Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1009 van 1110

...  997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022  ...
[5] Bisschop Martinus trekt bij deze vragen al weer een verbouwereerd gezicht. Uiterlijk doet hij wel alsof hij er over nadenkt, hoe hij de bekoorlijke Chanchah zo beleefd mogelijk op haar vragen zou kunnen antwoorden. Innerlijk wacht hij echter angstig af, of Ik hem niet snel een of ander, natuurlijk meer dan voortreffelijk antwoord in zijn hart leg. Ik laat de goede Martinus echter ook deze keer om zeer wijze redenen een beetje spartelen, zoals jullie gewoonlijk zeggen.
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Kijk, als ik dan daarbij heel zeker wist, dat er zich in de zak niet alleen geen edelstenen bevinden, maar opgedroogde modder, maar ik toch volgens jouw wens de zak zou openmaken en de verwerpelijke inhoud aan jou zou geven in plaats van de duizend edelstenen: - waar zou je me dan wel voor aanzien, als je naderhand zou horen dat ik - die wel wist wat er in de zak zat - jou vanwege je onwetendheid beschaamd had willen doen staan? Zou je dan niet zeggen: 'Vriend, je wist wat er in de zak zat, waarom maakte je hem dan open en zei je me niet van te voren de waarheid?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ach, de grote, heilige Lama moet wel oneindig goed, wijs en machtig zijn, omdat alles wat Hij geschapen heeft, zo uiterst goed en wijs is ingericht. Ach, ach, als ik maar één keer het oneindige geluk zou mogen smaken, Hem slechts uit de verte voor enkele ogenblikken te zien. 0 zeg me, heerlijke vriend, zal ik dit grote geluk wel ooit waardig worden? Als het maar één keer zou gebeuren onverschillig wanneer - , dan zal ik voor alle tijden die nog komen eeuwig volmaakt tevreden zijn en zal alles gewillig opvolgen en doen, wat jullie mij ook maar willen voorschrijven. Geef mij alleen daarvoor goede en gerechtvaardigde hoop!'
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Intussen richt IK me tot Martinus en Borem en zeg heimelijk tegen hen: 'Vrienden en broeders, jullie hebben nu helpers en helpsters in overvloed. Ga daarom heen en zet de grote tafel in het midden van de zaal en dek hem rijkelijk met brood en wijn. Neem ook rijpe vruchten van deze vijgenboom en leg ze volop naast het brood en de wijn op tafel. Want nadat ik van te voren met Mijn allerliefste Chanchah nog enige woorden zal wisselen, zullen wij daarna samen een goede verfrissing, versterking en voeding tot ons nemen. Ga en vervul deze wens en wil van Mij!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] De twee bedanken Mij in hun hart voor deze opdracht en gaan dan meteen in orde maken wat Ik gevraagd heb. Martinus ontbiedt meteen de nu gereinigde paters uit al de reeds bekende orden. Zo ook de nonnen die de spijzen, namelijk brood en wijn, op tafel moeten zetten en de dames van het Heilig Hart van Jezus, aan wie vooral het aandragen van de vijgen wordt opgedragen, terwijl de paters eerst de grote tafel, die hier ook zonder timmerman ontstond, volgens de instructies van de twee klaarzetten.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Wees dus niet bang, maar ga met Mij de beide mannen tegemoet en hoor daar, hoe deze beesten bij Mijn nadering ontzettend zullen beginnen te brullen. Let op, hoe verschrikkelijk ze zich zullen draaien en kronkelen. Maar dat alles moet jullie niet afschrikken! Want Ik alleen ben machtig genoeg om talloze dergelijke monsters met één blik volledig te vernietigen, zoals Ik eerder deze vijgenboom hier in een oogwenk heb laten ontstaan. - Volg Mij daarom maar moedig! Aan Mijn zijde zijn jullie voor altijd veilig, want geen macht kan Mij weerstaan!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] IK zeg: 'Wees nu maar rustig. Ik heb dat al voorzien. Het moet voor jullie allen een diepe les zijn en jullie rust geven. Wie het Allerhoogste wil herkennen, moet niet onbekend blijven met het allerlaagste. Breng de draak dichter bij Mij!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] IK zeg: 'Goed, goed, Mijn broeder, ga nu naar voren en roep ze op tot dit maal, dat Ik voor jullie allen bereid heb. Allen zullen daarmee gesterkt worden ten behoeve van het eeuwig leven van hun geest!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Dan zeg IK tegen hen: 'Mijn kinderen, eet, wat jullie het beste smaakt; alles zal jullie sterken voor het eeuwige leven!' - Beiden nemen nu ook van het brood en Chanchah vindt het oneindig heerlijk smaken. Niet minder ook Gella, die echter de opmerking maakt:
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als MARTINUS dergelijke vragen onder de vele gasten opmerkt, gaat hij er meteen naar toe en zegt tegen hen: 'Luister naar mij, lieve broeders en zusters! Weten jullie dan niet, hoe het Woord van God luidt? Heeft de Heer Zelf niet het volgende gezegd: 'Wie van jullie de eerste wil zijn, die zal de geringste onder jullie zijn en jullie aller knecht!'. Denken jullie soms dàt hier in de hemel een andere orde bestaat dan die, welke de Heer Zelf op de aarde heeft laten zien, geleerd en geopenbaard?
