Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1008 van 1166

...  996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021  ...
[12] Ik zeg: 'Wel, Mijn geliefde Dismas, dat is al een goed begin, want wie bij Mij de eerste wil zijn, zal de laatste zijn. Wie echter de laatste wil zijn en al zijn broeders eert, bemint en bevoorrecht, zal bij Mij naar de volste waarheid de eerste zijn. Wie het leven op eigen kracht probeert vast te houden, zal het verliezen, maar wie zijn leven ontvlucht en haat omwille van Mijn waarachtige leven, zal het verkrijgen in alle overvloed. Ga dan nu daarheen, waar je volgens Mijn opdracht naar toe moet gaan!'
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Dismas buigt nu diep voor Mij en al Mijn andere vrienden, en begeeft zich vlug naar het bovengenoemde gezelschap.
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] O, jullie grote dwazen, wat willen jullie dan van jezelf maken?Wat heeft jullie domheid je tot nu toe opgeleverd; welke voordelen heeft ze jullie verschaft? Kijk eens naar jezelf en kijk eens naar die vrienden Gods daar. Hoe gelukkig zien zij er uit en hoe ontzettend ongelukkig jullie! Kunnen jullie nu ook na enig nadenken nog serieus van plan zijn alleen ter wille van jullie dwaasheid voor eeuwig in deze miserabele toestand te volharden? Om welke beweegredenen willen jullie jezelf dan verdoemen, wanneer God zelf jullie gelukzalig wil maken? Open toch eens je ogen en maak in je harten ruimte voor mijn woorden, zodat het God en mij mogelijk wordt jullie allen oprecht te helpen. Wat doet het mij nu goed dat de Heer mij uit mijn ellende heeft gered! Zou ik, als jullie oude vriend, jullie allen niet hetzelfde toewensen? Waarom wenden jullie dan boos je ogen van mij af en minachten jullie mij bovendien? Lees uit mijn ogen of ik het onredelijk met jullie meen! Vinden jullie kwade trouw in mij, vervloek me dan in Gods naam! Ontdekken jullie echter in mij een redelijke vriend, neem me dan op en laat je door mij naar de ware gelukzaligheid leiden!'
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Wanneer jullie dit alles samenvatten en Jezus in dat licht nauwkeuriger in jullie harten beschouwen, dan ligt het toch voor de hand dat Hij niet alleen een heel wijze leraar is, zoals geen ander, maar ook datgene moet zijn, wat Hij over zichzelf aan ons heeft geopenbaard! Want men kan toch onmogelijk aannemen dat een overigens niet te evenaren wijze leraar naast zijn onbegrensde wijsheid ook nog de allerverwaandste portie domheid zou bezitten om zichzelf aan Zijn leerlingen voor te stellen als de God van eeuwigheid, en zich als zodanig te laten prijzen en van satan gehoorzaamheid, dienstvaardigheid en aanbidding te verlangen wat volgens mijn beoordeling zoveel wil zeggen als: de hele geschapen natuurwereld heeft zich aan Zijn almachtige Godswil in alles volledig te onderwerpen, wil ze niet door de macht en kracht van Zijn woord worden geoordeeld!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Dismas zegt: 'O jullie domme poliepen van het meest stinkende slijk! Hoezo heeft de honger mij gedwongen om aan te nemen dat Jezus de enige, ware God is? Niemand van jullie heeft me hier zien eten noch drinken. En jullie zeggen dat ik dit vanwege de honger zou hebben gedaan? Nu zie ik duidelijk dat jullie allemaal echt helemaal dol zijn! Ja, de honger heeft me daartoe gebracht, maar het was geen honger van de maag, maar een honger in het hart naar Hem, die mij het leven gaf dat ik liefhad, maar dat mij zonder Hem ook een onoplosbaar raadsel was! Deze honger en dorst naar de grote openbaring van dit heilige raadsel is nu heus voor eeuwig verzadigd en de sfinx is overwonnen, maar mijn maag is nog volkomen leeg!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Deze woorden doen Dismas versteld staan en hij weet niet meer wat te doen. Ik leg hem echter in zijn hart, dat hij door zijn willen in Mijn naam een geweldige honger in hun magen moet leggen; dan zullen deze half doden wel meer en meer in het leven beginnen over te gaan.
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] De woordvoerder zegt: 'Dwazen, ik krijg nu zelf honger als een os die gevast heeft voor de slachting en heb zelf niets waarmee ik mijn honger zou kunnen stillen! Wat zou ik jullie dan kunnen geven? Daar voor jullie staat Dismas; pak hem maar! Die zal wel wat te eten en te drinken hebben, want hij is nu toch een intieme vriend van die leraar Jezus geworden, die eens in een woestijn zeker vijfduizend mensen met enkele broden zou hebben verzadigd! Misschien is er voor ons ook nog een kleinigheid overgebleven. Laten we Dismas dus maar aanpakken!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[38] De eerste spreker zegt: 'Vriend, niemand kan gedwongen worden tot iets dat boven zijn macht ligt! De dames moeten dan maar achter ons aan lopen en zij, die nog enigszins behoorlijk gekleed zijn, gaan voorop en zo zal het volgens mijn mening wel gaan. Dismas, als de best geklede, is toch zonder meer onze aanvoerder.'
