Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1006 van 1088

...  994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019  ...
[1] Na dit verzoek keert MARTINUS zich naar het drietal en zegt tegen hen: 'Nu, mijn geliefde dochters, zijn wij op de juiste plaats. Stort nu jullie hart uit, zoals ik het jullie heb geleerd en zoals de gloed van jullie hart het verlangt!'
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] En wat geeft het dan, wanneer wij daardoor ons lichaam zullen verliezen? Het is toch beter zonder lichaam lief te hebben, dan mét het lichaam van de liefde uitgesloten te zijn! O kijk toch naar ons en voel hoe wij lijden, als wij jou niet naar de gevoelens van ons hart mogen liefhebben.'
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Wij gaan nu vooruit en als jullie willen, volg ons dan. Wees ervan verzekerd dat jullie hoogst vriendelijk bij ons zullen worden opgenomen in onze stevige huizen, die niet zoals jouw hemels huis in een gefixeerde inbeelding, doch in stevige concrete werkelijkheid bestaan, gebouwd met onze wil en met onze handen!
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar het gaat nu, zoals het gaat. Als U het wilt, dan zal ik - zoals stellig wij allemaal - handelend optreden en zullen we nu naar hun woning gaan. Maar dat, o Heer, zult U mij wel toestaan, dat ik bij een voorkomende gelegenheid mijn tong niet hoef te beteugelen? Hun onmetelijke schoonheid zal mij nu niet meer in de war brengen. Verheug jullie daarom, jullie vrome wezens van deze planeet - nu zullen jullie Martinus op een manier leren kennen, waarbij jullie grote wijsheid je zal voorkomen als een worm vergeleken met een berg! Want tot Uw eer en om Uw naam zal ik een leeuw gelijk worden en met duizend gloeiende zwaarden tegelijk strijden! Maar natuurlijk mag U, o Heer over alles, mij niet in de steek laten. Want als U dat zou doen, dan zou ik met mijn grote moed pas goed in de puree komen!'
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Het zou daarom heel onbillijk zijn, als wij hen naar hun eerdere, puur uit jaloezie voortkomende woorden wilden beoordelen, - welke jaloezie juist door de nieuw ontwaakte liefde in hen is ontstaan. Ze zagen dat hun schoonheid ons in zekere zin koud laat en ze zich bij ons noch door hun schoonheid, noch door hun hevige liefde echt geliefd kunnen maken. Daarom namen ze hun toevlucht tot een goedmoedige wijsheid en willen ons zoveel mogelijk behulpzaam zijn.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Deze allerliefste liefhebbende hartjes wilde ik - nee ik wil het helemaal niet uitspreken, want het is te dom! Goed, daar komen ze al weer vanaf een kleine heuvel naar beneden. O jullie allerliefste kinderen, kom maar, kom maar! Deze keer zullen jullie wel beter worden ontvangen.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Maar wat moet ik nu doen, om mijn ezelachtige grote fout weer goed te maken? Waarschijnlijk zullen ze op een haar nauwkeurig weten, wat ik allemaal tegen U over hen heb gezegd. O, daar zal wel weer een hele boel vuile was naar buiten komen!'
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] IK zeg: 'Martinus, wees nu noch naar de ene, noch naar de andere kant te heetgebakerd, dan zal alles goed gaan. Denk aan de lessen, hoe je je hier moet gedragen - namelijk vol liefde en met de grootste ernst, dan zul je steeds dezelfde overwinnaar blijven en een meester wat het vissen betreft in de wateren van de zon. Wees nu weer ernstig, want ze zijn al weer tamelijk dichtbij.'
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Wanneer jullie zoals tot nu toe in je domheid zulke loffelijke vorderingen zult maken, zouden jullie als gevolg daarvan nog wel eens lelijker kunnen worden dan dezelfde gast, die ik met broeder Borem aan twee kettingen naar mijn woning heb gesleept! Daarom opstaan jullie, als jullie nog langer bij ons willen blijven!'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Wij kunnen er niets aan doen, dat de Almachtige er welgevallen in had ons naar jullie mening zo oneindig mooi te vormen. Wij zijn dan ook niet in het minst ijdel of er zelfs, volgens jullie slechte aardse wijze, trots op, omdat wij immers maar al te duidelijk inzien dat het niet ons, doch alleen Gods werk is. Het zou heel dwaas en slecht van ons zijn, als wij verachtelijk naar jullie zouden kijken, omdat jullie uiterlijk niet zo mooi is als dat van ons.
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] IK zeg: 'Blijven jullie zo, want daarmee dienen jullie Mij! Ik weet waarom! Want, Mijn drie lieflijkste dochters, alhoewel op deze aarde geboren: niemand weet beter wat goed voor de kinderen is, dan alleen de Vader. Ik ben echter een ware en goede Vader van deze en van nog talloze andere kinderen. Daarom weet Ik ook het beste, wat hun van nut kan zijn en daarom wil Ik, dat jullie je niet anders bekleden, dan jullie je naar jullie eigen ordening op deze aarde kleden!'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] HET DRIETAL zegt: 'Heer en Meester, zullen de drie die voorop lopen wel weten, waar ze dit grote gezelschap naar toe moeten brengen?'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Onderweg vragen DE DRIE ZONNEDOCHTERS Mij: 'Goede en wijze Heer, Meester en Vader van Uw kinderen, waarom zijn toch deze twee dochters van u zo stil en vragen u ook nergens naar? Weten ze dan alles al en zijn ze misschien daarom al heel wijs? Zie, onze hoge wijzen praten ook ontzettend weinig. Maar als ze dan ook spreken, dan is één woord uit hun mond zeker van meer belang dan tienduizend uit de onze! Dat zal waarschijnlijk bij deze allerliefste dochters ook wel het geval zijn?'
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Denken jullie wel dat Ik, als de oorzaak van alle bestaan en de orde van alle ordening, een dergelijke wet kan rechtvaardigen? Daarom kom Ik nu om jullie te redden of voor eeuwig te oordelen. Niet voor niets riepen jullie geesten je toe, dat in dit gezelschap de 'Verschrikkelijke' komt; maar dat waren geen goede geesten, doch door de echte Satan misleide! Ik ben niet de Verschrikkelijke, doch slechts zuivere liefde voor de onschuldigen, maar wel een eeuwig gericht voor diegenen, die eenmaal Mijn woorden wet bezitten en daar niet naar handelen!'
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zie, ik wil het jullie door de genade en liefde van mijn heilige Vader tonen: De slechte Ahriman (Satan) heeft in de vorm van een lichtgeest jullie wijzen alle mogelijke eigenschappen en behoeften van jullie natuur trouw laten zien en leren kennen. Daarbij heeft hij het voorschrift gegeven, alles, waar ook maar een vezel van jullie wezen naar verlangt, tot wet te maken, maar met de toevoeging: 'Als het iemand aangenaam is, dan kan hij doen wat hij wil. Is het hem echter niet aangenaam, dan faalt hij ook niet als hij het laat!'
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  994 - 995 - 996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019  ...