Hoofdstuk 113: Martinus' oren worden gewassen - 'Wie de eerste wil zijn, moet ieders dienaar zijn!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ik zeg jullie, hier is het eigenlijk pas de plaats, waar de op de wereld door de Heer Zelf geopenbaarde orde van punt tot punt werkelijk wordt vervuld. Vragen jullie je daarom niet teveel af: 'Wie is dat? Waarom zo?' maar eet en drink nu naar behoefte. En bedank dan alleen Jezus, de Heer ervoor, al het andere zullen jullie wel op de juiste tijd te horen krijgen!'
Hoofdstuk 113: Martinus' oren worden gewassen - 'Wie de eerste wil zijn, moet ieders dienaar zijn!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] IK zeg: 'Mijn liefje, je hebt weliswaar niet helemaal ongelijk; maar hij komt in zijn huidige positie toch helemaal tot zijn recht. In de grote orde van Lama zijn ook zulke wezens nodig, die zonder veel na te denken meteen een zaak aanpakken, of ze dat zelf aan kunnen of niet. Dat heeft als uitwerking, dat dan ook anderen aangespoord worden eveneens iets te doen en dikwijls veel verstandiger dan degene, die zonder veel nadenken was begonnen. De al te wijze mensen leggen niet zelden op alle slakken zout. Ze hebben dikwijls van louter diepzinnigheid geen vertrouwen, om een zaak aan te pakken, zolang ze niet alles gewikt en gewogen hebben, zodat er niets meer fout kan gaan. En dus moeten er ook Martinussen zijn, die minder wijsheid maar daarvoor in de plaats een grote dadendrang in zich dragen, die dikwijls beter is dan teveel wijsheid. Wees daarom over Martinus maar heel gerust; hij zal zijn werk wel goed doen, als hij het volgens Mijn opdracht aanpakt en afmaakt.'
Hoofdstuk 114: Het gedaantewisselende wezen van Satan - Een aanwijzing over het karakter van Martinus - Het vermoeden van de nieuwelingen over de nabijheid van de Heer - Chanchah' s deemoedige schuldbekentenis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] IK zeg: 'Sta op, kindertjes, en baar nu geen opzien; want er zijn er nog enkelen die Mij omwille van hun vrijheid nog niet helemaal.mogen herkennen. Jullie weten dat de pottenbakker het beste weet, wanneer het tijd is de schaal van de draaischijf te tillen. Blijf nu hier en bevestig welk kwaad de draak, die Martinus en Borem zojuist hier naar toe trekken, jullie heeft aangedaan. Jij, Chorel, maak je nu ook bekend aan deze Chanchah, die jou ooit in China aan de keizer verried en die zich nu vanwege haar overgrote liefde het dichtst bij Mij bevindt, uit welke nabijheid de eeuwigheid haar moeilijk zal verdringen!'
Hoofdstuk 115: Aangrijpende verzoening tussen de Jezuïet Chorel en Chanchah - De vreugde van de Heer over Chanchah' s liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] CHANCHAH is diep ontroerd door deze bekentenis van Chorel en zegt: '0 lieve vrienden, hier in deze hallen bestaat geen schuld meer; en als die er zou zijn, dan wordt ze voor eeuwig ingelost door mijn liefde tot Lama! Want mijn hart zegt me: 'Jouw liefde tot Lama - is Lama Zelf in jou!' Vrienden, deze heilige liefde kent geen schuld, doch overal slechts lieve broeders en zusters, en dat ook dan, als deze nog wandelen in hun dwalingen! Mijn aanklacht tegen jullie echter is: dat ik jullie allemaal liefheb en acht als mijn eigen leven! Hebben jullie daar nog iets tegenin te brengen?'
Hoofdstuk 115: Aangrijpende verzoening tussen de Jezuïet Chorel en Chanchah - De vreugde van de Heer over Chanchah' s liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zeg me - waarom sta je dan niet op die trede, waarop je volgens de wil van God zou moeten staan? Waarom ben je voortdurend de absolute tegenstelling van de wil van God? Waarom wil je liever voor eeuwig in de gruwelijkste kwellingen blijven, dan je tot de Heer, je God en Vader te wenden en als een teruggekeerde, verloren zoon in volheid de eeuwige vaderliefde te genieten in alle vrijheid en hoogste machtsvolkomenheid? Spreek, als je daartoe voldoende wijsheid bezit!'
Hoofdstuk 117: Martinus' verzoeking door Satan in de verleidelijke gedaante van Satana - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  997 - 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022  ...