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Heel goed heb jij, Mijn beste Dismas, je missie volbracht en je hebt je nu omwille van Mijn naam zeer verdienstelijk gemaakt. Ik wil je daarom ook geven wat je toekomt; daarna echter ook de door jou gewonnen vrienden, naargelang de gesteldheid van hun hart!' Mij tot Robert wendend: 'Robert, breng wijn en brood en een toepasselijk gewaad voor broeder Dismas! Ik echter zal nu met deze dertig een korte beraadslaging houden. Zo geschiede!'
Hoofdstuk 105: Over de werken van het verstand en van het hart. Dismas brengt de kleingelovigen naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[32] Dismas zegt: 'Vrienden, heb ik jullie van datgene, dat ik in korte tijd zelf heb ervaren, niet levendig kunnen overtuigen, dan moeten jullie toch toegeven dat ik het met jullie allen zeker goed heb bedoeld. Evenmin kan iemand van jullie mij verwijten dat ik me onaardig, ruw en grof tegenover jullie heb gedragen. Daarom meen ik van jullie te mogen verwachten dat je wat hoffelijker tegen me spreekt. Ik sleep jullie toch niet aan je haren naar de Heer. Willen jullie erheen gaan, ga dan; willen jullie absoluut niet, dan zullen jullie ook niet worden gedwongen; ruw, onbeschoft en grof hoeven jullie daarom nog niet te zijn. Dat jullie nu zo' n sterke honger en dorst voelen, daaraan heb ik geen schuld, maar jullie zelf. Jullie hebben deze honger gewenst om weer wat op te leven, en niet ik, maar de Heer heeft hem jullie doen toekomen door mijn woord. Ik heb jullie echter meteen getoond waar en hoe jullie je honger en dorst kunnen stillen! Waarom doen jullie het niet, als je het toch weet? Jullie noemen mij, omdat ik Blum volgde, een domoor, en zeggen dat deze gang mij niet zou hebben gebaat. Ik zeg jullie echter dat deze gang buitengewoon nuttig voor mij is geweest. Ook al is mijn maag nog leeg, toch is mijn hart verzadigd met liefde voor God de Heer. Het is veel beter je hart te verzadigen dan honderd magen. Een hongerig hart kan niet door het vullen van de maag bevredigd worden; dat heeft slechts de dood van het hart tot gevolg. Doe nu maar wat je wilt! Ik zal verder niet meer de dwaas voor jullie spelen. Willen jullie beestmensen blijven, blijf dat dan maar! Willen jullie echter naar de Heer toe gaan, dan staat de levensweg voor jullie open!'
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De woordvoerder van de dertig treedt naar voren, buigt diep voor Mij en Mijn hele gezelschap en zegt dan kordaat: 'Heer, Schepper, behouder en bestuurder van de gehele oneindigheid, we staan hier als volkomen nullen voor U, die alleen alles in alles bent, en we verwachten van U genade en barmhartigheid! Niet echter omdat we er ook maar enig recht op zouden hebben, daar we allemaal zwakke en zelfs grove zondaars zijn, maar omdat U, God, zich als de reinste en volmaaktste liefde voor de gevallen zondaars aan het kruis heeft laten slaan. U alleen bent de sterkte der zwakken, de Heiland der gebrekkigen, de hulp der noodlijdenden! U zelf zei tot de zondaars: 'Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijn, en Ik zal U allen verkwikken!'
Hoofdstuk 106: Woordvoerder Bruno. De kritische wedervragen van de Heer. Bruno's deemoed roept de genade van de Heer af - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Ja, Mijn beste Bruno, wat je daar hebt gezegd namens je broeders en zusters is allemaal wel goed, waar en mooi, maar in de Schrift staat geschreven dat hoeren en echtbrekers het Rijk Gods niet zullen binnengaan! Jullie zijn over het algemeen grove hoerenlopers en echtbrekers en daarbij vol zelfzucht geweest. Mijn genade echter, die jullie verlangen, is het eigenlijke Rijk Gods. De vraag is daarom hoe jullie in overeenstemming met de Schrift Mijn genade deelachtig denken te kunnen worden.'
Hoofdstuk 106: Woordvoerder Bruno. De kritische wedervragen van de Heer. Bruno's deemoed roept de genade van de Heer af - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Daarop bedankt Bruno Mij met tranen in de ogen voor het brood en deelt het tot op de laatste kruimel uit onder de negenentwintig, die het, tot in het diepst van hun hart geroerd, meteen opeten. Een van hen merkt echter dat Bruno zichzelf heeft vergeten, gaat op hem toe en zegt: 'Maar beste vriend Bruno, je hebt jezelf helemaal vergeten bij het uitdelen van het brood en hebt alles wat de Heer je gaf aan ons gegeven. Ik heb van mijn stuk nog niets genomen, neem het en eet het, want je bent niet minder hongerig dan ik!'
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Bij dit voortreffelijke gedrag van Bruno, alsook dat van zijn vriend, komen alle gasten evenals Mijzelf tranen van vreugde in de ogen! Er bestaat immers in alle hemelen niets dat verhevener en aangrijpender is dan wanneer een arme en zeer hongerige man bij de aanblik van zijn even arme en hongerige broeders zichzelf totaal vergeet en al wat hij gekregen heeft aan hen afstaat. Zo iemand maakt een reuzensprong naar het centrum van Mijn liefde!
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Bruno zegt vol dankbare ontroering: 'O Heer, dat is een kostelijke wijn uit de heilige wijnpers van Uw goddelijke Vaderhart! Met niet aflatende dank waag ik het hem uit Uw heilige handen te nemen en, als U het goed vindt, hem ook aan mijn arme, dorstige broeders te geven.'
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021  ...