Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1005 van 1112

...  993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018  ...
[7] Allen verheugen zich mateloos en loven Mij. Want nu weten allen reeds helemaal, dat Ik alleen de Heer ben. Ze zijn juist daarom des te gelukkiger, omdat zij zich in het gezelschap van Diegene bevinden, die hier de eeuwige Meester van al deze heerlijkheden is. In deze orde gaan we dus het eerste huis van de zonnebewoners binnen.
Hoofdstuk 168: Uitwerking van Uhrons bekering op diens huisbewoners – De intrede in het zonnehuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Als allen zich na een kort durende intocht in deze indrukwekkende tempel bevinden, gaat de reeds weer gesterkte wijze in deemoedige eerbied voor Mij staan en zegt:
Hoofdstuk 169: Uhrons goede begroetingstoespraak - Genadevolle mededeling van de Heer aan Uhron - De zonnemensen geroepen tot het kindschap Gods - Een treurig getuigenis over de mensen op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Op de meteen gegeven opdracht van de wijze haasten de afgezanten zich snel naar alle richtingen, om duizenden en nog eens duizenden op te roepen hierheen te komen voor een grote verkondiging van een nieuwe leer die op deze zonnewereld nog nooit zou zijn gehoord.
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zo snel als de stormwinden de wolken voor zich uit drijven, snellen de boden door de grote gemeente. Bijkans buiten adem roepen ze de bewoners op om ijlings met hen naar de woning te trekken, waar steeds bij grote gelegenheden de wijze Uhron pleegt te komen, om de mensen uit de hoogte der hoogten nieuwe wegen van wijsheid te verkondigen.
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK antwoord: 'Weet je nog niet, dat de aantrekking het sterkst werkt, daar waar de oermagneet zich bevindt? Zie, dit lawaai komt voort uit het snel naderbij komen van de mensen van deze grote aarde, omdat ze allen vermoeden, wat hun hier ten deel zal vallen. Zij omringen dit huis al; kijk maar door de vier poorten naar buiten, wat een onafzienbare massa's zich hier naar toe dringen! Allen, allen komen om de woorden van de Heer van leven en dood te vernemen.
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] MARTINUS zegt bij zich zelf: 'Ja, ja, O Heer, U hebt gemakkelijk praten: 'Zo zij het!' Maar ik, ik - dat is heel wat anders! Moet ik nu voor deze miljoenen mensen die zeker even wijs, zo niet wijzer zijn dan ik, een preek houden? En dat in het bijzijn van de Heer, van Petrus en die enorm diepzinnige Johannes! Dat zal wat worden - en dat onder allerlei stormen en noodweer - dat maakt het nog mooier! Bovendien zal ik de ene flater na de andere slaan en zal danig worden uitgelachen, - O, dat wordt prachtig!
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Beheers je daarom en laat je niet overmeesteren door de toorn. De toornige mag je niet met toorn tegemoet treden, doch alleen met zachtmoedige ernst, dan zul je de grootste overwinning op hem behalen. Want toorn zal weer toorn opwekken, om die dan door haar vermeende overmacht te doden! Maar als de toorn niets vindt waaraan hij zich zou kunnen vergrijpen, dan valt hij op zich zelf terug en verscheurt zich zelf. Wees daarom op alles voorbereid, wees ernstig en mild, dan zul je overwinnen!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Ik zeg je: Hij zou snel vernietigd zijn, als hij maar vernietigd zou kunnen worden! Omdat dat echter niet mogelijk is tengevolge van de aldus ingestelde orde, moet men anders handelen en hem heel anders gevangen nemen, en door hem te behouden de hele materiële schepping in stand te houden. Hem zovéél mogelijk beperken, dat is de oplossing; maar laat een ieder zich verre houden van het idee om hem te verwoesten of zelfs helemaal te vernietigen!
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] MARTINUS zegt: 'Ja, vriend, ik zal meteen beginnen. Zeg me alleen eerst, of je alle gasten die nu in opeengedrongen menigten hier in dit grote huis aanwezig zijn, wel zo goed kent, dat je mij kunt zeggen of zich onder hen geen totaal vreemde, aan jou volledig onbekende, gast bevindt?
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] DE WIJZE doorzoekt met zijn ogen speurend de menigte gasten, die zich in keurige orde hebben opgesteld. Hij ontdekt echter niemand die hier vreemd zou zijn en zegt tegen Martinus: 'Vriend, zo ver mijn ogen reiken, kan ik niets vreemds ontdekken. Maar ik zal ook aan diegenen, die buiten in grote menigten staan hiertoe een teken doen uitgaan, dan zal meteen blijken of er een of andere vreemdeling onder hen is!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] (DE MENIGTE:) 'De hoogste Geest Gods alle eer en aanbidding! Dat is wel een bijzonder grote troost! Maar toch stijgt het water in ongelooflijke snelheid en zal ons binnen tien pendelslagen van de grote tijdmeter bereiken. Smeek de Heer dat Hij dat verandert, anders is het nu wel de hoogste tijd om te vluchten!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Deel maar snel allen mee, dat ze ondanks al deze verschijnselen toch niet de geringste vrees moeten hebben! Ze moeten niet vluchten, zelfs niet als het water om hun voeten zou spoelen. Want de Heer zal de vijand maar tot zover zijn gang laten gaan en hem vervolgens met Zijn allerstrengste oordeel grijpen en hem voor hun ogen geweldig tuchtigen!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] (DE MENIGTE:) 'Op het woord van de Heilige willen wij het gevaar ook tot onze voeten laten komen en willen dan jubelen en de Geest Gods loven en prijzen, dat Hij ons een dergelijke grote genade ten deel zal doen vallen. Maar het water stijgt voortdurend en de onoverzienbare grote buik groeit met een tot dusver nog nooit geziene snelheid. Dat zal een afschuwelijke verwoestende uitbarsting geven, als hij door Gods almacht niet tot staan wordt gebracht!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Luister, vriend, het is een ellendige worm die voor God, zijn eeuwige Heer geen achting heeft, omdat hij weet, dat de Heer te goed, ja, te eindeloos goed is! Maar ofschoon bij de Heer in zekere zin alles het karakter van de oneindigheid aanneemt, zal Satan zich hier heel erg verrekenen. Deze keer zal het bijna eeuwig durend geduld van de Heer stellig te kort blijken en zal Hij de snode, oude booswicht naar behoren weten vast te binden!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] IK zeg: 'Martinus, laat je nu vooral niet storen! Met de ophitser zal Ik spoedig beginnen af te rekenen. Begin jij nu aan je rede, opdat wij eindelijk aan het doel zullen komen. Laat Satan dan maar zijn vreugde hebben; Ik verzeker je dat die heel kort zal duren. Opdat je des te meer gerust kunt zijn, zeg Ik je hierbij nog eens: Deze keer zal de vijand zich erg verrekenen wat Mijn geduld aangaat en heeft hij zich al verrekend!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  993 - 994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018  ...