Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1008 van 1490

...  996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021  ...
[20] Onder alle mensen die ooit de aarde betraden, houd ik Christus voor de allereerlijkste. Hij heeft de uitvoerige wet van Mozes, die een sterk tiranniek karakter heeft, in zekere zin opgeheven en in plaats daarvan de enige wet van de naastenliefde gepredikt. Omdat onder deze wet, men kan hem bekijken zoals men wil, intelligente wezens onder welke omstandigheden dan ook, toch het gelukkigst kunnen leven, ben ik er voor dat ook wij hier, omwille van het goede, trouw blijven aan deze wet, Christus als een waarachtig achtenswaardige man in gedachten houden en dan onder deze omstandigheden met ons inderdaad zware lot zo tevreden mogelijk zijn. Ik denk dat daardoor ons lot, hoelang het ook mag duren, zo dragelijk mogelijk zal zijn.
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Wees mij en ons allen duizendmaal welkom! Ik ken jullie weliswaar niet, maar ik zie wel dat jullie, mensen zoals wij, of zojuist van de aarde hier zijn aangekomen of ergens een betere weide moeten hebben gevonden dan wij, want jullie zien er onvergelijkelijk beter uit dan wij met ons allen bij elkaar. Zijn jullie pas van de aarde aangekomen, dan maak ik jullie er meteen op attent, dat de zogenaamde Robinsons op aarde er stukken beter aan toe zijn dan wij. Voor deze bewering hebben jullie geen ander bewijs nodig dan ons enkel van top tot teen te bekijken. Ons onmenselijk goede uiterlijk zal jullie dan op het eerste gezicht zelfs in deze nog zeer aanzienlijke duisternis heel duidelijk tonen, hoe het er hier met het goede leven voorstaat. Daarbij kan ik jullie wel verzekeren, dat er hier helemaal geen ziektes voorkomen, want wat kan er hij ons nog ziek worden? We kunnen hoogstens die ziekten krijgen die eventueel de stenen kunnen krijgen, want ik denk, wanneer men bijna al zijn levenssappen kwijt is, men dan ook alle ziekten kwijt is. Het enige euvel dat iemand hooguit in het begin gaat plagen is honger, een maagklacht dus. Maar zoals gewoonlijk de honger de beste kok is, zo is er dan ook voor hem al gauw een kost waarmee hij zijn kookkunst buitengewoon op de proef kan stellen. Kijk, daar aan onze voeten op het zand is zo'n probeerseltje voor onze maag te zien. Het is mos; men zou kunnen zeggen, echt IJslands en Siberisch mos. De schaarse dauwdruppels die tussen de blaadjes zitten, zijn bovendien ook het enige dorstlessende middel dat in deze enorme zandwoestijn te vinden is. Trek je er dus niets van aan als deze situatie misschien wel eeuwig zal duren, want geduld en gewoonte maken voor iemand tenslotte alles dragelijk. We zouden allen heel blij zijn als jullie met je enigszins fosforescerende gewaden bij ons willen blijven, want ik kan jullie verzekeren dat men eerder aan alles kan wennen dan aan deze duisternis. Daarom kunnen jullie je wel voorstellen dat jullie fosforescerende schijnsel ons allen als een zon voorkomt! - Maar nu lieve vrienden, zouden jullie misschien zo vriendelijk willen zijn om te vertellen wat de reden is dat jullie van de aarde naar hier zijn gekomen of, als jullie van een betere weidegrond komen, mij mee te delen wat jullie ertoe gebracht heeft deze te verlaten en je hierheen te begeven?
Hoofdstuk 32: Geboorte vanuit de duisternis. In een eerste graad van het levenslicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Wanneer jullie je afvragen: hoe hebben we op aarde geleefd, dan zal jullie heldere en duidelijke herinnering je zeggen: wij allen hebben altijd eerlijk en redelijk gehandeld en geleefd. Maar vragen jullie je verder af: waarom hebben we zo geleefd en gehandeld, dan zullen jullie niets anders kunnen zeggen dan: we hebben voornamelijk alleen maar voor ons eigen welzijn geleefd. Wereldse eer, werelds lof en het daarop gebaseerde aanzien bij andere mensen waren de voornaamste beweegredenen van al onze nobele daden. We waren steeds trouwe leden van staat en kerk. Waarom dan? Misschien uit liefde voor God? Hoe zou dat mogelijk zijn terwijl we God toch in het geheel niet kenden en dus ook niet wisten wat Zijn heilige wil kon zijn. Ons trouwe lidmaatschap van staat en kerk was er ten eerste op gebaseerd om juist daardoor heel gemakkelijk veel meer voordelen te kunnen bemachtigen dan anderen die hij staat en kerk niet in zo'n gunstig aanzien stonden als wij. Verder lag aan deze geestelijk blinde trouw aan staat en kerk deze gedachte ten grondslag: is er volgens de leer van de priesters en andere verkondigers van onsterfelijkheid aan gene zijde een of ander leven na de dood, dan kunnen wij bij een dergelijke handelwijze toch niet te gronde gaan. Is er zo'n leven niet, dan zal de door onze daden verworven roem tenminste op aarde bij onze kinderen en kleinkinderen toch blijven voortleven en men zal misschien over honderden jaren nog over ons spreken en zeggen: dat waren mannen en dat waren tijden, waarin zulke mannen hebben geleefd!
