Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1008 van 1112

...  996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021  ...
[21] JOHANNES zegt: 'Vriend, jij verlangt dingen die totaal onmogelijk zijn en zelfs met jullie zuiverste natuurwijsheid in de grootste tegenspraak zijn! Hoe wil jij nu het zuiver geestelijke in een heel natuurlijke vorm voorgesteld krijgen? Of als jij al beslist het natuurlijke wilt, is het dan niet zo natuurlijk mogelijk, dat ik jou vanuit de Heer profeteer met behulp van natuurlijke beelden, waarin het geestelijke en hemelse zich evengoed verbergt als jouw eigen geestelijk leven zich in jouw natuurlijk lichaam verbergt?
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] JOHANNES zegt: Goed, let dan op: het nieuwe huis is de nieuwe openbaring van de Heer aan jullie, die Hij nu juist opbouwt in jullie harten. De levende stad die uit de hemelen neerdaalt, zijn de Heer en wij, Zijn kinderen, vol van het eeuwige leven. Jullie echter zullen in deze aan jullie gerichte openbaring binnengaan en daarin een echte levenswoning vinden, dan zal deze leer zich naar jullie buigen en aan jullie onderdanig zijn.
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] DE WIJZE zegt: 'O Heer, Heer, Heer, - onze ogen zijn te onwaardig om de oneindige heiligheid van Uw aangezicht te aanschouwen! Laat ons daarom in deze houding die ik voor de meest passende houd, waarin wormen zoals wij zich voor de eeuwige, almachtige Schepper hebben te gedragen!'
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Heel anders is het echter, als de Schepper uit Zijn schepselen vrije, aan Hem gelijke, zelfstandige, machtige wezens wil voortbrengen. Dan treedt het schepsel beslist in een heel andere levenssfeer! De Schepper geeft dan aan het schepsel door het vrije, levende, krachtige Woord een eigen kracht, die het schepsel dan door vlijtige, daadwerkelijke verzorging in zich zelf tot volle rijpheid dient te brengen, om daardoor een vrij en helemaal uit zich zelf machtig wezen te worden.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] In dat geval doet pas de echte deemoed zijn intrede, omdat deze het enige middel is, waardoor het schepsel zich volledig aan de wetmatige dwang van de schepping ontworstelt. Het is vervolgens bij machte, zich als een uit zichzelf levend en machtig wezen zo ten opzichte van Mij, de Schepper, op te stellen, zoals Ik Zelf als een tweede Ik zou kunnen optreden tegenover Mij Zelf. Maar deze noodzakelijke deemoed mag toch niet overdreven zijn, doch juist alleen maar zo, zoals Ik als Meester van alle leven die voorschrijf; anders kan ze niet het doel bereiken, waarvoor ze gegeven is.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Na deze woorden uit Mijn mond richten alle aanwezigen zich op, samen met de wijze die bij deze gelegenheid de volgende woorden spreekt:
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Zouden jullie echter zoals tot nu toe willen doorgaan met je te verlustigen in jullie lichaam en dat van jullie dochters, dan zou de geestelijke kracht tot verwekking spoedig van jullie worden afgenomen. In plaats van dit lichte etherische lichaam dat jullie nu hebben, zouden jullie een plomp, zwaar, lelijk en met allerlei ziekten behept lichaam krijgen, waarin de onsterfelijke geest zich slechts heel zwaar en moeizaam zou bewegen. Dan zou ook nog de dood over jullie komen, die jullie tot nu toe nooit gevoeld en geproefd hebben.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Ook zou jullie wil zo verzwakt raken, dat jullie nooit met dezelfde wilskracht je tuinen en akkers zouden kunnen bewerken. Jullie zouden je dan slechts met die planten tevreden moeten stellen die zaad hebben en zich door middel daarvan voortplanten. Dan zouden jullie niet zoals nu voortdurend rijp voedsel aan de grond van jullie aarde kunnen onttrekken, doch bang en dikwijls heel ongeduldig de tijd moeten afwachten, waarin de een of andere vrucht tot rijpheid zou willen komen.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] IK zeg: 'Kinderen, waar jullie om bidden, daarin heb Ik allang vaderlijk voorzien. De Schepper blijft alleen voor de schepselen onzichtbaar en ondoorgrondelijk. Want de schepselen zijn geoordeeld in de macht van de Schepper en kunnen nooit voor Hem treden, Hem aanschouwen en Zijn stem horen. Maar heel anders staat het met de kinderen, die Ik als Schepper en voortaan ook als Vader vrij heb gemaakt door Woord en leer. Deze kunnen Mij zien en spreken wanneer zij willen - vooropgesteld, dat hun harten zich in de ordening van Mijn leer bevinden!
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Is dat echter niet het geval, zijn de harten zinnelijk gestemd, hebben materiële dingen en onbeduidende wereldse zorgen zich daarin genesteld en Mijn Woord en Mijn leer uitgeschakeld: dan kan Ik natuurlijk niet meer gehoord en gezien worden, omdat zulk een wordend kind van Mijn genade, liefde en erbarming dan weer het veroordeelde kleed van het geschapene heeft aangetrokken - waartoe het weliswaar ook de volle vrijheid heeft.
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Blijf daarom voortaan allen in Mijn leer. Bewaar jullie harten in je van oudsher aangeboren zedelijke reinheid, opdat Mijn Vaderliefde daarin ruimte heeft en in jullie een nieuw leven kan opwekken, dat een waarachtig en volkomen vrij leven is, in en uit zich zelf. Dan zullen jullie nooit reden hebben om te klagen: 'Heer, Vader, waar zijt Gij? Waarom kunnen wij U niet meer zien en Uw Vaderstem niet horen?'
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Maar als de voedsel vergaarders buiten komen, wacht hun een nare verrassing, omdat ze het door het grote vuurgezwel voortgedreven water ontwaren, dat de weelderige fruittuinen blank heeft gezet. Ze zijn daarom niet in staat, ook maar iets uit de grote en anders overvloedig voorziene ruinen te halen voor het door Mij verlangde doel. Ze komen daarom ook heel treurig terug,
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg terwijl Ik Martinus en Petrus roep: 'Mijn broeder Petrus, en ook jij Martinus: Ga naar buiten, overwin de vloed en vernietig het vreselijke vuurgezwel, opdat deze de vervulling van Mijn verlangen niet tegenhouden! Mocht de vijand aan jullie eerste oproep niet willen gehoorzamen, gebied hem dan in Mijn Naam voor een tweede en derde keer. Mocht hij zich ook daarna weerbarstig tonen, maak dan een ernstig gebruik van het hemelse, dat in jullie aanwezig is. Zo zij het!'
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Petrus en Martinus buigen voor Mij en gaan ijlings met de wijze naar buiten. Als ze daar aankomen, verbaast Martinus zich geweldig over dit schouwspel en zegt:
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] PETRUS echter vermaant hem en zegt: 'Broeder, ergeren mag je je beslist niet, want dan doe je juist, wat hij eigenlijk wil. Hem moet je heel anders aanpakken! Let op, ik zal hem dadelijk dwingen om te wijken, en dat in de grootste rust! Ik zal alleen maar heel zachtjes tegen hem zeggen: 'Satana, de Heer Jezus Christus zij ook met jou!' - En zie, de vloed trekt zich al terug en het vuurgezwel zakt in elkaar tot niets. Hij meldt zich niet meer en moet zich uitermate vertoornd tevreden stellen met wat mijn hemels gezag over hem heeft beschikt. '
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  996 - 997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021  ...