonheden van de zon te bekijken. Eerder hadden ze van louter verwondering geen tijd gehad, omdat hun te veel en te wonderbaarlijke curiositeiten van de natuur van deze wereld onder ogen waren gekomen. Maar omdat hun ogen steeds meer werden verzadigd en omdat Borem hen er uitdrukkelijk op attent maakte, willen ze nu ook zien, of en hoeveel de zonnevrouwen mooier zouden zijn dan zij.
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] (MARTINUS:) 'Luister, mooie dochters! Zie, een aanzienlijk aantal vrouwen van mijn planeet begint nu naar voren te dringen, om jullie schoonheid te vergelijken met de hunne. Omdat jullie echter vergeleken met hen zo oneindig mooi zijn, dat jullie schoonheid de ietwat ijdele vrouwen op den duur letterlijk zou kunnen doden, moeten jullie met je weelderige haren voor een korte tijd je gezicht bedekken. Onthul het pas langzaam weer, als ik jullie daartoe een wenk zal geven. Doe mij dit genoegen!'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Martinus laat zich dat niet twee keer zeggen en doet meteen wat ze vragen. Als hij juist met de derde klaar is, komt Borem naar hem toe en zegt:
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] (BOREM:) 'Broeder, je hebt je opgave tot nu toe meesterlijk opgelost! Weliswaar heb je twee vrienden bij je, aan wie op deze evenals op talloze andere werelden alle wegen bekend zijn. Desalniettemin heb je gewoonweg wonderen verricht. Maar nu moet je met deze drie dochters van je ten opzichte van de naar voren dringende nonnen heel oplettend zijn, anders zul je een geweldige herrie meemaken!
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Als DE NONNEN dit horen, zeggen ze: 'Vriend, dat weten wij allang! Maar dat betekent hier niets anders dan van de regen in de drup komen. Wij zijn toch immers duizend keer minder bang voor die drie dan voor de Heer! Want wat zijn deze allemaal vergeleken met de Heer? De Heer is de Heer; maar deze zijn allen net als wij slechts Zijn schepselen. Of schitterend mooi of oerlelijk, dat is voor de Heer één en hetzelfde. Daarom geloven wij dat het toch beter zal zijn, dat wij deze drie zonneschoonheden zien, dan dat wij naar de Heer gingen en daardoor lieten zien, dat wij Hem minder vreesden dan deze drie schepselen.'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] MARTINUS zegt: 'Goed, goed, kom maar hier en doe jullie ogen goed wijd open; jullie domme ijdelheid zal je dan spoedig vergaan!' Hier keert hij zich naar het drietal en zegt: 'Nu, mijn liefste dochters, doe jullie haar opzij en laat jullie gezicht aan deze ijdelen zien!'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] HET DRIETAL zegt: 'O heerlijke, ons reeds bekende vriend! Omdat je ons nu zoveel troostends hebt gezegd, zeg ons dan ook, wie dan die man is die nu tussen zijn twee dochters in hier naar toe wandelt. Is het ook een broeder van jullie en komt hij ook net als jullie van dezelfde planeet?'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] MARTINUS zegt: 'Absoluut, de liefde kan bij Hem nooit een misstap doen. Zou Hij ook in het uiterste geval tegen jullie zeggen: 'Raak me niet aan!', laat je daardoor dan toch niet tegenhouden en ontvlam alleen maar des te meer voor Hem. Sluit Hem rotsvast in je hart, dan zal Hij jullie wel vanzelf tegemoet komen en zal jullie in alle volheid toestaan, waar je hart naar zal dorsten. Heeft Hij jullie eenmaal in Zijn hart opgenomen, pas dan zullen jullie een zaligheid in je voelen, waarvan geen wijze van jullie planeet ook maar het minste vermoeden heeft!'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ze zijn nu weliswaar zo goed als dood. Want nu werd hun de valse liefde afgenomen, die zij tot nu toe in hun leven verreweg belangrijker vonden dan de liefde tot God, de eeuwige Heer van alle heerlijkheid en alle leven. Maar zie, daar vanuit de achterhoede van dit grote gezelschap komt juist een man, een vader tussen twee dochters in, hier naar toe. Deze zal degenen die nu dood lijken te zijn op het juiste moment weer tot het leven terugroepen en voor jullie ogen zal zich daardoor Gods heerlijkheid openbaren. Wees dus niet ongerust; want wat dezen is overkomen is een heilzame daad voor hun hart, dat nog heel ijdel was.
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] O vriend, nieuwe geestelijke vader van ons, wij kunnen ons hart nu niet meer in bedwang houden; het verlangt te hevig naar hem! Nu blijft hij ongeveer tien stappen voor ons staan, en - ach kijk daar eens! Zie, hij wenkt met zijn wijsvinger! O zeg ons, voor wie is deze heilige wenk bedoeld? Zie, de bergen van deze planeet buigen, zo vaak hij wenkt! En daar beneden diep in het dal, komt het grote water omhoog en het beeft! - O zeg ons, voor wie deze heilige wenk bestemd is?'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] MARTINUS zegt, ook heel ontroerd: 'Voor jullie, jullie, mijn geliefde dochtertjes, en na jullie deze keer stellig jullie hele zonnewereld! Snel daarom naar hem toe en doe zoals ik jullie eerder heb geleerd!'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] HET DRIETAL zegt: 'Ach, breng ons er naar toe. Wij hebben niet de moed en de kracht, want onze al te hevige liefde verlamt onze ledematen!'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018  ...