Hoofdstuk 32: Geboorte vanuit de duisternis. In een eerste graad van het levenslicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Na dit voorbeeld keren we weer terug naar de vrouwen. Zoals jullie weten krijgt de stem van de man in zijn jongelingsjaren reeds een krachtige mannelijke klank; die van de vrouw behoudt de klank van het kind. Kijk, zoals de vrouw deze klank behoudt, zo behoudt zij ook voortdurend in zekere zin min of meer het hele kinderlijke wezen in zich. Tengevolge van dit vermogen bezit ze dan ook de kinderlijke macht die, zoals gezegd, niet zelden groter is dan de wilskracht van een nog zo groot wereldbeheersende veldheer.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Ik denk dat door dit voorbeeld alles nog duidelijker voor jullie wordt, zodat jullie daaruit zonder veel moeite kunnen opmaken waarom er in dit gezelschap ook vrouwelijke wezens zijn opgenomen. Jullie moeten echter nog weten dat de vrouw in de geestelijke wereld bij de man blijft zolang deze zich niet volkomen van alle ballast van de wereld heeft gezuiverd.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Jullie zeggen nu wel: maar hier zou de Heer toch kunnen ingrijpen en een geweldige streep door de rekening van zulke vrouwen halen. - Voor een dergelijke interventie is wel iets te zeggen zolang iemand niet bekend is met de hogere wegen van de goddelijke ordening. Maar wie deze kent weet maar al te goed dat zoiets met het oog op het behoud van het leven van de geest zo goed als onmogelijk is.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Maar zoiets moet, zoals gezegd, niet bij een oppervlakkige opmerking blijven, waarbij iemand bijvoorbeeld zou zeggen: ik offer voor de liefde van de Heer niet een, maar wel tien vrouwen op. Nee, deze levensvraag moet altijd met volle overtuiging beantwoord worden.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] Jullie vragen nu weliswaar weer: hoe is dat dan mogelijk als toch in zo'n geval een weduwnaar zich zo geheel aan de Heer heeft overgegeven? Maar ik vraag jullie: was deze overgave vrijwillig of veeleer slechts noodgedwongen? Zou hij dit gedaan hebben wanneer de Heer hem zijn vrouw niet had afgenomen? Bij de Heer echter telt alleen de vrije wil en dientengevolge de volledige zelfverloochening in alles.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Jullie zeggen: inderdaad, als bij toverslag begrijpen we dit nu als een wonderbaarlijke overeenkomst. Maar als het gezelschap door deze kloof is gegaan, waar komt het dan terecht? - Wat gebeurt er met het kind vlak na de geboorte? Jullie zeggen: het wordt in zachte windsels gewikkeld en dan in een wieg gelegd; het bevindt zich dus nog steeds in zeer beperkte levensomstandigheden. Jullie hebben toch, toen we aan de andere kant vanaf de morgen deze wand naderden, de vele dalen links en rechts gezien? Kijk, dat zijn die windselen en dat is de wieg. In deze dalen worden deze mensen dus geplaatst. Het gaat er daar ongeveer toe zoals jullie het heel in het begin in enkele van zulke dalen links en rechts hebben leren kennen.
Hoofdstuk 32: Geboorte vanuit de duisternis. In een eerste graad van het levenslicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Wie dit nog niet helemaal begrijpt, maak ik opmerkzaam op een natuurlijk verschijnsel in de materiële wereld. Wanneer hij zich bijvoorbeeld op zo'n tien uur gaans verwijderd van een aanzienlijk gebergte bevindt, dan overziet hij dat geheel, en het ligt als een bepaalde afbeelding voor hem. Nadert hij het gebergte dan tot op een uur gaans, dan zal het beeld als het ware in delen uiteenvallen en hij zal nu verscheidene voorgebergten en dalen ontdekken die van veraf slechts een geheel met de hoofdberg leken te vormen. Klimt hij nu echter de berg zelf op, dan vergaat het hem als iemand die door de bomen het bos niet meer ziet, want dan is er van de eerste aanblik geen spoor meer te bekennen. Ik denk dat, door dit voorbeeld enigszins aandachtig te beschouwen, de betekenis van de drie verschijningsvormen van ons gezelschap volkomen duidelijk voor ons zal worden. Maar nu vragen jullie en zeggen: dat is allemaal heel duidelijk maar hoe is het verder nog met dit gezelschap gesteld? Wat voor mentaliteit heeft het? We kunnen het niet opmaken uit het gedrag van deze wezens, want hun hele doen en laten en hun taal lijken meer op een pantomime dan op een of andere conversatie met verstaanbare woorden.
Hoofdstuk 33: Over geestelijke verschijningsvormen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Op aarde gingen deze mensen bijzonder hoffelijk en vriendschappelijk met elkaar om, maar desalniettemin wist een ieder van hen zich op een hele slimme manier tegenover de ander te doen gelden. Niemand vertrouwde de ander en vond het daarom nodig hem langs allerlei slinkse wegen zo te manipuleren dat de ander niet veel geheimen voor zijn buurman kon hebben. Wat is echter zo'n zelfzuchtige vriendschap en zo'n heel doelbewuste hofmakerij anders dan een brutale behaagzucht, die op zich niets anders is dan een wortel of een zaadje van de eigenlijke ontucht. Zo werpt namelijk ook een hebzuchtige en wellustige hoer een man vriendelijke en veelzeggende blikken toe om hem in haar val te lokken en daarna iets van hem los te krijgen. Zo draagt ook een gier een schildpad omhoog om daarna, door haar te laten vallen, een lekker hapje te bemachtigen.
Hoofdstuk 33: Over geestelijke verschijningsvormen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Kijk, dat weet de vrouw in haar hart en ze voelt heel goed aan hoezeer de man haar nodig heeft. Als ze echter slecht is opgevoed en daardoor een verdorven gemoed heeft, doet ze hetzelfde wat niet zelden de wortels van een boom doen; ze laten namelijk uit de aarde nieuwe loten opschieten, voeden deze, en daardoor wordt aan de boom de hem toekomende voeding onttrokken. Uit zulke wortelscheuten zal zeker nooit een krachtige en vruchtdragende boom groeien, maar in plaats daarvan een op de boom gelijkend struikgewas. Als de boon niet de hogere kost uit de hemel een dergelijk misbruik van de wortels niet krachtig tegengaat door zijn takken en twijgen flink uit te breiden en de kwalijke wortelscheuten met zijn sterke schaduw laat verwelken om ze tenslotte tijdens een gunstig jaargetijde of met behulp van de winter te verstikken, dan is dat duidelijk zeer nadelig voor zijn eigen bestaan en werkterrein.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Jullie moeten weten dat de liefde van een mens zijn leven is en dit leven draagt hij in zich. Maar hoe komt het dat een man zich door een vrouw heeft laten overwinnen? Doordat hij haar te zeer in zijn liefde heeft opgenomen. De man moet hij zichzelf te rade gaan en de liefde voor zijn vrouw en die voor de Heer op een uiterst gevoelige weegschaal leggen; deze beide soorten liefde dan met angstvallige zorgvuldigheid afwegen en er goed op letten, waar het overgewicht aan het licht komt. Hij moet daarbij heel goed bij zichzelf nagaan welk verlies voor hem dragelijker zou zijn: het verlies van zijn geliefde vrouw waarbij ook alle voordelen van deze verbintenis voor hem wegvallen, of de liefde van de Heer.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[25] Deze man treurde over het verlies van zijn vrouw. Daarom wendde hij zich tot dc Heer om hij Hem de nodige troost, geruststelling en volledige genezing van rijn gebroken hart te vinden.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[27] Is dit onderscheid niet ook te maken tussen de liefde die een gelukkig gemaakt mens voor zijn weldoener voelt, en de liefde voor het geluk zelf dat hem ten deel gevallen is? Ik denk dat er tussen deze twee soorten liefde een heel groot verschil bestaat, want de liefde voor de weldoener is slechts een gevolg van de fundamentele liefde die in de ontvangen gelukzaligheid woont en is zodoende geen fundamentele, maar een ondergeschikte liefde.
Hoofdstuk 34: Wederzijdse beïnvloeding van echtgenoten in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021  ...